Nieuws
‘Zeventien Amerikaanse missionarissen en familieleden ontvoerd op Haïti’
Zeker zeventien Amerikaanse missionarissen en hun familieleden zijn zaterdag ontvoerd door bendeleden in Port-au-Prince, de hoofdstad van Haïti. Dat meldt The New York Times. De krant baseert zich op informatie van veiligheidsfunctionarissen in het Caribisch land, maar de Amerikaanse ambassade op Haïti heeft nog niet gereageerd op een verzoek om commentaar.
Het Franse persbureau AFP spreekt van ongeveer vijftien zendelingen. Onder de ontvoerde familieleden bevinden zich ook vrouwen en kinderen. De missionarissen zouden zijn ontvoerd uit een bus die op weg was naar de luchthaven. Daar zouden enkele leden van de groep worden afgezet, na een bezoek aan een weeshuis in Port-au-Prince, waarna het voertuig verder zou rijden naar een volgende bestemming op Haïti, zo meldt de krant. Over het lot en de huidige verblijfplaats van de groep is niks bekend.
Haïti, het armste land van het Amerikaanse continent, wordt al jaren geteisterd door een hevige economische crisis. Duizenden mensen zijn al op vlucht geslagen, mede door een golf van geweld tussen criminele bendes. Het geweld is dit jaar alleen maar toegenomen sinds de moord op president Jovenel Moise afgelopen juli en een aardbeving in augustus waarbij meer dan 2.000 mensen om het leven kwamen. Volgens sommige schattingen bezitten bendes momenteel ongeveer de helft van de stad.
Maandag werd nog een schoolbus beschoten, waarbij vijf gewonden vielen. Verderop in de stad werd een bus gekaapt. Desondanks is de ontvoering van een grote groep Amerikanen volgens de veiligheidsfunctionarissen met wie The New York Times sprak uitzonderlijk.