PlusAchtergrond
Zeven partijen moeten het doen in België
Voor het eerst in ruim vijftien maanden gaan zeven politieke partijen in België proberen een regering te vormen. Zónder de Vlaams-nationalistische N-VA, de grootste partij van Vlaanderen.
Midden in een pandemie en met een begrotingstekort van intussen bijna 53 miljard op de teller, leek België af te stevenen op het verbreken van het eigen record regering-vormen. In 2010-2011 duurde het 541 dagen voor de regering-Di Rupo aan de slag kon, dat record kan in november verbroken worden.
Waar het politieke gemodder destijds tot protest leidde, heerst er nu vooral apathie onder de bevolking. Men is murw door het eindeloze geharrewar van partijen die niet met elkaar in zee willen.
Maar nu gaan zeven partijen voor het eerst een serieuze poging doen om een regeerakkoord te schrijven, maakte Egbert Lachaert, voorzitter van de Vlaamse liberalen (Open VLD), vrijdag zichtbaar opgetogen bekend. Socialisten, liberalen en groenen van beide kanten van de taalgrens willen een coalitie vormen, samen met de Vlaamse christendemocraten (CD&V). “Een niet-evidente coalitie met partijen met zeer uiteenlopende standpunten,” aldus Lachaert. “Maar na de stilstand moeten we eindelijk weer vooruit. Het is tijd dat er een oplossing komt. Burgers verwachten dat de politiek de zaken weer in handen neemt en leiding gaat nemen in dit land.”
Moeilijke puzzel
België moet het al bijna twee jaar doen zonder volwaardige regering, nadat de N-VA uit de coalitie stapte. De verkiezingen eind mei 2019 maakten de traditioneel toch al moeilijke politieke puzzel nog ingewikkelder. Waar Vlaanderen nog rechtser stemde dan voorheen, bogen de Walen juist verder linksaf.
Om politieke stabiliteit te creëren werden talloze vergeefse pogingen ondernomen om een coalitie te vormen rond de grootste partijen aan beide kanten van de taalgrens: de Franstalige socialisten van de PS en de Vlaams-nationalisten van N-VA. Die laatsten vallen nu dus buiten de boot.
Dat de socialisten, liberalen, groenen en christen-democraten gaan formeren, wil overigens niet zeggen dat ze er al uit zijn. Er is een lange lijst gevoelige onderwerpen, waaronder de eventuele uitbreiding van de Belgische abortuswet, het al dan niet sluiten van de verouderde kerncentrales en de vraag wie de premier mag leveren. Dat is ook de reden waarom koning Filip nog geen officiële formateur heeft aangesteld – die wordt immers premier.
Gedoogsteun
Komende week leiden Lachaert en de Vlaamse socialist Conner Rousseau (Sp.a) daarom de onderhandelingen als preformateurs. Aan het eind van de week benoemt koning Filip wellicht een formateur. Volgens Lachaert willen de partijen plannen maken voor het hele decennium. Ze willen investeren om het vertrouwen te vergroten in justitie en politie. Ook willen ze belastingen, sociale zekerheid en de gezondheidszorg hervormen, net als ‘de manier waarop de staat en de politiek functioneren’.
Momenteel leidt interim-premier Sophie Wilmès een tijdelijke minderheidsregering met gedoogsteun om de coronacrisis aan te pakken. Deze regering-Wilmès heeft slechts 38 van de 150 zetels in het parlement en haar mandaat loopt op 17 september af.