PlusExclusief
Turkse planoloog vreest te snelle wederopbouw: ‘Met het uit de grond stampen van flats heb je nog geen stad’
Een paar dagen na de aardbevingen in Turkije beloofde president Erdogan de getroffen gebieden binnen een jaar te herbouwen. Grootse woorden, maar wat komt daarvan terecht?
“Ons plan is om binnen een jaar Hatay op te bouwen,” zei de Turkse president Recep Tayyip Erdogan deze maand tijdens een bezoek aan de zwaar getroffen provincie. Een soortgelijke belofte deed hij een paar dagen na de aardbevingen ook al: wederopbouw binnen een jaar, in tien verschillende provincies. Een gigantische klus: het plan om in totaal 650.000 woonunits te bouwen, waarvan de eerste 319.000 al binnen een jaar af moeten zijn.
In korte tijd hele rijen flats uit de grond stampen, laat dat maar aan Erdogan en de aan hem gelieerde bouwbedrijven over. “Als je de mensen en het geld hebt, kan je binnen een jaar een heleboel huizen bouwen,” zegt stedenbouwkundige Akif Burak Atlar in zijn kantoor in Istanboel. “Maar kan je ook een stad opbouwen? Dat is onze zorg.”
Kiezersbeloften
Als bestuurslid van de Kamer van Stedenbouwkundigen kijkt hij naar wat het leven in de stad verder nodig heeft, naast een dak boven het hoofd. ”Je moet nadenken over educatie, gezondheid, recreatie, publieke ruimtes, waar mensen gaan werken, waar mensen hun vrije tijd spenderen.”
Maar er is haast bij. De verkiezingen zijn op 14 mei en beloftes over wederopbouw kunnen kiezers trekken. Het hele aspect van stadsplanning wordt daarbij voor het gemak even overgeslagen, zegt Atlar. “Ze hebben besloten waar ze gaan bouwen, de aanbestedingen gegeven aan bouwbedrijven en waarschijnlijk zijn ze zelfs al begonnen met bouwen.”
Met de kritiek op het bouwbeleid roept de ramp daarom niet alleen verdriet op, maar bij Atlar ook boosheid. “Jarenlang hebben wij gezegd wat de overheid zou moeten doen, maar ze luisteren niet.” Met ‘wij’ verwijst Atlar naar de Kamer van Stedenbouwkundigen en de overkoepelende Turkse Kamer van Ingenieurs en Architecten, afgekort TMMOB.
Land van aardbevingen
Voor de ingenieurs en de architecten waren de aardbevingsmaatregelen altijd al een issue, zegt Atlar. “Turkije is een land van aardbevingen. Dit was niet de eerste en zal niet de laatste zijn.” Vooral sinds 1999 staat dit bij TMMOB op de agenda. In dat jaar kostte een aardbeving in de Marmararegio rondom Istanboel meer dan 17.000 mensen het leven.
Turkije kent sinds 1999 ook strengere bouwvoorschriften. De kennis hoe je aardbevingsbestendig bouwt, is er. Maar waarschuwingen werden genegeerd, er werd niet toegezien op regels en richtlijnen, winst ging boven veiligheid. Sinds de aardbevingen zijn 104 aannemers en 161 inspecteurs gearresteerd, maar Altar wijst ook naar lokale autoriteiten en de centrale overheid in Ankara.
Als voorbeeld beschrijft hij de amnestiewet, waarmee in 2018 meer dan een miljoen illegale gebouwen tegen betaling werden gelegaliseerd. “Zonder naar de staat van de gebouwen te kijken,” zegt Atlar. “In 2018 voerden wij campagne hiertegen. We zeiden toen: deze amnestiewet is een poging tot moord, een misdaad.”
Afgeschilderd als terroristen
Het was aan dovemansoren gericht. “De staat polariseerde de instituties die kritisch waren op de regering, zoals wij, TMMOB. Daarom werden we afgeschilderd als terroristen, als staatsvijanden.”
Een van de bestuursleden van de organisatie, Mücella Yapici, werd vorig jaar veroordeeld tot achttien jaar gevangenisstraf, samen met voormalig stedenbouwkundige Tayfun Kahraman en advocaat Can Atalay, die beiden ook actief waren bij verschillende onderdelen van TMMOB. De aanklacht was hun aandeel in de ‘poging tot het omverwerpen van de regering’.
Deze rechtszaak ging over de Geziprotesten in 2013, die begonnen vanwege het verzet tegen bouwplannen in het Gezipark, gelegen in het centrum van Istanboel. Ook stadsplanner Atlar was daarbij aanwezig. Hij laat foto’s op zijn telefoon zien van Yapici, Kahraman en Atalay, die hij beschouwt als goede vrienden. Hij was zelf ook onderdeel van de rechtszaak, maar werd uiteindelijk niet vervolgd.
Belang van planning
“Over die bouwplannen in het Gezipark: een van onze argumenten om het park te behouden, was dat het in het geval van een aardbeving belangrijk zou zijn als verzamelpunt,” vertelt Atlar.
Atlar geeft toe dat het in de huidige omstandigheden niet makkelijk is om mensen te overtuigen van het belang van planning, onderzoek en analyse. Dat kost tijd, terwijl het voor aardbevingsslachtoffers belangrijk is om zo snel mogelijk weer in een huis te wonen. Maar op de lange termijn is planning cruciaal, zegt Atlar.
Hij noemt het voorbeeld van Antakya, een historische stad die bijna volledig in puin ligt. “Straks heb je grote blokken beton in delen van de stad. Die huizen zijn dan wel sterk genoeg voor een aardbeving, maar heb je dan je stad terug? Of heb je duizenden huizen zonder cultuur, zonder erfgoed en zonder mensen?”