PlusAchtergrond
Het VK ondervindt twee jaar na de brexit vooral hinder van het vertrek uit de EU
De Britten ondervinden twee jaar na de brexit vooral hinder van het vertrek uit de EU. De chaotische uittreding maakt economisch herstel gecompliceerd.
Premier Rishi Sunak mag het hoge circusgehalte van Westminster flink hebben teruggedrongen, het Verenigd Koninkrijk ondervindt nog altijd de naweeën van de ontstane chaos onder zijn voorgangers. De brexit speelt daarin geen hoofdrol, maar vormt wel de achterliggende drijfveer om economisch uiterst risicovolle besluiten te nemen.
Achter de groeiende armoede in het land schuilt de hand van ‘ideologisch rechts’, zo typeerde zakenvrouw en tv-persoonlijkheid Deborah Meaden in een opiniestuk in The Times de rode draad van de Britse regering sinds het EU-referendum in 2016. Onder druk van voorname hardliners, worden in haar ogen structureel onverantwoorde beslissingen genomen. Het voornemen van Sunak om eind dit jaar alle EU-wetten te schrappen of aan te passen, sluit hier naadloos op aan.
‘Een obscene verspilling van waardevolle en zeer beperkte budgetten en middelen,’ noemde Meaden de zogenaamde Retained EU Law Bill. Bijna vierduizend wetten moeten door ambtenaren met een stofkam worden doorgenomen. Ministers kunnen volgens haar achter gesloten deuren zonder democratische controle aanpassingen doorvoeren. ‘Alles wat een bedrijf nodig heeft om te falen,’ concludeerde ze.
Haar kanttekeningen tegen het voornemen van Sunak om deze wens van brexiteers zo snel mogelijk van kracht te laten worden, staan niet op zichzelf. Een boerenvakbond liet weten in theorie voor zo’n ‘vreugdevuur van EU-wetten’ te zijn, maar tegen overhaaste actie. “Dat zou een al onzeker zakelijk klimaat kunnen verergeren,” stelde een zegsman. Het House of Lords, de Britse Eerste Kamer, deelt deze mening en gaat aandringen op uitstel.
Instabiliteit
Make UK, een belangenorganisatie van fabrikanten, schetste deze week de noodzaak voor politici om populistische maatregelen in een la op te bergen. Meer dan de helft van de leden denkt dat de instabiliteit van Westminster het vertrouwen in de economie beschadigt. 43 procent van hen meent dat het Verenigd Koninkrijk minder aantrekkelijk voor buitenlandse investeerders is geworden. Intenties om te investeren zijn voor het eerst negatief.
De brexit bezorgde bedrijven al moeilijkheden. Procedures rond de invoer van grondstoffen en materialen zorgen voor vertragingen, terwijl hoge transportkosten en de problemen rond visums voor Europese werknemers de situatie verder compliceren. De oorlog in Oekraïne, waardoor de energiekosten blijven stijgen, vormt het grootste struikelblok. Directeur Stephen Phipson van Make UK wees ook de Britse politiek aan als hinderlijke ballast.
Onder premier Boris Johnson vochten partijleden van de Conservatieve Partij elkaar de tent uit. Na zijn ontslag volgde Liz Truss een kamikazestrategie. In plaats van de markten te kalmeren, introduceerde ze een desastreuze begroting. De pond kelderde, de inflatie reikte tot boven de 11 procent en de hypotheekrentes groeiden exponentieel. Truss werd afgezet, maar het Verenigd Koninkrijk kwam door haar korte ambtstermijn in onnodig financieel zwaar weer terecht.
Rishi Sunak nam haar plek over, maar zat met een vervelende erfenis opgescheept. In de peilingen staat de Conservatieve Partij er slecht voor. Kiezers die in 2019 massaal op Boris Johnson stemden door de beloofde horizonnen van de brexit, raken gedesillusioneerd. Om Labour uit Downing Street 10 te houden, probeert Sunak deze ‘Leavers’ voor zich terug te winnen met vlot klinkende plannen als het verbranden van de EU-wetten.
Een onderzoek van opiniepeiler YouGov maakte duidelijk dat de burgers zich niet meer zo makkelijk een worst laten voorhouden. Ruim een derde van de Leave-stemmers gelooft dat de brexit slecht voor de economie is, terwijl meer dan de helft nauwere banden met de EU wil. De Conservatieve Partij, die de brexit onderdeel van haar identiteit heeft gemaakt, zit in een spagaat.
Voedselbanken
Voor gewone Britten telt de filosofie achter de uittreding nauwelijks meer. Het Office for National Statistics rekende voor dat eten onbetaalbaar wordt. Pasta (36,8 procent), boter (28,4 procent) en bloem (30,1 procent) zijn enkele van de producten waarvoor consumenten meer uitgeven. Steeds meer mensen moeten aankloppen bij voedselbanken. De pandemie en de invasie van Rusland raakten Europa ook, maar de brexit maakt de nood in het Verenigd Koninkrijk hoger.
‘De brexit heeft de economische prestaties van het land significant verslechterd,’ begon een artikel in de Financial Times waarvoor economen werden geraadpleegd. Het Office for Budget Responsibility, de fiscale waakhond, schat de schade op jaarbasis in op 4 procent. Voormalig gouverneur Mark Carney van de Bank of England maakte dit tastbaar. “In 2016 was de Britse economie 90 procent van die van Duitsland,” zei hij. “Nu is dat minder dan 70 procent.”
De City of London, het financiële district in de hoofdstad, beschikt niet meer over de grootste beurs van Europa. Parijs heeft de koppositie overgenomen. Hoewel Londen volgens het Global Financial Centres Index de meest aantrekkelijke vestigingsplaats blijft, geeft het een indicatie van de verschuivingen. Op weinig vlakken heeft de brexit een aantoonbaar positief effect. En de kapiteins op het schip, de afwisselende premiers, tonen zich weinig koersvast.
Dieperliggend probleem
De waarschuwingen van Make UK en Deborah Meaden wijzen op een dieperliggend probleem, waarop de EU achter de schermen al inspeelt. Zolang het Verenigd Koninkrijk in de greep zit van een aan brexit verslaafde regeringspartij, blijft de economische onzekerheid door etteren. Het is een publiek geheim dat Europese leiders en functionarissen met Labourleider Keir Starmer spreken over zijn plannen als toekomstig premier.
Starmer zal het EU-referendum niet proberen terug te draaien, maar hij is niet vastgeklonken aan de rigide filosofie van de brexiteers. Nu de bedelstaf voor vele Britten een realiteit begint te worden, is het geen wonder dat Labour volgens polls een verkiezingszege (in 2025) niet kan ontgaan. Nu de portemonnee steeds leger wordt, neemt het pragmatisme toe. De schade moet worden beperkt, niet verergerd door ‘ideologisch rechts’.