PlusExclusief
Geknakt door vreemdelingenhaat: familie van vermoorde Congolees wil weg uit Brazilië
De familie van Moïse Kabagambe, een Congolees die op 24 januari werd vermoord in Rio de Janeiro, wacht op gerechtigheid. Daarna willen ze Brazilië zo spoedig mogelijk verlaten.
Het woord kiosk kan hij niet meer horen. Naar het strand wil hij voor geen goud. En als de moordenaars van zijn broer Moïse zijn veroordeeld, wil Djodjo Kabagambe (22) met zijn moeder en twee broers zo snel mogelijk Brazilië verlaten.
Kabagambe is gebroken, sinds zijn broer eind januari op gruwelijke wijze om het leven werd gebracht. Moïse werkte voor een strandtent – in Rio kiosk genoemd – in de buitenwijk Barra da Tijuca in het westen van Rio. Toen hij zich daar meldde om achterstallig loon te vragen, werd hij door een drietal mannen met stokken en knuppels vastgebonden en in elkaar geslagen, zodanig dat hij aan de verwondingen bezweek. Een van de daders probeerde hem nog te reanimeren toen hij in de gaten had wat voor ravage hij en zijn kornuiten hadden aangericht, maar het was al te laat.
‘Wij willen niet werken op de plek waar mijn broer is vermoord’
Kort na de moord werd er bij de strandtent een grote protestbijeenkomst gehouden, uit ontzetting en verontwaardiging over het buitensporige geweld en het racisme en de vreemdelingenhaat die eraan ten grondslag lagen. De gemeente haastte zich om de familie Kabagambe de strandtent aan te bieden waar het allemaal gebeurd was, als genoegdoening en als symbool voor het feit dat met racisme moet worden afgerekend. Het leek er even op dat de familie het een goed idee vond.
Maar gevraagd naar hoe dat zit, schudt Djodjo Kabagambe beslist zijn hoofd waarop zijn dreads kunstig in een knot zijn verweven. “Wij willen niet werken op de plek waar mijn broer is vermoord. Wat we willen is een huis waar we kunnen wonen zo lang we nog in Brazilië zijn.”
Djodjo doet zijn verhaal vlak bij het metrostation van de wijk Botafogo, waar treinen over de rails denderen, taxichauffeurs laatste nieuwtjes uitwisselen, en waar straatverkopers en bedelaars proberen aan wat geld of eten te komen. Het lijkt allemaal onwerkelijk voor de jonge Congolese immigrant, die op elfjarige leeftijd met zijn familie aankwam op zoek naar een veilig leven, weg van de oorlog in zijn thuisland.
Lastiggevallen door de politie
In de buurt van het metrostation heeft Djodjo met zijn moeder en broers inmiddels zijn intrek genomen in een hotel, uit veiligheidsoverwegingen. “Een ngo betaalt ons verblijf.” Uit de kringen van de daders zijn bedreigingen gekomen. De familie vreest de invloed van gewapende milities, die een sterke aanwezigheid hebben in het deel van de stad waar de strandtent ligt, en die volgens geruchten ook een sterke vinger in de pap hebben in het beheer van de strandtenten.
Op een persconferentie vlak na de noodlottige gebeurtenissen verklaarde Djodjo Kabagambe dat de familie werd lastiggevallen door politiemensen toen ze bij de strandtent erachter probeerde te komen wat er was gebeurd.
Die reactie, na het lynchen van zijn broer, heeft Kabagambe nog eens met de neus op de feiten gedrukt: het leven van een zwarte vreemdeling is in Brazilië minder waard dan andere levens. Ook agressie tegen zwarte Brazilianen is dagelijks in het nieuws – of het nu de politie is die er in de favela’s op losschiet, of de bewaker van een flatgebouw die de zwarte bezoeker voor een dief aanziet en een kogel afvuurt – maar Congolezen en andere zwarte vluchtelingen lijken nog een treetje lager te zitten. Ze voelen zich behandeld als het vuil van de maatschappij.
“Zonder twijfel,” antwoordt advocaat Rodrigo Mondego, die de familie Kabagambe bijstaat, op de vraag of zwarte vluchtelingen en immigranten slechter worden behandeld dan zwarte Brazilianen. “Want behalve het racisme komt daar ook nog de vreemdelingenhaat bovenop. Mensen die illegaal in Brazilië verblijven, zijn nog eens extra kwetsbaar.” De Kabagambes zijn in Brazilië wel erkend als vluchtelingen.
Alles is vastgelegd op beveiligingscamera's
Er zitten inmiddels drie mannen vast die ervan worden verdacht Moïse te hebben vermoord. Naar zeker drie anderen wordt nog gezocht. Volgens advocaat Mondego gaat het om mensen die niet direct bij het geweld betrokken waren, maar die bijvoorbeeld hebben nagelaten om tussenbeide te komen of hulp te zoeken. Terwijl de daders op Moïse Kabagambe insloegen, ging de bedrijvigheid van de strandtent gewoon door. Alles is vastgelegd op beveiligingscamera’s die aan de strandtent hingen.
Djodjo is inmiddels klaar met de kilte van de Braziliaanse samenleving. Hij werkte als keukenhulp in een restaurant en zijn moeder was kapster. Ze vroegen allebei om een paar weken verlof om de gruwel van de gebeurtenissen te boven te komen. “We hoeven allebei niet meer terug te komen,” zegt hij met woede in zijn stem. “Als de daders veroordeeld worden, hebben we rust. En dan willen we naar ergens zo ver mogelijk hier vandaan.”