PlusReportage
De ‘Dwaze Moeders’ groeiden uit tot een wereldwijd begrip – en zijn Nederland dankbaar
Al 46 jaar eisen de Moeders van de Plaza de Mayo duidelijkheid over hun kinderen, die verdwenen tijdens de Argentijnse militaire dictatuur. Ze worden oud, maar blijven strijdbaar. ‘We geven onze kinderen niet op.’
Een spierwitte Mercedesbus glijdt langzaam het bloedhete plein op het roze presidentiële werkpaleis aan is gevestigd. ‘Tot de overwinning erop volgt, lieve kinderen’ staat op de zijkant van het voertuig, dat met slechts twee bezette plekken angstvallig leeg is. Buiten wachten pakweg honderdvijftig aanwezigen de hoofdrolspeelsters op. Ze klappen en scanderen liefdevolle leuzen voor Carmen (81) en Pina (91), die vastberaden te voet en per rolstoel de bus uit komen, hun vuisten gebald.
De Moeders van het Plaza de Mayo zijn een begrip. Wereldwijd, maar ook zeker in ons land. Het is vandaag voor de 2235e keer dat zij bijeenkomen in Buenos Aires. Dat begon op 30 april 1977. Naar schatting dertigduizend mensen verdwenen tijdens de militaire dictatuur in Argentinië (1976-1983). Een aantal moeders van wie hun zoon of dochter was verdwenen, kwam op Plaza de Mayo samen om opheldering te eisen over hun lot.
Met gevaar voor eigen leven. De staat van beleg was van kracht, dus protesteren of samenscholen mocht niet. Getooid met witte hoofddoeken en opgejaagd (‘marcha, marcha’) door de ordetroepen van generaal Jorge Videla begonnen zij dan maar rondjes te lopen. Dat mocht wel. Elke donderdag, klokslag half vier.
“De regering noemde ons de dwaze moeders, want er was helemaal niemand verdwenen, aldus de autoriteiten. Dus alsof wíj gek waren,” vertelt Carmen. De vrouwen waren radeloos geworden door het repressieve regime dat hen bovendien intimideerde tijdens hun bijeenkomsten. Sommige Moeders werden opgepakt en een paar uur vastgezet in een cel met een dood lichaam.
Tekst gaat verder onder de foto.
Nederlandse journalisten
Tijdens het WK voetbal in 1978 in Argentinië kwamen ze in contact met Nederlandse journalisten, die de wanhopige vrouwen interviewden en hun noodkreet met de wereld deelden. “Wij zijn hen voor eeuwig dankbaar. Het heeft ons heel erg geholpen. Hier schreven media alleen maar dat wij gek waren. Maar dankzij de Nederlanders wist de wereld tenminste wát die dwaze moeders zochten: hun eigen kinderen,” zegt Carmen. In Nederland werden inzamelingsacties gehouden en de Moeders werden wereldwijd uitgenodigd om hun verhaal te delen.
Het is dit jaar veertig jaar geleden dat Argentinië weer een democratie kreeg. ‘De liefde is sterker dan de haat,’ staat op het spandoek waar Carmen achter loopt. Terwijl de stoet volop zingt, lijken haar gedachten af te dwalen – ongetwijfeld naar haar jongste broertje Ángel, die als student geneeskunde op 17 mei 1977 op klaarlichte dag werd meegenomen. “Hij was politiek actief en we wisten dat hij een risico liep. Er is nooit meer iets van hem vernomen.” Al een paar weken na zijn verdwijning liepen Carmen en haar moeder mee op de donderdagen.
Sinds 2017 is Carmen officieel een Moeder. De organisatie gaf haar de hoofddoek om als ‘jonkie’ het verhaal door te kunnen blijven vertellen en om de ‘oudjes met gezondheidsklachten’ te helpen, glimlacht Carmen voorzichtig. Op dit moment heeft de groep nog vijf Moeders in Buenos Aires en drie in de rest van het land. Hun leeftijd en geheugen maken het lastig om het verhaal nog coherent aan de wereld te kunnen vertellen of om fysiek aanwezig te zijn, zo laat een woordvoerder weten. De 81-jarige Carmen is de enige die nog – hetzij sporadisch – met media praat.
Het vastknopen van de hoofddoek (‘Ik strijk ‘m elke week’) blijft een beladen moment. Carmen zingt niet mee, terwijl ze loopt. “Zodra ik de hoofddoek op heb, krijg ik geen klank meer uit mijn mond. Zo emotioneel ben ik. Al die herinneringen die terugkomen. Tegelijkertijd voel ik een rust over mij heen, omdat ik weet dat we alles hebben gedaan wat we konden en nog kunnen. We geven onze kinderen niet op. Onze strijd heeft geen houdbaarheidsdatum.”
Tegen politiek aan
Maar de dag dat de Moeders er niet meer zijn komt steeds dichterbij. De naam van de organisatie zal intact blijven en ze zetten de politieke strijd van hun vermiste kinderen voort, verzekert Carmen. De jongeren nemen het over. Hun maatschappelijke organisatie schurkt tegen de politiek aan. Niet zelden laat de organisatie zich uit over politiek beladen kwesties en zet zij – met wisselend succes – sociale programma’s op.
De thema’s veranderen door de tijd heen, de rode lijn blijft hetzelfde. “Een revolutionair is iemand die ’s ochtends opstaat en denkt: wat ga ik vandaag voor de ander doen? We vechten voor een mooier Argentinië met minder armoede. Dat de dromen van de minderbedeelden maar mogen uitkomen,” zegt Carmen gedecideerd.
Dat onder meer Fidel Castro, Evo Morales en Hugo Chávez met hen meeliepen, illustreert hun internationale status. Kritiek is er ook, maar die richtte zich met name op de vorig jaar overleden en controversiële Hebe de Bonafini, die als hardliner geregeld fel van zich af beet over het, in haar ogen, kwaad van het kapitalisme. “Met haar in gedachten zetten wij de strijd voort,” zegt Carmen terwijl zij pamfletten signeert en op de foto gaat met aanhangers van de Braziliaanse president Lula. “Want de enige strijd die je verliest, is de strijd die je opgeeft.”
“Het Videla-regime wilde dat wij zouden stoppen,” vervolgt ze. “Maar niemand had toch ooit kunnen bedenken dat een groep van voornamelijk huisvrouwen zo sterk zou zijn en al die dingen zou bereiken? Individueel kun je weinig tegen een dictatuur doen. Maar onze kracht zit ’m in de continuïteit en het samenkomen, tot op de dag van vandaag.”