Plus
Zo overspeelde showman Louis van Gaal zijn hand voor het duel van Oranje met Lionel Messi
Vier weken lang zorgde Louis van Gaal voor vermaak, ergernis, boeiende tactische verhandelingen, psychologische ‘mind games’ en volkstheater. Het eindigde in het Lusail Stadion tegen Argentinië, waar Lionel Messi met een venijnig handgebaartje duidelijk maakte dat de Nederlandse bondscoach niet zoveel ‘praatjes’ moest hebben. Wat ging hier mis?
Het is dinsdagmiddag, het waait op het terras van het St. Regis Hotel in Doha. Voor Qatarese begrippen is het tamelijk bewolkt, de wind waait schuin vanaf de Perzische Golf, waardoor het kapsel van Louis van Gaal een klein beetje meedeint.
De bondscoach van Oranje is aan zijn laatste interview van de dag bezig. NOS-verslaggever Jeroen Stekelenburg is door de zeewind soms wat lastig te verstaan voor Van Gaal, waarop de coach soms iets voorover leunt om de vraag goed te verstaan.
“Messi doet mee,” zegt Stekelenburg. “Is hij alleen een gevaar, of is hij ook een mogelijkheid voor jullie?”
Van Gaal draait even zijn hoofd weg richting het water om na te denken. De bondscoach vindt het ‘een heel slimme vraag’, zegt hij, ja, dat moet hij ‘eerlijk zeggen’. Daarna roemt hij eerst uitvoerig de buitengewoon ‘creatieve kwaliteiten’ van Messi. “Maar aan de andere kant speelt hij bij balbezit tegenstander niet erg veel mee,” zegt Van Gaal. “Dus daar liggen ook onze kansen.”
Meteen daarna neemt de bondscoach van Oranje uitgebreid de tijd om de ‘grote Messi’ te roemen als de topspeler die hij al zo lang is, onder zo’n grote druk. Maar, vraagt Stekelenburg, is hij nog steeds de beste speler ter wereld? Van Gaal stelt dat je appels niet met peren kunt vergelijken, en dat het eraan ligt hoe je specifieke posities met elkaar vergelijkt. “En hij vult zijn positie heel anders in dan ik zou willen van míjn nummer 9.” De trainer glimlacht breeduit om zijn eigen antwoord.
Dus je zou zelf liever een teamspeler willen, concludeert Stekelenburg, maar de vraag gaat half verloren in de wind. “Ja,” zegt Van Gaal. “Ik zou hem eerder op ‘tien’ zetten.”
Opgewekt
Het is drie dagen voor de wedstrijd tegen Argentinië. De spelers van het Nederlands elftal hebben de maandag ervoor vrijaf gekregen, om even wat te gaan eten met hun familie of partner, en gezamenlijk hebben ze een boottocht gemaakt. Van Gaal is in een opgewekte stemming.
Perschef Bas Ticheler heeft een zogenoemde ‘tafeltjesdag’ opgetuigd voor de Nederlandse media in Qatar, een paar uurtjes waarin de pers niet alleen met de spelers kan praten in een relatief ontspannen setting, maar ook met de bondscoach. In de ochtend is een koffiehoek ingericht op de benedenverdieping van het luxueuze St. Regis Hotel, in de rustige Sarab Lounge.
Van Gaal gaat er nog eens uitgebreid in op de speelwijze, op de voetbaltechnische trends op dit WK, op de kritiek vanuit Nederland dat het spel van Oranje te saai zou zijn. “Brazilië speelt net zoals wij,” zegt de bondscoach onder andere. Niet puur qua systeem misschien, wel qua uitgangspunten: vanuit een compacte organisatie spelen op de ‘omschakeling naar balbezit’. “Of counters, zoals jullie dat noemen,” aldus Van Gaal, het woord ‘counters’ uitsprekend alsof het bedorven witlof betreft.
Feitelijk doen vrijwel alle landen dat op dit toernooi, ziet de bondscoach. Daarom zijn de verschillen tussen de teams ook vaak zo klein.
We-reld-kampioen
Het betoog van Van Gaal past in een groter geheel. De Nederlandse bondscoach is al bijna anderhalf jaar bezig met zijn grote missie: zijn spelers overtuigen van dat ene grote doel. Het kán, benadrukt Van Gaal voortdurend: we-reld-kampioen worden. Het kan écht.
Als bij zijn spelers voor het eerst bekend wordt dat de bondscoach prostaatkanker heeft, eind 2021, krijgt hij veel appjes van internationals. Zijn antwoord komt meestal op hetzelfde neer. “Bedankt,” stuurt de bondscoach terug, onder anderen naar Steven Berghuis. “Ik hoop dat je er klaar voor bent om wereldkampioen te worden.”
Dat is niet slechts amateurpsychologie. Van Gaal ziet vanaf zijn aanstelling in het najaar van 2021 oprecht mogelijkheden met dit Oranje. In het internationale landenvoetbal zijn de verschillen tussen de toplanden erg klein. Op een eindtoernooi draait alles om details, weet Van Gaal uit ervaring.
Op het WK van 2014 in Brazilië is dat nadrukkelijk gebleken, met een spelersgroep waar op voorhand haast niemand in Nederland wat in zag, voor een groot gedeelte bestaand uit modale of nog onervaren eredivisiespelers.
Zijn huidige team heeft ‘gemiddeld genomen’ méér kwaliteit dan destijds, zegt Van Gaal geregeld tijdens de kwalificatiereeks en rond de Nations League-duels van Oranje. Het elftal van 2014 had wel meer creatieve spelers van internationaal topniveau, zegt de bondscoach er dan bij, doelend op met name Arjen Robben, Robin van Persie en ook Wesley Sneijder.
Maar qua professionaliteit, qua leeftijdsopbouw, qua onderlinge verhoudingen en qua defensief toptalent vindt Van Gaal dit Oranje beter. “Daarom denk ik ook dat we verder kunnen komen.”
Toch zijn er ook veel zorgen richting het WK in Qatar. Er is amper voorbereidingstijd. Sleutelspelers zoals Frenkie de Jong en vooral Memphis Depay spelen bij FC Barcelona minder vaak dan hen lief is – of zelfs helemaal niet. Aanvoerder Virgil van Dijk kent bij Liverpool voor het eerst in jaren een mindere periode. De spelers van Ajax, onder wie Steven Bergwijn, Jurriën Timber, Steven Berghuis, Davy Klaassen en Daley Blind, worstelen bij hun club al maanden met dips of regelrechte vormcrises. Een onomstreden topkeeper heeft Oranje ook al niet.
Maar vanaf maandag 14 november wil Van Gaal dat nog amper horen of benoemen. Die dag krijgt de bondscoach in Zeist zijn spelers bij elkaar, daags voor vertrek naar Doha. De negativiteit en twijfels moeten er zo snel mogelijk uit bij Oranje. Alle 26 internationals moeten hetzelfde geloof blijven koesteren, hetzelfde doel. Juist een elftal dat aanvallend weinig individuele topkwaliteit heeft, zal het in Qatar boven alles van teamspel én teamgeest moeten hebben.
Van Gaal probeert die overtuiging voortdurend te beïnvloeden. Naar buiten toe, maar ook in de beslotenheid van het spelershotel en het trainingsveld van de Qatar University. Ondanks zijn leeftijd wil Van Gaal een moderne leider zijn, die een warme omgeving creëert voor zijn spelers, juist in een tijd van groeiend individualisme en voortdurende controverse. De strenge, compromisloze coach van vroeger is vaderlijk en zachter geworden. Dat kan ook, vindt Van Gaal, want deze spelersgroep is van zichzelf uiterst professioneel en verantwoordelijk.
Van Gaal is scherp en glashelder op het trainingsveld en in besprekingen, zoals altijd, maar warm en hartelijk daarbuiten. Tijdens de gezamenlijke boottocht op de Perzische zee, ruim 24 uur na de 3-1 zege op de Verenigde Staten, zit Van Gaal stralend te genieten van de ‘rampestampmuziek’ van zijn spelers. Hij geeft ze alle ruimte om in groepjes te bidden, spelletjes te spelen of te ontspannen op hun kamers. Daags na elke wedstrijd zijn de vrouwen, kinderen en familieleden welkom bij Oranje.
Negativisme
Maar het blijkt nog niet zo eenvoudig om negativisme en twijfels buiten de deur te houden. Het spel in de groepsfase is ronduit matig. In Nederland wordt er door analytici en het publiek volop geklaagd over het gebrek aan vermaak, over het niveau van Oranje tegen tamelijk matige tegenstanders.
Van Gaal doet er alles aan dat sentiment buiten de deur te houden, of op zijn minst de aandacht af te leiden. Het recept is beproefd: de bondscoach gaat zelf voor de troepen staan. De Grote Van Gaal-show verovert Qatar. Elk persoptreden is een belevenis, zo merkt ook de internationale pers. Hij knuffelt een jonge verslaggever uit Senegal, kust Denzel Dumfries op de wang, strooit met serieuze voetbalverhandelingen en koddige oneliners: “I believe that we can come an end.”
Hij erkent dat het spel aan de bal veel beter moet, maar probeert dat ook logisch te verklaren: Oranje is een team dat in de groepsduels éérst topfit moet worden, daarbij verwijzend naar topscorer Memphis Depay. Vervolgens moet de matige vorm van individuele spelers stap voor stap gaan groeien richting de beslissende fase van het toernooi.
Van Gaal tracht dat voortdurend uit te leggen, maar verzandt óók geregeld in irritaties en individuele ruzietjes. Als het verre verleden van Oranje steeds opnieuw ter sprake komt, tot 1974 aan toe, moet de bondscoach zich keer op keer verbijten. Hoewel zijn vrouw Truus en perschef Bas Ticheler hem dat steeds opnieuw afraden, laat hij zich toch vaak verleiden tot persoonlijke oorlogjes met één of twee steeds dezelfde verslaggevers.
Wel slaagt Van Gaal er grotendeels in zijn spelers te beschermen. Als het over de behoudende speelwijze gaat, weigert de bondscoach op de gebrekkige kwaliteiten in het voorste deel van zijn elftal te wijzen.
Nota bene al zijn aanvallende middenvelders en spitsen mislukten in de Premier League, in veel gevallen bij modale clubs. De overige aanvallers zijn jong, met vrijwel uitsluitend eredivisie-ervaring. De enige aanvaller die bij een Europese topclub speelt – Depay – is net terug van een blessure en heeft totaal geen ritme.
Maar in plaats van die overduidelijke tekortkomingen steeds onomwonden te benoemen, wijst Van Gaal op de ‘evolutie’ van zijn voetbalfilosofie – en op de ontwikkeling van het topvoetbal in het algemeen. De ruimtes zijn veel kleiner, doceert Van Gaal keer op keer in Doha, er is véél meer druk op de bal, élk team probeert vanuit een compacte organisatie naar ruimtes te zoeken. Soms is hij geduldig in die discussies over het spel, dan weer geërgerd.
Maar niets mag raken aan het heilige, nog steeds groeiende geloof binnen de spelersgroep.
Want juist in de aanloop naar de kwartfinale tegen Argentinië groeit ook het vertrouwen. Het spel mag dan verre van spectaculair zijn, veel gaat exact volgens plan. Doelman Andries Noppert is van een antiheld uitgegroeid tot een prima Oranjekeeper. Depay wordt steeds fitter. Defensief geeft het Nederlands elftal vrijwel niets weg – en in balbezit wordt het stilaan beter, met de schitterende ‘teamgoal’ tegen de Verenigde Staten als bewijs.
Van Gaal en zijn staf zien mogelijkheden tegen Argentinië, óók in het bespelen van Messi. Dat blijkt nog maar eens in hetzelfde interviewtje met de NOS op dinsdagmiddag. Helemaal aan het eind van het gesprekje laat Van Gaal zich nog ontvallen dat Messi in de halve finale van 2014 ‘geen bal’ heeft geraakt. “We willen revanche nemen,” zegt hij ook nog.
Als de bondscoach twee dagen later ook de internationale pers toespreekt in het grote mediacentrum van Doha, is hij in een uitgelaten stemming. De enorme zaal is afgeladen: veel buitenlandse journalisten moeten noodgedwongen buiten meeluisteren, wanneer Van Gaal de ene na de andere oneliner de wereld in slingert. Het is vooral volkstheater: de bondscoach brengt Depay aan het schaterlachen als hij vertelt dat ze elkaar tegenwoordig ‘op de mond zoenen’. Van Gaal vindt dat hij er op 71-jarige leeftijd nog uitziet ‘als God’.
De ik-vorm is bij Van Gaal weer alomtegenwoordig, maar over Messi en Argentinië zegt hij niks opmerkelijks of potentieel provocerends. De beleefdheid regeert. Van Gaal is daar steeds zo consequent mogelijk in geweest: niets zeggen wat de tegenstander kan helpen. Geen woord over de opstelling, nooit uitweiden over strategische details. Het kost hem soms moeite.
Zeker wanneer hij voetbalinhoudelijke zaken wil uitleggen, ook aan de internationale pers, als een soort voetbaldominee op afscheidstournee. Als hij gevraagd wordt naar de voorbereiding van Oranje op strafschoppen, legt Van Gaal nog eens uit dat hij ‘een klein plusje’ heeft geprobeerd te halen ten opzichte van de Argentijnen.
Wat hij niet weet, is dat zijn collega Lionel Scaloni en zijn stafleden dan al waardevol voorwerk hebben gedaan, al is het maar in mentale zin. Het zeven minuten durende interviewtje dat Van Gaal dinsdag aan de NOS gaf, is niet alleen in de Argentijnse media verschenen, óók in het kamp van Messi & co.
De vertaling is opgediend in partjes, soms vakkundig uit verband getrokken, maar het zijn genoeg partjes om de Argentijnen in een vechtmodus te krijgen. Messi die niet meedoet bij balverlies? Geen teamspeler? Geen bal geraakt in 2014? Nederland beter in strafschoppen dan Argentinië?
Op vrijdagavond 9 december in het Lusail Stadion speelt Messi zijn beste wedstrijd van het WK tot nu toe, zichtbaar actiever dan hiervoor, óók in situaties zonder bal. Zijn assist bij de 1-0 is weergaloos, zijn strafschop na rust overtuigend. Het duel ontaardt daarna in een meeslepend gevecht, ronduit ordinair soms, maar dankzij Van Gaals ‘plan B’ en Wout Weghorst wordt het een ongelooflijk spektakelstuk: 2-2.
Als Argentinië na strafschoppen even later alsnog wint, staat keeper Emiliano Martinez briesend voor de camera. “In het voordeel bij penalty’s? Hun bondscoach moet niet zo’n grote mond hebben,” zegt de doelman. Messi heeft dan al als een asociale straatvechter voor Van Gaal gestaan, een giftig handgebaartje makend naar een verbouwereerde Nederlandse bondscoach.
“Niet zoveel praatjes, trainer,” gebaart de vedette, met vuur in de ogen.
Het is het slotstuk van een wekenlange mediashow die de wereld veroverde. Van Gaals mediaoptredens boeiden, irriteerden en inspireerden. Maar de coach die elk detail op orde wilde hebben, zowel binnen Oranje als richting de boze buitenwereld, overspeelde daarbij óók zijn hand.
De Van Gaal-show had boven alles zijn eigen spelers moeten helpen, maar het triggerde uitgerekend Lionel Messi. Precies de verkeerde.