Plus
Vijf keer goud voor Team Zaanlander, maar ‘we zijn nog niet in vorm’
Met nationale titels op de massastart en de langste twee afstanden bij de mannen én de vrouwen, met ook nog eens twee baanrecords door Irene Schouten, was Team Zaanlander dé ploeg van het weekend. Schouten: ‘Dat we nu hier die tijden rijden, verbaast mij wel.’
“Weet dat het NK niet zo belangrijk is. Je zult hier geen supertijden rijden,” had coach Jillert Anema een paar weken geleden gezegd tegen Irene Schouten (29), zijn kopvrouw bij Team Zaanlander. Maar gisteravond ging één schaatsster met drie titels naar huis: Schouten. Ze had daarnaast ook nog eens twee nieuwe baanrecords op haar naam gezet.
Het verbaasde Schouten, wereldkampioene op zowel de 3000 meter als de ploegenachtervolging. Ze traint al jaren bij Anema; nooit is zijn team in het voorseizoen al in topvorm. Bovendien hadden ze nog hard doorgetraind en stonden ze dit seizoen relatief laat op het ijs. Maar teamgenoot Jorrit Bergsma won vrijdagavond al met overmacht de 5000 meter en deed twee dagen later hetzelfde op de 10 kilometer. En Schouten zette de concurrentie op nog grotere afstand op de 3000 en 5000 meter, in tijden op zo’n halve seconde van het nationaal record. “We zijn nog niet in vorm,” zei assistent-trainer Arjan Samplonius na afloop. “We rijden goed, we schaatsen goed, maar we zijn er nog niet.”
Dat was ook zijn antwoord toen Schouten hem eerder in het weekend bezorgd vroeg of ze niet te vroeg piekten, of alles wel klopte? “Arjan zei: ‘Jullie schaatsen technisch gewoon goed.’ Iedereen van ons team schaatst goed. Dat we nu hier die tijden rijden, verbaast mij wel,” zei Schouten gisteren.
Grote doelen
Anema wilde bij de NK afstanden zes titels winnen, het werden er vijf. Van de twaalf beschikbare nationale titels in Heerenveen gingen er ook vijf naar Jumbo-Visma, waarvan twee naar sprinter Kai Verbij. Worldstream-Corendon haalde met Jutta Leerdam twee keer goud op de kortste afstanden.
In een olympisch schaatsseizoen is vroege vorm gevaarlijker dan ooit, tegelijkertijd is het van groot belang. Niemand wil te vroeg pieken, om later in het seizoen nergens meer te zijn. Aan de andere kant wil iedereen bij de seizoensopening de wereldbekertickets veiligstellen en vertrouwen opdoen. Bergsma: “Ik ben heel blij met dit weekend, titels zijn altijd bijzonder. Maar ik moet mijn kop er wel bijhouden, de grote doelen liggen later dit seizoen.”
Uiteindelijk draait het om het olympisch kwalificatietoernooi, eind december. “Het eerste gewin is kattengespin,” riep Anema ook. Oftewel: de eerste winst houdt geen stand. Hij verklaarde het grote verschil met concurrenten als Patrick Roest en Sven Kramer als het spelen van verstoppertje. “Absoluut. Soms weet je al in trainingen: die kun je nu toch niet hebben, daar gaan we ons niet stuk op rijden, we rijden gewoon een degelijke rit.”
Want, zei de coach zondagavond in de catacomben van Thialf: “Wat heb ik nou aan titels? Morgen beginnen we weer op nul. Titels zijn mooi, maar wat doet de schaatser nu met die resultaten? Daar ligt meteen de bezorgdheid.”
‘Een keer een marathon kan geen kwaad’
Schaatser Sven Kramer verraste zaterdag door te starten bij de schaatsmarathon in Enschede. Hij had eerder op vrijdag de vijfde tijd neergezet op de 5000 meter, maar bleef ver van de toptijd van 6.07,30 van winnaar Jorrit Bergsma. Hij koos om ‘een stap van het gebaande pad te nemen,’ legde trainer Jac Orie van Jumbo-Visma uit. De keuze om Kramer de marathon te laten rijden was zijn idee. “We nemen er ook een risico mee. Ik weet niet hoe zijn rug zich zal houden, maar als we geen risico’s durven te nemen wordt winnen heel lastig.”
Kramer reed de wedstrijd in Enschede zaterdagavond uit. Orie: “Hij had wel last van een vermoeide rug. Dat is logisch, want hij is dat niet gewend, maar het viel in ieder geval niet verkeerd.” Nu is het volgens de coach afwachten hoe de reactie is in de rest van de week.
Kramer plaatste zich voor de wereldbekerwedstrijden op de 5000 meter met zijn vijfde tijd van vrijdag, omdat Jorrit Bergsma en Patrick Roest, die al zeker waren van een startbewijs, eerste en tweede werden op de 10 kilometer. De 35-jarige Fries had zich zondagochtend zelf afgemeld voor de 10.000 meter. Hij is volgens Orie wel van plan om te starten op de wereldbekerwedstrijden.