Van Aert brengt de lach terug bij Jumbo-Visma
De hele ploeg lag in de kreukels, maar woensdag gaven Wout van Aert en Jonas Vingegaard op de Mont Ventoux Jumbo-Visma weer kleur.
Op het moment dat op het erepodium Wout van Aert zijn Belgische fans oproept nog harder voor hem te juichen, remt Steven Kruijswijk iets verderop af voor een omhelzing met zijn coach Merijn Zeeman. “Hèhè,” zegt Kruijswijk met een lach op zijn gezicht. “Deze hadden we even nodig.”
Kruijswijk verwoordt wat iedereen in de ploeg voelt. In Malaucène, aan de voet van de Mont Ventoux, slaat het gemoed van het vorige week zo geknakte wielerteam Jumbo-Visma in één keer om. De lach is terug. Van Aert wint de etappe met daarin twee keer de Mont Ventoux en Jonas Vingegaard laat zien dat hij in staat is de leider in de wedstrijd aan te vallen.
Vandaar dat de vreugde bij de teambus, onder de platanen van de toegangsweg naar Malaucène, van ver hoorbaar is. De zege wordt flink gevierd, zeker door de leden van de staf onderling. Sportief directeur Merijn Zeeman staat even later de pers te woord, een kopje koffie in de hand. “Dat je dit mag meemaken, zeker als je zulke tikken krijgt, dat is gewoon heel mooi.”
Tweede in massasprint
De valpartijen voerden de afgelopen week de boventoon binnen de ploeg, zei Zeeman, die onder meer verwees naar het uitvallen van Primoz Roglic en Robert Gesink. “Elke keer als het woord chute over de Tourradio komt, zijn wij bang dat er iemand van ons bij ligt. En dat was vandaag ook zo, want we hebben wel Tony Martin verloren.”
Jumbo-Visma moest andere doelen vinden, toen de gedroomde Tourwinst van Primoz Roglic al na drie dagen uit zicht raakte. Met Wout van Aert had de ploeg daar de ideale pion voor. Dinsdag nog werd hij tweede in een massasprint. Woesndag kwam hij in de kopgroep en gaf hij al snel aan dat hij zich geweldig goed in vorm voelde. In de laatste beklimming van de Mont Ventoux reed hij bij al zijn medevluchters weg, onder wie Bauke Mollema, en kwam hij solo over de finish, nadat hij in de afdaling geen risico’s meer had genomen.
Hoe fraai de zege is, was te horen in de woorden van de meer dan ervaren ploegleider van Jumbo-Visma, Frans Maassen, die achter Van Aert naar boven reed. Hij kon na afloop niet bevatten wat hij had gezien: “Dit is de mooiste rit in de Tour om te winnen. Ik heb dit in mijn carrière nog nooit meegemaakt. Als je zo lang achter de koploper kunt rijden op de Mont Ventoux, dan is dat echt genieten.”
Zeeman: “In het wielrennen zijn er een paar echte sterren en daar hoort Wout bij. Hij had het natuurlijk niet makkelijk, want met tachtig kilo zijn de 11 procent-stukken op de Ventoux geen cadeautje. Maar uiteindelijk was het een tijdrit naar boven en bleek hij sterker dan de lichte klimmers achter hem.”
Aanval op Pogacar
Van Aert had zichzelf overtroffen, zei hij. “De Mont Ventoux is een plek met veel geschiedenis. Ik had niet gedacht dat ik daar solo kon winnen,” aldus de Belg na afloop. Ook ging hij in op de rampzalig verlopen eerste week. “Als je atleet bent, gaat het vaak fout. Als je dan opgeeft, kom je nergens.”
En dan is er nog een ander lichtpunt: Jonas Vingegaard, de drager van de witte trui. Als enige is hij in staat geweest om Tadej Pogacar, tot dinsdag de onbetwiste leider in de Tour, aan te vallen op de slotklim, iets wat alle andere favorieten niet konden.
Vingegaard, de nummer vier van het klassement en sinds het wegvallen van Roglic de kopman, reed in twee kilometer tijd bijna veertig seconden weg van alle favorieten, Pogacar incluis. En dat terwijl het zijn eerste (en tweede) keer was dat hij de Ventoux beklom. De Deense verrassing werd in de slotafdaling nog wel teruggepakt. Als lichtgewicht kon hij in de afdaling niet genoeg snelheid maken om zijn achtervolgers Pogacar, Urán en Carapaz, die afdaalden met liefst 97 kilometer per uur, achter zich te houden. Hij finishte net na Pogacar in een selecte groep. Zeeman: “Als hij weg was gebleven, was dat de kers op de taart geweest. Maar Jumbo-Visma heeft hier vandaag iets heel moois laten zien.”
De rest van de Tour moet de ploeg door met vijf renners. De ploeg zal blijven zoeken naar kansen, aldus Zeeman. “Maar deze nemen ze niet meer af. Dit was een mythische etappe.”