Schoonrijden op de schaats wordt cultureel erfgoed
Schoonrijden op de schaats wordt officieel Nederlands erfgoed. De oudst bekende vorm van schaatsen werd al in de 17de eeuw volop beoefend. Directeur Ineke Strouken van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed maakt de benoeming dinsdag in Utrecht bekend.
Voormalig topschaatser bij het hardrijden Ard Schenk wordt ambassadeur van het schoonrijden. De Landelijke Vereniging van Schoonrijders heeft deze vorm van schaatsen voorgedragen voor plaatsing op de zogenoemde Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed, een regeling die thuishoort bij de Unesco, de VN-organisatie voor cultuurbehoud.
Het schoonrijden wordt al sinds de 19de eeuw in wedstrijdverband beoefend. In de naoorlogse jaren behaalde Nederland grote internationale successen in het kunstrijden, aldus het erfgoedcentrum. Vooral Sjoukje Dijkstra, drie keer wereld-, vijf keer Europees en eenmaal olympisch kampioen, en Joan Haanappel, drie keer derde op een EK, zorgden voor een enorme populariteit van de sport.