PlusAchtergrond
In Oekraïne wordt ‘gewoon’ doorgevoetbald: ‘Zodra het luchtalarm afgaat, gaan we de schuilkelder in’
Feyenoord treft donderdagavond in Polen Sjachtar Donetsk, de club die in zijn thuisland Oekraïne ‘gewoon’ in competitieverband voetbalt ondanks de oorlog. Hoe is dat, voetballen in de wetenschap dat elk moment een raket kan inslaan? ‘Je bent je voortdurend bewust van het gevaar.’
De wedstrijd Zorya Loehansk-Kolos Kovalivka is amper begonnen, als een luchtalarm over Kiev giert. In de eigenlijke speelstad Loehansk, gelegen tegen de Russische grens, voetbalt de club van de Nederlandse trainer Patrick van Leeuwen al jaren niet meer. Het stadion is in 2014 door mortiervuur kapotgeslagen. Maar ook hier, in de hoofdstad van Oekraïne, is veiligheid allesbehalve gegarandeerd.
Met een rotgang duiken spelers, trainers, arbiters en begeleidende staf de schuilkelder in, terwijl het alarm in oplopende toon blijft razen. “Dan denk je: laat het alsjeblieft snel voorbij gaan,” zegt Van Leeuwen over het duel van december. “En dat gebeurde ook. Nauwelijks vijftig minuten later was het sein veilig en stonden we weer op het veld.”
Donderdagavond wijkt Sjachtar Donetsk voor het Europa Leagueduel met Feyenoord uit naar Warschau. Een vast gebruik tijdens Europese ontmoetingen is het inmiddels voor de Oekraïense topclub. Daar in Polen, het land dat de tijdelijke thuisbasis vormt voor enkele miljoenen Oekraïense vluchtelingen, is de oorlog zowaar even ‘ver’ weg. Echt vergeten doen de spelers de verschrikkingen niet, ook daar niet. Daarvoor is het leed van alledag eenvoudigweg te groot.
Altijd alert
In een tijd dat dagelijks mensen het leven laten, gebouwen ten prooi vallen aan raketten en granaten en elektriciteit geen vanzelfsprekendheid is, is voetbal slechts afleiding. “En toch maken we er met elkaar het beste van,” zegt Van Leeuwen, die met zijn assistent Raymond Atteveld woont in Kiev. “We trainen elke ochtend, spelen onze competitiewedstrijden. In die zin doen we niets anders dan anders.”
Maar het is improviseren, topvoetbal bedrijven in de Oekraïense Premjer Liha. Publiek is uit veiligheidsoverwegingen niet welkom in de paar stadions waarin gevoetbald kan worden. Clubs reizen soms vele honderden kilometers per bus of trein, omdat vliegen onmogelijk is. Voor de aftrap is er steevast een moment van stilte, uit respect naar de gevallen slachtoffers. En competitiewedstrijden en trainingen worden, als gezegd, geregeld onderbroken.
“Zodra het luchtalarm afgaat, gaan we met z’n allen de schuilkelder in,” vertelt Van Leeuwen, die zich desondanks niet angstig zegt te voelen. “Alert; dat is het gevoel dat overheerst. En dat gevoel proef ik ook bij de spelers en andere clubmensen. Je bent te allen tijde op je hoede, verkent continu waar het gevaar is of kan ontstaan. Dat is nu eenmaal de realiteit van voetballen van een land in oorlog.”
Fans op de tribune
Wie Van Leeuwen hoort praten, denkt misschien dat hij laconiek is onder de omstandigheden. Dat is niet het geval, benadrukt hij. Het is meer een vorm van pragmatisme die hij zich eigen heeft gemaakt. Na eerdere ervaringen bij Maccabi Tel Aviv in Israël, ook een land waar spanningen aan de orde van de dag zijn, heeft hij geleerd om onder moeilijke omstandigheden het hoofd koel te houden. Al moest de in Zoetermeer geboren coach wel even wennen toen hij in Kiev drones onderschept zag worden door de Oekraïense luchtafweer. “Maar écht onveilig heb ik me vooralsnog niet gevoeld, en voor mijn spelers geldt hetzelfde. Hoewel zij zich natuurlijk zorgen maken over het lot van hun naasten, ken ik geen verhalen van spelers die familieleden verloren zijn. Gelukkig, zeg ik daarbij.”
Morgenavond zal Sjachtar Donetsk in het stadion van Legia Warschau zowaar weer wat steun van z’n supporters ervaren. In de competitie kunnen de fans duels alleen via verschillende mediakanalen volgen. Van Leeuwen denkt dat tegen Feyenoord voornamelijk naar Polen gevluchte ouderen, vrouwen en kinderen de tribune zullen bevolken, aangezien de meeste jonge mannen in Oekraïne zijn achtergebleven om tegen de Russen te vechten. “En reken maar dat degenen die er zijn van zich zullen laten horen, zoals ook de spelers een strijdbare indruk zullen maken. Juist om te laten zien dat ze stáán voor Oekraïne, het land dat het nu al ruim een jaar zo zwaar te verduren heeft.”