PlusAchtergrond
Computer trapt een balletje mee: voetbal door gebruik data steeds wetenschappelijker benaderd
Het gebruik van data heeft bij voetbalclubs als Ajax en AZ een vlucht genomen, maar wat betekent dat in de praktijk? Over welke data hebben we het? En hoe en waar worden meetresultaten ingezet?
Fysieke data
De eerste data die in het voetbal in zwang raakten, waren de fysieke data. Bewegingswetenschapper Tom Stevens, die onderzoek deed naar de belastbaarheid van voetballers: “In 2011 is het LPM-systeem bij Ajax rond de trainingsvelden in gebruik genomen: het Lokaal Positie Meetsysteem. Dat meet nog een stuk nauwkeuriger dan het GPS-systeem. Voetballers worden dagelijks gemonitord: de afstanden die zij afleggen, aantal sprints, versnellingen, hun hartslag. Ik heb destijds onderzocht hoe je voetbaltrainingen beter kunt monitoren. Die info kun je gebruiken om spelers zo te laten trainen dat ze zo fit mogelijk aan de aftrap verschijnen, én om die spelers zo min mogelijk blessures te laten oplopen.
Daartussen zit een spanningsveld. Als je heel hard traint, worden spelers heel fit, maar neemt de kans op overbelastingblessures van spieren toe. Train je te weinig, heb je in wedstrijden ook minder puf, maar heb je juist weer kans op blessures omdat je onderbelast bent. De zogenoemde tracking-data wordt steeds vaker gekoppeld aan event-data; de acties op het veld, zoals passing, een schot, een dribbel of een duel. Je kunt meten wat spelers aan de bal doen én zonder bal. En hoe het individu staat ten opzichte van de andere spelers op het veld. Welke opties heeft een speler om de bal vóóruit te passen. Benut hij die ook? En hoe staat het team na die pass?
Scouting
Het was een opvallende uitspraak die Branco van den Boomen onlangs deed. De middenvelder, opgeleid bij Ajax, dook in 2020 ineens op bij Toulouse in de tweede divisie in Frankrijk: “De clubleiding had het profiel ingevoerd van de speler die zij zochten en toen rolde mijn naam uit de computer.” Van den Boomen promoveerde met Toulouse en won vorige week de Franse beker. Zijn naam wordt nu genoemd bij Feyenoord als mogelijke opvolger van Orkün Kökcü.
Tal van bedrijven bieden data aan van voetballers over de hele wereld. “Die data kunnen je als club helpen om gericht naar de geschikte speler te gaan kijken,” zegt Stevens. Maar andersom werkt het ook, zoals Ajax’ nieuwe directeur voetbalzaken Sven Mislintat uitlegde bij zijn presentatie. “Je kunt een speler twee of drie keer live aan het werk zien, en hem ook door verschillende scouts laten bekijken. Maar je kunt dat niet vijftig duels doen. Aan de hand van data krijg je een nog duidelijker beeld.”
Data en het oog van de meester moeten hand in hand gaan, benadrukt Stevens. “Zwart of wit denken smoort elke discussie in de kiem. Je moet in data niet de bevestiging zoeken, data moeten juist ook nieuwe vragen oproepen die ook weer kunnen leiden tot verdieping en aanpassing. Maar je hoeft niet alles te kunnen onderbouwen, een ervaren trainer moet, zeker rondom de wedstrijd, ook op zijn intuïtie durven vertrouwen.”
Tactiek
Meetsystemen worden steeds nauwkeuriger en technische toepassingen worden steeds verfijnder. Informatie wordt geïntegreerd en fysieke en tactische gegevens worden aan elkaar gekoppeld. Hoe snel is een speler bij balverlies in staat druk te zetten op de tegenstander en hoe lang kan hij dat volhouden? Als een trainer wil dat zijn backs dertig keer per wedstrijd de achterlijn van de tegenstander halen, moet hij spelers kiezen die daarbij passen. Feyenoord is dit seizoen in de eredivisie het beste in staat om die tactische en fysieke componenten te verbinden. Stevens: “Het is lastig om dat van de buitenkant te beoordelen, maar Arne Slot is wel een trainer die overkomt alsof hij heel duidelijk weet wat hij wil. Hij heeft een team van specialisten om zich heen die de spelers conditioneel prepareren. Maar minstens zo belangrijk is dat een trainer de spelers kan overtuigen van zijn visie. Dat zij ook bereid zijn om hem te volgen en zoveel te investeren. Dat is ook didactiek.”
Cognitief/mentaal
De jeugdopleiding van AZ wordt alom geprezen. De club is innovatief en werkt onder meer samen met het bedrijf BrainsFirst, dat neurowetenschappelijk gevalideerde videogames gebruikt om het brein van jeugdspelers te ‘meten’. Wie in het topvoetbal wil slagen, moet niet alleen technisch, fysiek en motorisch uitblinken. “Het cognitieve aspect is inmiddels onmisbaar voor talentherkenning,” zegt hoofd opleiding Paul Brandenburg.
Stevens: “Welke keuzes heeft een speler in het veld en welke keuze maakt hij uiteindelijk? Dat voetbalgedrag kun je uit data halen. Je zou aan de hand van 3D-animaties een speler vervolgens terug kunnen brengen naar een bepaalde spelsituatie en met een VR-bril kan die speler de opties doornemen met zijn trainer.”
AZ besteedt daarom ook veel aandacht aan de mentale begeleiding van jeugdspelers. Daarvoor is Bart Heuvingh verantwoordelijk. Stevens: “Hij houdt zich bezig met wat ‘groeimindset’ wordt genoemd. Jonge spelers krijgen de gereedschappen aangereikt om met de extreme druk om te gaan. Want die kan worden ervaren, vanuit de club, vanuit de ouders, via sociale media. Niet iedereen reageert op dezelfde manier als het gaat om voldoen aan hoge verwachtingen of als er weerstand is. Je kunt leren daar beter mee om te gaan door te geloven in je eigen ontwikkeling. Je kunt het gedrag van voetballers vastleggen aan de hand van activiteiten en vragenlijsten, en dat gedrag is deels te trainen.”
De toekomst
Stevens: “Er komt een generatie trainers aan die als voetballer zelf al veel met data heeft gewerkt. Zij staan ervoor open, maar zij moeten wegwijs worden gemaakt in de toepassing en vooral in de koppeling van verschillende data. Anderzijds zou het ook goed zijn als sportwetenschappers zich verdiepen in de voetbaltrainer – dat is een zeer complex vak. Je bent voortdurend intern aan het scouten, in je eigen selectie. Wie stel je op, wie wissel je, en waarom? En hoeveel aandacht besteed je daarbij aan fysiek, hoeveel aan tactiek, wat is goed voor de speler, en wat is goed voor het team? Een team van specialisten geeft je daarover voortdurend informatie. Daarbij komt nog de druk van de buitenwereld. Alles bij elkaar is dat een enorme uitdaging.”
En dan gaat ook kunstmatige intelligentie straks wellicht een rol spelen. Een concept als ‘ghosting’ dient zich aan. Aan de hand van data zou AI een voorspelling kunnen doen van hoe de trainer en de spelers van de tegenstander jouw team willen bestrijden en hoe zij zich zullen gedragen in bepaalde situaties of bij een bepaald verloop van de wedstrijd.
Wie is Tom Stevens?
Tom Stevens (38) is bewegingswetenschapper. Hij promoveerde in 2017 bij de VU en Ajax op onderzoek naar fysieke belasting van voetballers. Stevens is verbonden aan het bedrijf Inmotio (tracking en analyse van sporters tijdens training en wedstrijden) en gedetacheerd aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen als docent-onderzoeker van fysieke belasting en tactische ontwikkeling van teamsporters.
Luister onze Ajaxpodcast Branie: