PlusReportage
Zingen voor mensen in hun laatste levensfase: ‘Die intimiteit is waanzinnig’
De Bedside Singers zingen voor mensen die in hun laatste levensfase zijn. ‘Onze liedjes vormen soms een brug tussen waar ze nu zitten en het onbekende waar ze naartoe gaan.’
Uit een kamer op de vijfde verdieping van Zorgherberg Oostpoort klinkt meerstemmig gezang. Oehh-oe-hoe. Ooh-oo-Ooh. Hmm-hmm-hmm. Een Russische melodie zonder tekst. Van een naar twee naar drie stemmen. En dan tegelijk. Het is woensdagmiddag, Brenda Poppenk (47), Petrie Akkerman (48), Sam Smakman (58) en Lidewijde Stolte (68), samen de Bedside Singers, nemen de nummers nog een laatste keer door.
Om tot rust te komen, houden ze elkaars hand vast. En doen ze een meditatieoefening. Dat is nodig om in een trager tempo te komen, rustig te worden. Buiten is het hectisch, binnen liggen mensen die ongeneeslijk ziek zijn en hun laatste levensfase ingaan. Dat is afstemmen. Akkerman: “Dit is ons ritueel om in de juiste sfeer te komen.”
Dan is het tijd om voor de eerste gast te zingen. Ze klappen hun stoeltjes in, lopen de gang door, stappen de kamer van Mies Theunissen (91) binnen, klappen de stoeltjes weer uit. Ze gaan aan het voeteneinde van het bed zitten. Naast Theunissen zit haar buurvrouw, die op bezoek is. Op het nachtkastje staan twee glazen rosé en een bak nootjes. Akkerman maakt een praatje, vraagt van welke muziek ze houdt. “Klassiek. En niet te hard en schreeuwerig.” Akkerman: “Dan beginnen we met een slaapliedje.”
Akkerman kijkt naar het koor, tikt op haar xylofoon, en zet de eerste toon in. De rest volgt. Door de meerstemmigheid klinkt de zang warm en melodieus. Theunissen zingt soms een stukje mee. Dan volgt de Russische melodie. Theunissen lijkt steeds meer te ontspannen. Ze zakt verder weg in bed, haar blik wordt zachter. Ze kijkt dromerig voor zich uit, daarna naar de koorleden. “Zo toegezongen worden, heerlijk,” zegt Theunissen na het nummer. “En het weer werkt ook mee, hè?” Ze wijst naar buiten, het zonlicht schijnt door de kieren van de luxaflex haar kamer binnen. Akkerman: “Er is tijd voor nog een liedje. Wilt u dat?” Theunissen lacht naar haar. “Je kunt wel de hele middag voor me zingen. Doe nu maar een vrolijk nummer.”
Vrijwilligers
Ruim drie jaar geleden begon Akkerman, zangcoach en therapeut, de Bedside Singers. Ze was benieuwd naar wat muziek kan betekenen voor mensen in hun laatste levensfase. Het leek haar fantastisch om dan te worden toegezongen. Ze bracht twaalf mensen bij elkaar – elf vrouwen en een man – en begon in wisselende samenstellingen liedjes te zingen in hospices. Het koor bestaat uit vrijwilligers en komt een paar keer per maand bijeen om te repeteren. Eens in de twee, drie weken zingen ze in Zorgherberg Oostpoort, of in andere hospices in de stad. Ook worden ze af en toe gevraagd om bij iemand thuis te zingen.
Inmiddels is het koor gegroeid tot een landelijke stichting. Ze zijn niet meer alleen in Amsterdam actief, maar in zeventien steden. De meeste van die koren zitten nog in de voorbereidingsfase. Akkerman: “Je kunt niet zomaar aan bed gaan zingen. Je moet ongeveer tien liedjes uit je hoofd kennen en driestemmig kunnen opvoeren. Met de juiste klankkwaliteit, tederheid en zachtheid.”
Maar nog belangrijker is de mentale voorbereiding. Je staat toch aan het bed van mensen die doodgaan. “Wij hebben ongeveer anderhalf jaar geoefend voordat we begonnen,” zegt Akkerman. “Je moet leren hoe je omgaat met die kwetsbaarheid. Compassie hebben. Aanvoelen hoe je mensen benadert. Soms worden we zelf ook geraakt, wanneer iemand lijkt op onze vader of moeder die ziek is, of is overleden. We gaan die emoties niet uit de weg.”
Egoïstisch motief
De koorleden vinden het een verrijking om te mogen zingen voor mensen aan het sterfbed. Akkerman: “Het is een echte ontmoeting. De ballast, de ruis is weggevallen, waardoor je direct de essentie raakt. Het is daarnaast bijzonder om toegelaten te worden in hun kamer. Die intimiteit is waanzinnig.” Het dwingt het koor ook om na te denken over het thema sterfelijkheid. “Mensen vinden dat eng, lopen er met een boog omheen,” zegt Akkerman. “Maar dan mis je ook veel.”
Stolte ontdekte dat ze het zingen niet alleen voor de stervenden deed, maar ook voor zichzelf. Om contact te krijgen met haar eigen dood. “Daar was ik lang bang voor. Nu niet meer. Dat moet ook wel, als je dit werk wil doen.” Ook Smakman hielp het om beter om te gaan met de dood. Zijn moeder is ongeneeslijk ziek. “Door het zingen kan ik er nu makkelijker over praten met haar. Dat is heerlijk. Ik merk dat als ik er niet moeilijk over doe, zij dat ook niet doet.”
Akkerman: “Wat dat betreft is er ook een egoïstisch motief. Ik vind het een waanzinnige leerschool voor het leven. Leren loslaten, vrede hebben met jezelf, je kwetsbaarheid accepteren en dat laten zien aan anderen. Dat zijn thema’s die bij het sterven horen. Ik hoop dat ik dat in het dagelijks leven al een beetje kan toepassen.”
Klappen hoeft niet
De Bedside Singers gaan door naar de volgende kamer. Daar ligt Dini Baard (92), die ook bezoek heeft van haar buurvrouw. Het koor heeft al eens eerder voor haar gezongen. Ze zetten het eerste nummer in. Akkerman dirigeert en zingt, de rest volgt haar handbewegingen. Wanneer het nummer is afgelopen, klapt Baard in haar handen. “Dat hoeft niet, hoor,” zegt Akkerman.
Ze zetten een vrolijk Afrikaans nummer in dat gaat over dat we allemaal onderweg zijn naar het paradijs. Daarna een Nederlands nummer, De Avond Valt. “Fantastisch,” zegt Baard. “Heel leuk. Even wat anders, alle dagen lijken hier op elkaar. Het helpt me erg te ontspannen.”
Gerda Naber, coördinator palliatieve zorg binnen Zorgherberg Oostpoort, zegt dat ongeveer de helft van de gasten openstaat voor de Bedside Singers. “Sommige twijfelen, die moedig ik aan het eens te proberen. Ik zie namelijk dat ze er rustig van worden. Dat ze het helemaal over zich heen laten komen. Muziek kan verlichtend werken in deze fase. Het helpt te ontspannen, de gedachten te laten wegdrijven van al dat vreselijke gepieker.”
Akkerman merkt dat het mensen met hun gevoel in contact brengt. “Dat kan angst of verdriet zijn, maar ook sereniteit. Laatst zongen we voor iemand die van The Rolling Stones hield. Hij was nog in ontkenning over zijn aanstaande overlijden. Ik dacht: dit wordt niks. Na het zingen zei hij: ik voelde mezelf helemaal opstijgen. Wij zagen dat ook gebeuren: een soort metamorfose, de blik naar binnen, de rust. Daar doe je het voor. Onze liedjes vormen soms een brug tussen waar ze nu zitten en het onbekende waar ze naartoe gaan. Dat onbekende is eng, wij helpen die overgang te maken.”
Gesloten ogen
De Bedside Singers gaan naar de gemeenschappelijke woonkamer. Op de bank zit Ans Klumper (62). Akkerman vraagt of ze voor haar mogen zingen. Ze zetten de stoelen tegenover de bank en zingen het nummer Return Again. De woonkamer wordt muisstil. Klumper deint zachtjes mee op het ritme van het nummer, van links naar rechts, haar ogen gesloten, de schouders omlaag. Return to the land of your soul, dwarrelt door de ruimte. Een vrouw schuifelt vanuit de keuken langzaam dichterbij. Coördinator Naber rijdt Eline Soer (93) in haar rolstoel naar de bank. “Mooi hè, Eline,” fluistert Klumper.
Wanneer het liedje is afgelopen, is het een poos stil. Klumper glimlacht naar het koor. Akkerman: “Je ogen zijn veranderd.” Klumper vertelt dat ze een beetje opgefokt was. “Ik kon maar niet ontspannen vandaag. Ik werd telkens weggestuurd uit de woonkamer. Toen jij me op mijn rug tikte om te vragen of jullie wat voor me mochten zingen, schrok ik. Ik dacht: wat nu weer. Maar ik ben helemaal senang gezongen.” Akkerman, Poppenk, Smakman en Stolte kijken elkaar voldaan aan. Akkerman: “Er is nog tijd voor één liedje.”