PlusAchtergrond
Zij maken mode van afgedankte materialen: ‘Elke blazer bestaat uit twee weggegooide kledingstukken’
Deze Amsterdamse ontwerpers maken nieuwe, duurzame mode-items van weggegooide kleding, restanten leer, gebruikte kralen en tweedehands stoffen. ‘Ik mag vier keer per jaar kleding uit de groene kledingbakken halen.’
Wie: Sophie Weijenberg (29). Mede-oprichter van: Coco Bonito en Sunnycords. Te koop via: @coco_bonito, Bijenkorf en Anna + Nina, vanaf 34,95 tot 50 euro.
‘We gebruiken lokale materialen, zoals kralen of stoffen van sari’s’
“Jaren geleden zocht ik voor tijdens festivals een leuk koordje voor mijn zonnebril. Ik kon ze nergens vinden en ben ze toen zelf gaan maken. Mensen zagen ze en wilden ook zo’n koord. Al snel was er zoveel vraag naar dat ik tijdens mijn studie, samen met mijn zus Eva (27), het modelabel Coco Bonito ben begonnen.
Tijdens een reis in Afrika raakte ik geïnspireerd door de ambachtelijke sieraden en kleding gemaakt door lokale stammen. We besloten samenwerkingen aan te gaan met vrouwen uit verschillende stammen wereldwijd. Zij maken de koordjes nu, met gebruik van lokale materialen, zoals gebruikte kralen of tweedehands saristoffen. We werkten onder meer al samen met Maasaivrouwen in Kenia en Sahelivrouwen in India. Op deze manier willen we de vrouwen een vast inkomen bezorgen. Ze denken mee over het design en de inkoopprijs gaat rechtstreeks naar hen, waardoor hun kinderen naar school kunnen.
Naast de koorden verkopen we ook vintage en preloved kleding, die we zelf uitzoeken; daarbij letten we op mooie, duurzame materialen en een goede kwaliteit. Door mensen preloved kleding aan te bieden hopen we ze bewust te maken van hun koopgedrag. Ook via onze social media willen we inspireren om meer duurzame keuzes te maken op modegebied. Het is een verantwoordelijkheid die je als modelabel hebt.”
Wie: Karen de Meijer (55). Ontwerper van: Zitvlak. Te koop via: @.zitvlak.nl, vanaf 49 euro.
‘Duizenden kledingstukken verdwenen in de versnipperaar’
“Mijn hele werkzame leven ben ik al met kleding bezig. Ik maak en ontwerp kostuums voor film, theater, opera, toneel en musicals. Daarnaast heb ik als freelance techdesigner in de modebranche gewerkt. Van dichtbij zag ik hoe groot de verspilling in de kledingindustrie is; duizenden afgekeurde kledingstukken verdwenen in de versnipperaar. Ik kon het niet langer aanzien en ben met het werk gestopt.
Zo ontstond het idee om oude jeans te gaan upcyclen. Ik begon met poefen en krukjes, vandaar de naam Zitvlak. Tijdens corona had ik meer tijd en ben ik ook sweaters en tassen gaan maken van afgedankte spijkerbroeken en sweaters. De tassen zijn gevoerd met stof van oude overhemden.
Materialen verzamel ik via vrienden en kennissen, maar ik heb ook adressen waar ik geschikte kledingstukken kan kopen voordat ze naar de stortplaats gaan. Ik ben kritisch op het materiaal wat ik krijg: kleur, verwassing en stofkwaliteit zijn belangrijk voor me. Vooral stevige katoenen jeans vind ik prettig om mee te werken. Alles wat ik ontwerp en maak is uniek, honderd procent lokaal en circulair; er komt bijna geen energieverbruik aan te pas.
In kringloopwinkels en vintagezaken is het tegenwoordig bomvol met hippe mensen, de bewustwording groeit. Toch zijn we er nog lang niet, er wordt nog heel veel fast fashion geproduceerd. Met Zitvlak wil ik laten zien dat je met oude kleding iets nieuws en duurzaams kunt maken.”
Wie: Esther Mutsaers (56). Ontwerper van: NUTT Amsterdam. Te koop via: www.nuttamsterdam.nl, vanaf 200 euro.
‘Elke blazer bestaat uit twee weggegooide kledingstukken’
“Jarenlang werkte ik als chef lifestyle voor magazines, daar was de boodschap altijd ‘kopen, kopen, kopen’. Toen ik op een avond tijdens het koken op tv hoorde dat 55 procent van de 35 miljoen kilo kleding die we jaarlijks in de kledingbak gooien wordt verbrand, en dat we gemiddeld 50 nieuwe kledingstukken per jaar kopen om er vervolgens ruim 40 weer weg te gooien, was dat mijn wake-upcall om iets terug te doen voor een betere wereld.
Als afgestudeerd kostuumdesigner aan het Amfi besloot ik met mijn vakkennis en designskills weer zelf kleding te gaan maken. Ik ontwerp blazers van gedoneerde afgedankte kledingstukken, van jasjes en broeken tot jurken en sportswear.
De naam NUTT staat voor nuttig, met twee T’s, omdat elke blazer bestaat uit twee weggegooide kledingstukken. Iedere eerste zaterdagochtend van de maand kunnen mensen kleding doneren bij mijn atelier. Ook werk ik samen met Sympany, de groene kledingbakken, waar ik vier keer per jaar kleding uit mag halen. Ik let op kwaliteit en kijk welke stoffen ik kan combineren om een blazer zo uniek mogelijk te maken. Vervolgens mouleer ik de blazer op een paspop en ontstaat er een nieuw authentiek design.
Met elk jasje ben ik gemiddeld vier dagen bezig. In het borstzakje van de blazer steek ik mijn visitekaartje, zodat de koper het verhaal over het belang van recyclen van kleding weer doorvertelt en we het samen anders kunnen gaan doen. Het doel is om zoveel mogelijk bewustzijn te creëren over ons kledingaankoop- en weggooigedrag. Zolang de kledingindustrie niet honderd procent circulair is, bestaat NUTT.”
Wie: Anouk Janssen (51). Ontwerper van: Signed by You. Te koop bij: @signedbyyou, Pek en Kleren en Lemon Conceptstore, 299 euro.
‘Ik wilde iets doen met de bergen restleer uit de fabrieken’
“Vanwege mijn 1 meter 58 heb ik altijd een voorliefde gehad voor hakken. Na een carrière in de media besloot ik in de leer te gaan bij een schoenmaker en mijn eigen schoenenmerk te starten; laarsjes met een hak. Tijdens corona heb ik de voeten van honderd vrouwen gemeten voor de perfecte pasvorm.
In Portugal, waar veel schoenen worden gemaakt, ben ik op zoek gegaan naar een fabriek. Ik ontdekte dat er in opslagplaatsen van fabrieken overal bergen restleer lagen, klaar voor verbranding, en meteen wist ik dat ik daar iets mee wilde doen. Na lang zoeken vond ik een kleine familiefabriek die met me in zee wilde gaan, ook al zijn de laarsjes vrij bewerkelijk om te maken.
Omdat ze worden gemaakt met het materiaal dat voorhanden is, zijn de oplages klein; niet meer dan dertig paar per ontwerp. De ene keer zijn het resten runderleer, de andere keer geitenleer, soms net even anders van kleur. Met de verwisselbare flappen kun je de laarsjes ook steeds op een andere manier dragen. Elk paar is uniek, ik zie ze als een soort kunstwerk voor je voeten.De koper krijgt bij aanschaf een certificaat, daarmee wil ik mensen laten nadenken over de waarde van de laarsjes en waarom je er meer voor betaalt dan voor fast fashion.
De leerproductie zal afnemen, ik experimenteer daarom met innovatieve alternatieven, zoals plantaardig leer van mango of ananas, maar ook met textiel. De schoenenmarkt is in transitie en ik heb veel zin om daar in mee te kunnen gaan.”
Vervuilende industrie
Mode is een van de meest vervuilende industrieën; door bewuster en meer gedragen kleding te kopen, en te kiezen voor duurzame materialen, kan de impact op het milieu met 25 procent worden teruggedrongen.
We kopen gemiddeld vier keer zoveel kleding als twintig jaar geleden, vooral fast fashion: kleding die goedkoop wordt geproduceerd, met uitbuiting van arbeiders en grote hoeveelheden chemicaliën. Deze kleding is gemaakt voor de afvalbak, zodat je snel weer iets nieuws koopt.
Jaarlijks gooien we zo’n 40 kledingstukken weg en vullen we de kledingkast weer aan met 46 nieuwe stukken. Gemiddeld dragen we deze kleding maar 7 keer.
25 procent van de geretourneerde kleding wordt weggegooid en verbrand.
Voor de productie van één T-shirt is ongeveer 2700 liter water nodig, voor jeans 10.000 liter. Hierdoor ontstaan watertekorten voor de lokale bevolking en wordt de bodem aangetast.
Wil je jouw impact meten? Je kunt een test doen op www.movingfashionforward.dsfw.nl.