PlusAchtergrond
Wooncrisis? Deze jonge Amsterdammers beginnen zelf een wooncoöperatie
Wonen in een studio of container is passé, zegt een groep jongeren uit Amsterdam. Zij zetten wooncoöperatie De Torteltuin op: zelfvoorzienend, zonder winstoogmerk. ‘Zo kunnen we wat betekenen voor de stad.’
Het is zondagmiddag als Tobias Servaas (26), docent filosofie, achter de bar in een galerie op de Zeedijk kannen koffie en blikjes rozenlimonade klaarzet. Onlangs nog heeft hij een jaar door Europa gereisd, op zoek naar een kavel om een huis op te bouwen. Het liefst was ‘ie in Spanje gebleven, vanwege de warmte en de bergen, maar hij is onverrichter zake teruggekeerd.
Aan de witte wand tegenover hem hangt Gijs Weijers (26), student geestelijke verzorging, een vuilniszak op aan twee spijkers – “Is dat kunst?” roept een van de aanwezigen – evenals een groot blad met de dagplanning. ‘Torteldag’ staat erboven.
Wooncoöperatie
Vandaag komen dertig jonge Amsterdammers die een wooncoöperatie willen opzetten bij elkaar, onder de noemer ‘De Torteltuin’. Zo’n wooncoöperatie is een tegenhanger van een wooncorporatie, en heeft als doel dat de bewoners gezamenlijk een huis en gemeenschap opbouwen, onderhouden en beheren: daar is geen bedrijf voor nodig.
“Zo zorg je ervoor dat er geen winst wordt gemaakt op hun huisvesting,” zegt initiatiefnemer Dieuwke Papma (24), die documentaire en fictie studeert. “Dat is ergens in de geschiedenis fout gegaan.” Ook de gemeente Amsterdam moedigt deze woonvorm aan: de komende twee jaar mogen vijftien tot twintig wooncoöperaties starten. Over 20 jaar moet 10 procent van de nieuwbouw uit de wooncoöperatievorm bestaan, zegt de gemeente in het Actieplan wooncoöperaties uit september vorig jaar.
Een gat in de markt
Het begon ermee dat Papma het er tijdens een avondje doorzakken met vrienden over had om op een boerderij te gaan wonen. “We vroegen ons af: hoe doen we dat? We zien dat niet gebeuren op de woningmarkt zoals die er nu uitziet.”
In november vorig jaar begon Papma een groep te organiseren. De naam Torteltuin komt van tortelduif – ze zegt: “Die blijven hun hele leven bij elkaar en koeren samen op een tak.” Eerst waren ze met z’n tweeën, toen met vier, en voor ze het wist waren ze met dertig. Student bèta-gamma en filosofie Benjamin Caton (23), om de hoek van Papma’s ouderlijk huis in de Watergraafsmeer geboren, bracht zelfs veertien vrienden mee. “Ik dacht meteen bij de eerste zin die Dieuwke uitsprak: dit is een gat in de markt. Maar dan geen markt, want we hebben geen winstoogmerk.”
Alle gekheid op een stokje: de studenten luiden de noodklok over de Amsterdamse woningmarkt. “Ik heb de afgelopen vijf jaar in dertien verschillende huizen gewoond,” zegt Caton. “Dat is heel intens. Mijn ouders hebben niet het geld om voor mij een huis te kopen. En dat is hier geen unicum.”
Twee tot drie dagen werken
Door de hoge huurprijzen, zegt Papma, zijn veel mensen in de stad alleen maar bezig met werken, werken, werken – puur om de huur te kunnen betalen. “Maar als je, zeg, zeshonderd euro per maand aan huur betaalt in een wooncoöperatie, kun je twee tot drie dagen per week werken en de rest van de week aandacht besteden aan je omgeving. Zo wordt de stad minder individualistisch.”
Dat staat namelijk bij de Torteltuin centraal: in verbinding zijn met jezelf, met de buurt en met de stad. Als op zondagmiddag de algemene vergadering begint, nemen filosofiedocent Servaas en student geestelijke verzorging Weijers dan ook de tijd voor de doelstelling van de Torteltuin.
Daarbij komt de geschiedenis van de Zeedijk uitgebreid aan bod: Servaas’ moeder woonde op de Zeedijk en moest in haar tijd nog over de junkies heen stappen als ze haar deur uitliep. En ook nu dreigen de Amsterdammers ‘hun’ Zeedijk te verliezen. “De Zeedijk piept,” zegt Servaas. Weijers: “De Zeedijk kraakt.” Servaas: “De Zeedijk hijgt.” Weijers: “De Zeedijk stijgt.” En zo oreren ze nog even door.
Elitestad
Iris Luden (23), masterstudent logica, en Lina Leter (26), musicalactrice, horen het aan. “Amsterdam wordt zo langzamerhand een elitestad,” zegt Luden. “Je kent vast het Blauwe Theehuis, de Waterkant, café Kuijper, de Biertuin? Allemaal van dezelfde eigenaren.”
Leter vindt het lastig: bij sommige van die koffiebars waar ze op afgeeft, drinkt ze ook graag een kop koffie. Maar een avocadobar in De Torteltuin? Dat gaat haar wel te ver.
De Torteltuin is een sociocratische organisatie. Student genderstudies Sterre Krot (26), die zich vanaf de eerste brainstormsessie in januari aansloot, licht toe: “Je zorgt ervoor dat de neuzen allemaal dezelfde kant op staan.” Niet het recht van de meesten of de sterksten geldt: ieders mening weegt even zwaar. Maar hoe bereik je dat met dertig mensen? “We investeren nu veel in elkaar leren kennen als groep,” zegt Papma. “En we geven elkaar veel ruimte om te doen waar een ieder goed in is.” Op de vergadering lopen dan ook niet alleen filosofen en sociologen rond, maar ook architecten en landbouwdeskundigen.
Enthousiastelingenlijst
Overigens heeft het project korte tijd zelfs veertig deelnemers gehad, maar dat bleek te veel, zegt Krot. “Je moet slagkracht hebben.” Alle deelnemers aan De Torteltuin hebben zich dan ook voor de zondagmiddagvergadering opgesplitst in kleinere ‘themagroepen’. Er staan nog altijd mensen op de ‘enthousiastelingenlijst’.
Wat voor soort gemeenschap hebben ze precies voor ogen? “We willen een sociale, duurzame en betaalbare wooncoöperatie,” zegt Krot. Als ze het zouden willen, zouden ze er tot hun laatste levensjaar moeten kunnen wonen. Papma: “Ook wanneer we een nieuwe partner krijgen, of juist weer bij die partner weggaan, of kinderen krijgen, of oud worden. Het gaat erom dat de gemeenschap elkaar ondersteunt.”
De studenten willen een grotere boodschap uitdragen over wonen in de stad. Caton woont nu in een gebouw in Centrum, dat hij deelt met statushouders. “Ik merk hoeveel energie dat geeft. Het is zo verdrietig en onnodig dat in Amsterdam bijna niemand zijn buren kent.”
Subsidieaanvraag
Hoe ambitieus de studenten ook zijn, het is nog onzeker of De Torteltuin er ook echt komt: eerst moeten ze nog een subsidieaanvraag indienen bij de gemeente. Ook moet er een plek worden gevonden: de gemeente heeft tien locaties voor wooncoöperaties beschikbaar gesteld aan de rand van de stad, zoals in Zuidoost en op IJburg.
De initiatiefnemers zijn vol goede moed. “Voor mij is het al geslaagd,” zegt Papma, “omdat het me zoveel heeft gebracht. Ik voel me heel verbonden met deze mensen, maar het kan zijn dat ik me over een paar jaar op een andere manier wil verhouden tot Amsterdam of de woningmarkt.” Ook een enorme plus: ze heeft zó veel geleerd over de woningmarkt.
“Het is als een stage die je voor jezelf hebt gecreëerd,” zegt genderstudiesstudent Krot. Natuurlijk zou ze het wel heel jammer vinden als De Torteltuin er niet komt. “Ook omdat ik zie hoe professioneel we zijn, hoeveel kennis we hebben, en hoeveel ik geloof in deze groep. Ik denk echt dat we wat kunnen betekenen voor de stad.”
Wooncoöperaties zijn niks nieuws
Al in 1908 kende Amsterdam de wooncoöperatie Samenwerking, aan het Roelof Hartplein in Zuid. De 900 woningen in dat pand zijn gebouwd en bestemd voor mensen met middeninkomens die net te veel verdienen voor een sociale huurwoning. Nog altijd bestaat de vereniging zonder winstoogmerk, en zij kent meer dan 4100 leden: te veel voor het aantal woningen, dus is er een ledenstop ingevoerd.
In 1981 werd monument Tetterode in Oud-West gekraakt. Het werd daarna de grootste woon-werkgemeenschap van Amsterdam. Op 11.000 vierkante meter wonen en werken 150 Tetterodianen - veelal kunstenaars, handwerkslieden, architecten en ontwerpers - en hun aanhang.
De Halve Wereld is een wooncoöperatie aan het Waterlooplein uit 1985, met 118 woningen. Dat complex is opgezet als experiment in zelfbeheer: Ymere voert slechts groot onderhoud uit, verder zijn er gemeenschappelijke ruimtes.
Ook de laatste jaren zijn al meerdere initiatieven van de grond gekomen, waaronder de Akropolistoren op het Zeeburgereiland, met 86 woningen voor ouderen met een humanistische levensinstelling en De Warren op IJburg, met gezamenlijke ruimten van wel 800 vierkante meter groot.
Woningbouwvereniging Soweto heeft in 2014 nog een oud schoolgebouw in de Pieter Nieuwlandstraat in Oost aangekocht van het stadsdeel, met elf woningen die worden verhuurd aan mensen die zelf het beheer voeren.