PlusAchtergrond
Tour de tent: PS tipt vijf routes voor reizend theatercircus De Parade
We hebben er twee jaar op moeten wachten, maar dan krijg je ook wat: reizend theatercircus De Parade is deze zomer weer op volle sterkte terug onder de bomen van het Martin Luther Kingpark. Wat is er te doen? PS tipt vijf mogelijke routes, die als dunne rode draadjes over het Paradeterrein lopen.
De muziekroute
Ellen ten Damme
Ellen ten Damme’s Café Royal
“Ik ben de koningin van Frankrijk.” De entree van La Ten Damme is in elk geval majesteitelijk vanachter de roodfluwelen gordijnen, op klassieke klanken van Rameau. Gestoken in een lange, wijdvallende tulen rok en een lijfje met zwart-met-gouden pofmouwen schrijdt zij naar haar spinetje als een rockster in Versailles. “Tapez-moi encore une fois, mon bébé!” daagt ze de volle tent uit. Sla me met je baguette. Het is het kirrende begin van een heerlijke 40 minuten burlesque muziektheater, waarin Ten Damme het logische en energieke middelpunt is. Dit voorproefje van haar nieuwe programma Barock, dat vanaf september in de theaters zal staan, laat weer eens zien wat een vakvrouw ze is, moeiteloos schakelend van de ene sfeer naar de andere. Ze kan zittend op de rand van het podium de tropisch warme tent in Utrecht muisstil krijgen bij La Bohème van Aznavour, en 5 minuten later met haar gitaar om de rockchick uithangen in I was made for loving you van Kiss. En klassiek en klezmer daar tussendoor. Mooi ook hoe ze de vijf topmuzikanten (op keys, bas, trombone, drums, viool) met wie ze hier optreedt de ruimte geeft. Topshow.
Frino
Grindtegeltuin
De Eindhovense vuilnismannen van Frino – Koen Frijns en Ruben den Brok – speelden op de Parade in Eindhoven een thuiswedstrijd, maar met hun aanstekelijke energie en geinige acts pakten ze ook in Utrecht het publiek met gemak in. Het is ontwapenende Brabohop in de Randstad, in hemd en trainingsbroek. Feest in de tent met dansnummers vol bravoure over Dikke Jenny de goudvis, vier opgeschoren types in een betegelde voortuin en kungfu. Met een woordenlijst erbij voor als de stijgende zeespiegel je naar Brabant doet vluchten. We zijn benieuwd hoe lang het duurt voordat ook Amsterdam zich zal overgeven aan het ‘handjes in de lucht’. Met een welgemeend ‘houdoe’ kunnen we met een grote grijns op ons gezicht weer naar buiten.
Kiki Schippers
Kiki met band XL
Kiki wilde eerst even lekker inspelen met haar band voordat Het Parool welkom was in Den Haag, dus die hebben we gemist. Maar hier kun je blind een kaartje voor kopen. Eind april ging haar programma Meer in première, waar ze ook al niet heel ingetogen alleen op het podium staat. Kiki met band XL betekent al helemáál vuurwerk, zoals ze eerder liet zien. De hofleverancier van genomineerde liedjes voor de Annie M.G. Schmidtprijs (de prijs voor het beste theaterlied die ze in 2017 ook won voor Er spoelen mensen aan) heeft een dijk van een stem, die ‘optrekt en afremt als een luxe raceauto’ – zoals deze krant wordt geciteerd op de Paradesite. De blazers in haar ‘extra grote band’ zullen er nog een hele kluif aan hebben om haar volume bij te benen.
De queer route
Gavin-Viano
Able to Fuck Love
Natuurlijk, er valt een hoop buiten de hokjes, dat maakt De Parade juist zo leuk en verrassend. Neem de boomlange Gavin-Viano, die een sterke podiumpersoonlijkheid is. Net twee jaar afgestudeerd en nu al een enorme staat van dienst. Able to Fuck Love ging vorig Paradejaar aan Amsterdam voorbij, dit is de herkansing. Hij valt op met zijn mix van lef, spiritualiteit en brede blik. Heel subtiel bouwt hij zijn voorstelling op vanuit een kwetsbaar, gezongen openingsverhaal, dwars tegen het terrassengeweld van buiten de tent in. Met vier strijkers en een jazzy toetsenist bezingt hij de kloof tussen de belofte van Tinder en het verlangen naar liefde. En passant raken de Engelstalige nummers aan eigentijdse onderwerpen als identiteit en kleur. Klassiek mengt bij hem als vanzelfsprekend met R&B. Warmbloedig en uitnodigend.
Het Nationale Theater, De Passant en Koen Verheijden
Eromenos
Vroeger was alles beter, of toch niet? De Griekse jongen Antinoüs werd in 123 na Chr. openlijk de ‘eromenos’ van de Romeinse keizer Hadrianus, de jonge mannelijke minnaar. Daar hadden ze in die tijd gewoon een geaccepteerde term voor. De kop van Antinoüs staat in wit gips op het kleine speelvlak van acteur Coen Bril. Hij gooit er af en toe wat rozenblaadjes naar in een mooie kleine voorstelling in de regie van Koen Verheijden. Een queer bestaan lijkt vandaag de dag veel ingewikkelder dan toen. Uitsluiting, discriminatie en belediging zijn aan de orde van de dag. Bril krijgt iedereen in de tent stil met zijn indrukwekkende opsomming van wat dat met je doet. Mijmeren over vroeger maakt het draaglijk, al blijkt het verleden te veel geïdealiseerd, ook de eromenos kreeg met uitsluiting te maken en kwam mysterieus aan zijn eind door verdrinking. Muzikant Mees Vervuurt gidst Coen Bril mooi door deze voorstelling met zijn soundscape, uiteindelijk uitmondend in een bevrijdende dans. Het leven moet hier en nu geleefd worden, met een gevoel van trots. Eromenos is één van de pareltjes van dit Paradeseizoen.
De mannen met gevoel-route
Joost Oomen, Willie Dark-trousers & De Poëzieboys
EISFØGL
Welke dichters kennen we allemaal van naam, willen Jos Nargy en Joep Hendrikx alias De Poëzieboys graag van ons weten. Steek je hand maar op. Bij Jan Arends en Neeltje Maria Min gaan de handen wel de lucht in, maar bij Jörgi Eisfogl blijven ze massaal omlaag. Niet verwonderlijk, want van dit ‘IJslands literair wonderkind’ is weinig bekend. Zuiplap en poolreiziger ja, en dat hij schilder Francis Picabia heeft ontmoet, daar houdt het wel mee op. Ga je hem googelen, dan levert dat welgeteld núl hits op. Maar wie heeft Google nodig als de fantasie en verbeelding het nog doen? Zo moeten de makers van deze voorstelling hebben gedacht. Drie gedichten hebben auteur Joost Oomen, componist Willie Dark-trousers en De Poëzieboys van hem, zoals het gedicht waarin Eisfogl tegen alle dingen om hem heen ‘sorry’ zegt (deed een beetje denken aan Marc groet ’s morgens de dingen van Paul van Ostaijen), en wat biografische details. Zoals het mooie beeld van Eisfogl die, op de boot op weg naar Parijs voor het eerst een sinaasappel ziet. Het wordt allemaal enthousiast en aanstekelijk gebracht door de vier die zich in shirts met de IJslandse vlag hebben gehuld. En waar details over Eisfogl ontbreken, wordt een bak meligheid en publieksparticipatie ingezet om de gaten op te vullen.
Jan zonder Pyke
Claiming Identity (maar een vriend ontbreekt)
De Parade geeft dit jaar meer dan anders jonge makers de ruimte. Dat is mooi en te prijzen, die kunnen wel wat steun verdienen om vlieguren te maken na corona. Zo zijn de drie dames van Collectiet (Damaris de Jong, Shelley Bos en Pip Lieke Lucas, afgestudeerd in 2020) van de partij met een toneelbewerking van Stella Bergsma. Jan Wienowiecki is ook zo’n jonge maker. Zijn podium Café IK heeft de dimensies van een stevige postzegel. Onversterkt vertelt hij ons getergd en teneergeslagen dat hij hier eigenlijk met Pyke (Effern) had willen staan, zijn muze, maar die heeft er de brui aan gegeven en is onbereikbaar, al horen we wel zijn stem op band. Dit had hun vierde gezamenlijke voorstelling moeten worden, laatste deel van een serie waarin het terugkerend thema de verliefdheid van Jan (homo) is op Pyke (hetero) en de kwetsbaarheid, het schuldgevoel en de ontreddering die Jan daarbij voelt. Het is allemaal extreem rommelig gebracht en slecht verstaanbaar, deels ingegeven door het lastminute karakter, want ja, je bent theatermaker en je wilt dóór, en toch raakt hij je wel met zijn al dan niet bestudeerde openhartigheid.
De ‘valt er nog wat te lachen?’-route
HZT/Club Gewalt
Drei, vier, flirt mit mir
Sarah Moeremans en Het Zuidelijk Toneel vormen een lekker chaotisch verbond met de jonge muziektheatermakers van Club Gewalt. Na Eins, zwei, Schweinerei vorig jaar op de Parade opnieuw een operette van Oostenrijker Johann Nestroy. Met evenveel tongue in cheek en onderbroekenlol maar met de bonus die Club Gewalt heet. Drei, vier, flirt mit mir is een mini-operette on speed over discriminatie, liefde, list en bedrog. Pruiken, kostuums, snelle en slimme changementen en choreografieën tegen het decor van een bordkartonnen kasteeltuin. Liefde is een lot uit de krasloterij, en met rood haar moet je ontzettend oppassen. Shout-out namens ons naar Alicia Boedhoe als herderin, wat een gevoel voor timing.
T&T and the Sunfields
Het Wim Sonneveld-complex
Tarik Moree en Tim Olivier Somer brengen met drie muzikanten en een karafje sherry een ode aan de legendarische Wim Sonneveld. In hun keurige bruine pak scheren ze langs de nostalgie en lijken te zwelgen in de geijkte festivalgezelligheid, maar breken ze alsnog de tent af wanneer blijkt dat er toch behoorlijk wat wringt tussen de tijd van toen en de dag van vandaag. Moree en Somer zijn goed op elkaar ingespeeld en gebruiken hun onderlinge verschillen heel slim. Dat geeft de voorstelling een ongelooflijke meerwaarde.
Lucky Fonz III
Lucky’s Studio
“Iets met Lucky… Jack?” De vrouw in de rij voor de Paradekassa in Den Haag wist niet precies waar de klepel hing, maar belandde uiteindelijk toch in Studio 7, omgedoopt tot Lucky’s Studio, de tent van Lucky Fonz III. Die heeft vorig jaar al kunnen inspelen, in een double bill met Stephanie Louwrier (twee voorstellingen mét maaltijd was toen het coronaconcept), en is als een vis in het water op de Parade. Voor een stemmig rood theatergordijn neemt hij ons op geheel eigen wijze mee door het piepkleine gaatje in het dak van de tent naar een meisje achter de zon, zittend op haar balkon. In het universum van Lucky (waarin ‘verwachtingspatroon’ volkomen logisch rijmt op ‘kokosmakroon’) laat hij vervolgens een hele rits mensen, van wetenschapper tot taxichauffeur aan het woord over dat meisje. En zijn ex heeft er ook wel een mening over. Onbereikbaar, zij daarboven? Welnee. Hier kan alles. Laat dat maar aan Lucky Fonz III over.
De sangriaroute
“Ja, maar ik ga toch niet binnen in een warme tent zitten?” We horen het je zeggen. Hoeft ook niet. Wie alleen een kaartje tot het terrein koopt en gewoon met vrienden op het terras komt hangen om gin-tonics of sangria te drinken en dus min of meer per ongeluk op een theaterfestival belandt, is er ook genoeg leuks te doen.
Zwier in de zweefmolen boven de gekleurde lichten uit en vergaap je aan het lekkers en het zinken speelgoed in De Snoep. De snoepmeisjes nemen je in tweetallen mee op een plat, rond elektrisch voortbewogen karretje voor een persoonlijke rondrit over het festivalterrein, met de verhalen achter elke tent. Wist je dat de toiletgelegenheid vroeger de paardenstal was?
Hendrick’s Komkommerkabinet maakt parade met vrolijke knalgroene reisgidsen. Voor slechts 2 euro dwaal je langs verschillende rariteitenkabinetjes vol zingende, swingende en kunstzinnige komkommers. Exit through the giftshop met een verfrissende happy ending.
’s Avonds is er op verschillende plekken live muziek, zoals door het uiterst strakke Amsterdam Funk Orchestra en de zussen Loes en Renée Wijnhoven van Clean Pete en in de gouden kooi van de Silent Disco dans je de nacht in met je koptelefoon onder de hoge bomen van het park.
Check de site van de Parade voor het dagelijks wisselende muziekaanbod.