PlusInterview
Straatfotograaf Julie Hrudová maakt van haar Stadsbeelden een boek: ‘Normaliteit en absurditeit ineen, dat vind ik interessant’
Julie Hrudová verzorgde twee jaar lang de Parool-rubriek Stadsbeeld. Haar absurdistische, vervreemdende foto’s zijn nu gebundeld in Chasing Amsterdam. ‘Ik vind het leuk om het verhaal te verstoppen.’
“Sorry!” zegt Julie Hrudová als ze een paar minuten later dan was afgesproken komt binnenlopen. “Ik heb om de hoek nog even een foto gemaakt. Er stonden een paar Getirkoeriers in van die paarse pakjes en met hun helm op een balletje hoog te houden. In heel scherp zonlicht. Het leukste was geweest als een de bal had gekopt, maar ik had het geduld niet. En dan was ik nog later geweest.”
Hrudová (Praag, 1988) is straatfotograaf. Sinds 3 januari 2020 verzorgt zij wekelijks de Parool-rubriek Stadsbeeld: een foto van situaties die haar opvallen of raken als ze door de stad zwerft, gemaakt met het Fuji X-T1 cameraatje dat ze altijd bij zich heeft.
Hrudová deed een jaartje Rietveld, om erachter te komen dat ze ‘niet echt een autonoom kunstenaar is’, en een master in Film and Photographic Studies in Leiden. “Daar leerde ik vooral om beeld te analyseren; dat heeft mijn interesse voor beeldredactie en het curatorschap aangewakkerd. Straatfotografie ben ik gewoon gaan doen. Op straat gebeurt altijd heel veel, en het blijft me interesseren omdat dat altijd weer anders is.”
Het zijn vooral rariteiten – absurdistische, vervreemdende taferelen – die Hrudová vastlegt voor Stadsbeeld. “Ik probeer mensen niet voor schut te zetten, maar ik kan niet voor iedereen nagaan of ie tevreden is met mijn foto en of ie blij is om paginagroot in de krant te staan. Maar ik houd er wel rekening mee dat de kans groot is dat iemand zichzelf terugziet of wordt herkend door vrienden of familie. Als het even kan, zeg ik daarom waar het voor is. Maar soms lukt dat niet; dan skatet er iemand voorbij of ben ik bang dat ik het moment verpest door mezelf kenbaar te maken.”
Goed voorgevoel
Hrudová zocht aanvankelijk op buurt-Facebookgroepen en in groepen over performances naar potentiële onderwerpen. De laatste maanden appt ze elke maandag een goeie vriendin die in Berlijn woont wat voor weer het in Amsterdam is; zij zegt haar dan waar ze die week naartoe moet gaan. “Zij heeft een heel goed voorgevoel; acht van de tien keer is het raak. Laatst moest ik van haar naar de Oosterdokskade. Toen ik daar aankwam, na een dag vol met niks, hing daar een jonge vrouw aan een trappetje iets in het water te zoeken. Het klinkt vast absurd, maar het werkt echt heel goed.”
Eind van het jaar verschijnt de laatste aflevering van Stadsbeeld in Het Parool. “Dan heb ik het twee jaar gedaan en is het wel mooi geweest. Ik blijf fotograferen op straat, maar dan zonder deadline. Wel zo prettig, want het is soms best een zoektocht. Je moet opletten dat je niet te vaak één persoon hebt, niet te vaak een man of een dier achter elkaar – ik heb mezelf een hondenquotum opgelegd.”
“Ik ga naar verschillende buurten en ik probeer gekkigheid af te wisselen met wat klassiekere, esthetischere stadsbeelden, bijvoorbeeld van iemand die oversteekt in mooi tegenlicht.” Ze verandert niks. En als mensen haar in de gaten hebben en zich anders gaan gedragen, stopt ze ook. “Dan is de lol eraf. Dan is het geen straatfotografie meer.”
Ook tijdens corona is Hrudová op straat blijven fotograferen. “Er waren mensen die zeiden: hoe kan dat nou, er gebeurt nu toch niks? Er gebeurde inderdaad wel minder, maar wát er gebeurde was nóg absurder. Ik zag bijvoorbeeld een meisje in paashaaspak dat bij haar oma langsging. Die kon niet naar buiten. Daarvoor ben ik even uit de auto gesprongen.”
Bij haar foto’s staat alleen de locatie vermeld, verder niks. “Ik vind het het leukst om een verhaal niet helemaal uit te tekenen. Daarom houd ik ook meer van straatfotografie dan van nieuwsfotografie; dan moet dat juist wel, maar ik vind het juist leuk om het verhaal te verstoppen.”
“Er wordt me geregeld gevraagd wat er precies gebeurt op mijn foto’s, maar in principe leg ik dat niet uit. En als ik het wel vertel, zeggen mensen bijna altijd dat ze het liever niet hadden willen weten. Het is juist de bedoeling dat mensen zich afvragen wat er gebeurt en dat ze er hun eigen invulling aan geven.” Met een geheimzinnig lachje: “Vaak is het trouwens heel simpel.”
Pruik en kniebeschermers
De foto’s zijn nu gebundeld in een fraai vormgegeven boek, Chasing Amsterdam. Haar favoriete foto is van een geschminkte jongeman met een pruik en kniebeschermers, die in de Pazzanistraat een banaan staat te eten. “Ik denk dat het komt door die banaan. Hij heeft even pauze, maar je weet niet waarvan. Het is de normaliteit en de absurditeit ineen – dat vind ik interessant.”
De allereerste foto die Hrudová voor Straatbeeld maakte, staat ook in het boek: een nachtfoto van een vrouw die een emmer water gooit over een fiets waarvan het achterwiel in de fik staat (‘Pretoriusstraat’). “Ik was best nerveus, want ik wilde goed beginnen, dus ik had een paar dagen lang de hele stad afgezocht. Ik was bij de kerstboomverbranding in Floradorp geweest, ik was met een kraanwagen van de brandweer mee geweest – echt van alles.”
“Ik had ook wel wat klaarliggen, maar ik was niet echt blij, dus ik was van plan om op 1 januari opnieuw de stad in te gaan. En toen kwam ik thuis van een oud-en-nieuwfeestje en zag ik dit, voor mijn voordeur. Het bleek een voorbode voor hoe het vaak zou gaan: vaak had ik iets in mijn hoofd, maar meestal gebeurde dat dan niet.”
Chasing Amsterdam van Julie Hrudová. Met een voorwoord van Stefano Keizers. Uitgeverij Ipso Facto, 152 blz., € 34,95. In het café van Pakhuis De Zwijger is tot en met 28 januari een selectie van Hrudová's straatffoto’s te zien.