PlusInterview

Stadsdeelbestuurder Raoul White over Zuidoost: ‘Onze kinderen worden veel gewezen op de negatieve dingen hier’

Stadsdeelbestuurder Raoul White: ‘We zijn niet ongelijk aan het investeren, we zijn aan het repareren. Zuidoost is lange tijd onderhevig geweest aan achterstallig onderhoud.’ Beeld Friso Keuris
Stadsdeelbestuurder Raoul White: ‘We zijn niet ongelijk aan het investeren, we zijn aan het repareren. Zuidoost is lange tijd onderhevig geweest aan achterstallig onderhoud.’Beeld Friso Keuris

Hij moest zelf vroeger weleens ‘glippen’ om met het ov naar school te kunnen. Nu strijdt stadsdeelbestuurder Raoul White (50) ervoor dat jongeren in Zuidoost dat nooit meer hoeven te doen. ‘Alles waar we het tot nu toe over hebben, heb ik zelf ervaren.’

Tim Wagemakers

Met tientallen activiteiten wordt deze week in De Week van Zuidoost de diversiteit van het stadsdeel gevierd. Maar op zoek naar het dna van Zuidoost kun je ook langs bij Raoul White. Getogen in Zuidoost kan hij je alles vertellen over dat ‘unieke Zuidoostgevoel, dat gezellige en beetje rauwe’.

Wat dat dan is? Nou, vertelt White, neem festival Kwakoe. Daar werden altijd voetbalwedstrijden georganiseerd en de jonge White, talent uit de jeugdopleiding van AZ, mocht van zijn trainer niet meevoetballen. Te groot risico op blessures. Maar, van Edgar Davids tot Michael Reiziger, al zijn leeftijdsgenootjes waren er. “Ik ging gewoon voetballen, klaar. Dat was iets van de community, daar moest je bij zijn. Er is hier een heel sterk wij-gevoel.”

Hij kent ook de andere kant van het stadsdeel, de hoge criminaliteitscijfers en schooluitval bijvoorbeeld. Hij kent het uit zijn jeugd, maar ook uit zijn werk in een jeugdgevangenis in Amsterdam-West of voor onder andere welzijnsorganisatie Swazoom. Mede daarom lonkte de politiek. “Ik vind dat je verantwoordelijkheid groeit naarmate je een dagje ouder wordt.” Sinds vorig jaar mei is hij stadsdeelbestuurder.

Dat u de politiek in wilde ging niet onopgemerkt. Er is flink aan u getrokken.

“Klopt. Ik heb met meerdere partijen gesproken, PvdA en D66, overwegend links-midden. Maar het gevoel bij GroenLinks was goed. Ik ben blij met mijn keuze. Ik was laatst op het partijcongres van GroenLinks, waarbij ze het pand deelden met de PvdA.” White glimlacht. “Heb je het leeftijdsverschil gezien per zaal? Dan is GroenLinks toch meer van de jongeren. Daar hou ik van.”

U bent opgegroeid in Zuidoost. Hoe was dat?

“Ik kwam op mijn zesde naar Nederland vanuit Suriname. Ons hele gezin is goed terechtgekomen, maar het was niet altijd makkelijk. Ik heb ook op momenten honger gehad. Ik heb ook moeten glippen (zonder kaartje rijden, red.) omdat mijn strippenkaartje vol was en ik naar school wilde maar geen geld had. Dat ik hier zit is geen gegeven. Er was verleiding van de straat om andere, hoe zeg je dat, minder slimme keuzes te maken. Dat heeft mij gevormd.”

Wat ziet u als u kijkt naar die jongen toen en de 31.000 jongeren die nu opgroeien in Zuidoost?

“Het is niet makkelijker geworden. Het leven is veel sneller voor die jongeren. Het tempo is hoog, de verwachtingen zijn hoger. Ik had één paar schoenen, maar ik was een blij kind en best gelukkig...”

Maar nu moet je elke zes maanden nieuwe schoenen hebben.

“Snap je. Dat beeld hebben jongeren echt. En dus moeten ze die big bucks verdienen. Dan zeg ik: ga lekker bij de Appie werken, zij betalen niet slecht. Maar dat is niet sexy, levert geen prestige op. Ze willen bij de Arena werken, dicht bij Ajax, ook al betaalt het minder. Of ze gaan minder legale dingen doen. Ze worden gevoed met foute denkbeelden, ook door social media.”

Wat kunt u daaraan doen?

“Onze kinderen worden veel gewezen op de negatieve dingen hier. Je wordt er niet vrolijk van. Tegelijkertijd worden heel veel successen uit het stadsdeel niet gevierd, terwijl onze jeugd rolmodellen uit de buurt nodig heeft. Mijn oom was zo’n rolmodel voor mij, die me liet zien dat je succesvol kon worden in Zuidoost. Dat gun ik iedereen. Ik wil onder meer rolmodellen verbinden met onze jongeren, zodat zij geloven in de toekomst.”

Wat is in al die jaren hetzelfde gebleven?

“Dat we het in Zuidoost nog steeds heel gezellig hebben. Er zijn veel problemen, maar desondanks hebben we 170 culturen die goed samenleven. Dat is niet simpel hè, met al die verschillende denkwijzen, religie, afkomsten en talen.”

Zuidoost heeft veel uitdagingen. Waar richt u zich op?

“Zuidoost is een sleeping giant, waar 30.000 woningen moeten komen. Ik moet bewaken dat ook de mensen die er nu wonen een betaalbare wooncarrière kunnen maken. Dat is lastig, bouwen wordt duurder om allerlei redenen, dus beleggers kijken steeds meer naar wat ze uiteindelijk overhouden in hun binnenzak.”

En dus willen ze duurdere woningen neerzetten.

“Exact. Terwijl de jeugd en gezinnen betaalbare woningen nodig hebben. We moeten dus sturen. Ik ben blij dat we 1100 jongerenwoningen gaan bouwen de komende twee jaar en dat mensen uit de buurt voorrang krijgen op woningen. Te veel mensen die iets meer gaan verdienen gaan Zuidoost uit: naar Almere, Waterland, Purmerend.”

Net als u? U woont in Purmerend.

“Ja, ik ben daar een voorbeeld van. Ik weet waar ik het over heb hè, ik bedenk het allemaal niet. Alles waar we het tot nu toe over hebben, heb ik zelf ervaren.”

Als het had gekund had u hier gewoond.

“Dan was ik never nooit nergens anders heen gegaan. Mijn leven is altijd in Zuidoost geweest.”

De aandacht groeit voor Zuidoost. Het stadsbestuur wil hier ongelijk investeren voor gelijke kansen.

“Dan zeg ik: we kunnen pas ongelijk investeren als we minimaal op hetzelfde niveau zitten als andere stadsdelen. We zijn niet ongelijk aan het investeren, we zijn aan het repareren. Zuidoost is lange tijd onderhevig geweest aan achterstallig onderhoud. Dat betekent dat het effect daarvan terug te zien is in de wijk; in armoedecijfers, onderwijsuitval, criminaliteit.”

En dus is er nu een Masterplan, gepaard met grote woorden en ambities, maar ook nog veel onduidelijkheid. Wat heeft de alleenstaande ouder eraan die nu vooral bezig is met het eind van de maand halen?

“Weet je, bij het masterplan wil ik juist daarom dat we niet allemaal nieuwe dingen gaan zitten bedenken, maar vooral kijken wat er al is en dat versterken. Zodat buurtcentra niet verdwijnen, of andere plekken waar bijvoorbeeld die alleenstaande ouder hulp krijgt.”

‘Niet over ons zonder ons’ leeft hier erg, ook bij bestuurders. Tegelijkertijd botsen betrokken Amsterdammers vaak tegen het systeem dat uiteindelijk de regie niet durft los te laten.

“Er moet een omslag komen. Ambtenaren moeten meer loslaten, maar wij als bestuurders moeten ambtenaren de ruimte geven om dat ook echt te durven. Durf fouten te maken. We staan met elkaar op het veld voor dezelfde wedstrijd.”

Over wedstrijden gesproken: u heeft hoog gevoetbald vroeger, in de jeugdopleiding van AZ.

“Ja, maar nooit het eerste gehaald, dus dat telt niet.”

Neemt u daar nog iets van mee in uw werk nu?

“Ik was laatst op een bijeenkomst met Harvey Esajas (voormalig profvoetballer, red.). Wij hebben samen in de Amsterdamse selectie gespeeld, met jongetjes van AFC. Wij waren de baas van die groep. Waarom? Omdat we karakter hadden. Als ik naar de training ging, moest ik glippen omdat ik echt niet te laat mocht komen. En als ik te laat was ging ik echt niet zeggen waarom. Ik ga toch niet zeggen dat ik geen geld had om een kaartje kopen? Dus ik kreeg op mijn flikker. Wij zijn daar sterker van geworden, maar dat lukt lang niet iedereen. Dat besef draag ik mee. Dat speelt veel meer in Zuidoost dan in Zuid.”

U zei ‘een dagje ouder te worden’, uw missie is jongeren kansen geven. Hoe goed kent u hun wereld nog?

“Ha! Ik ben al twintig jaar trainer van jonge gastjes. Ik ken al hun topics, luister hun muziek, kijk hun films en spreek hun taal.” Dan, met een bulderende lach: “Als ik zo de deur uit ga, versta jij echt niet wat ik zeg.”

‘Dat kind dat Zuidoost zo graag achter zich wilde laten, zit nog altijd in me’

Als kind kon schrijver Dan Afrifa (28) niet wachten om de Bijlmer te verlaten. Nu hij in de binnenstad woont gaat hij in gesprek met vrienden die trouw bleven aan Zuidoost, en slaat de twijfel toe.

Lees hier verder hoe Dan Afrifa terugkijkt op ‘zijn’ Bijlmer.

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden