Amsterdammer helpt Amsterdammer
Sophia Verkruijzen gaf altijd aan anderen, maar vergat zichzelf: ‘Doorzetten, zo ging dat in mijn familie’
Op veel plekken in Amsterdam wonen mensen in armoede. Met hulp van Paroollezers laat de stichting Amsterdammer helpt Amsterdammer wekelijks een wens in vervulling gaan. Vandaag: Sophia Verkruijzen (58). De aanbouw van haar woning in Noord moet hoognodig worden vervangen, ze vraagt een bijdrage van 600 euro in de kosten.
De ras-Amsterdamse Sophia Verkruijzen draait er niet omheen wanneer ze vertelt over haar financiële situatie. “Krap en klote, dat is het nu even.” Verkruijzen woont samen met haar man Harry en hun oudste zoon in Amsterdam-Noord, en slaapt zelf in de woonkamer. “Dat bed hebben mijn kinderen voor me geregeld, want ik kom de trap haast niet meer op. De ene dag kan ik nog wel een stukje lopen, de volgende dag ben ik net een oud wijf.”
Verkruijzen heeft veel tegenslag gehad in het leven. Vanaf jonge leeftijd heeft ze al gezondheidsklachten, van darmproblemen tot versleten knieën en reuma. Twaalf jaar geleden kreeg ze een ernstig auto-ongeluk, waaraan ze een verminderd geheugen en een evenwichtsstoornis overhield. Later kreeg ze baarmoeder-, huid- en bloedkanker.
Werken gaat niet meer, en sinds haar man in de jaren negentig óók een gewrichtsaandoening ontwikkelde en amper meer kon werken, zijn de schulden flink opgelopen. Ze krijgen een uitkering en staan onder bewind. Ze moeten rondkomen van 60 euro per week en krijgen hulp van de Voedselbank.
“Maar ik blijf lachen,” zegt Verkruijzen. Ze bedoelt dat letterlijk: als ze in het bijzijn van haar kleinkinderen weer eens haar balans verliest en omvalt, doet ze net alsof ze geen pijn heeft, zodat de kinderen ongegeneerd kunnen lachen. Toen een vriendin haar meenam op vakantie en Verkruijzen bij het zwembad uitgleed, beet ze een week lang door de pijn heen om de pret niet te bederven; terug in Nederland bleek ze een gebroken been te hebben.
Iets te gul
Die houding zit in haar genen: “Doorzetten, zo ging dat in mijn familie. Mijn vader en oom hadden allebei kanker, zij deden er ook heel makkelijk over. Dat je ziek bent, betekent niet dat je niks meer kan doen.” Zo houden Verkruijzen en haar man zich nog aardig druk met vrijwilligerswerk voor onder meer de Voedselbank en een buurthuis, waar haar 83-jarige vader de beheerder is. “Ik vind het leuk en als ik de hele dag hier blijf zitten, denk ik dat ik helemaal aftakel.”
Verkruijzen is een geboren en getogen Amsterdamse, en leerde Harry kennen op de middelbare school in Osdorp. Ze zijn 43 jaar samen. Ze kregen vier kinderen en ook Harry’s vader woonde lange tijd bij hen. Harry had drie banen – bij de afvalverwerking, een houthandelaar en de manege die hij met zijn vader runde – en Sophia bleef thuis om voor iedereen te zorgen, totdat de kinderen iets ouder waren.
Misschien hadden ze meer geld over gehad als ze al die jaren hadden gespaard. Maar Verkruijzen lijkt naar eigen zeggen erg op haar moeder: zorgzaam, vrijgevig en iets te gul. “Zij heeft altijd tegen me gezegd: wees niet zoals ik, want de mensen gaan van je profiteren. Maar ik wilde het niet geloven. En we hadden het ruim, dus we konden het missen.”
Dus gaf het gezin regelmatig geld aan vrienden en buren in nood. Ook stond het huis altijd vol met drankjes en eten voor grote buurtfeesten, en de kinderen mochten zoveel vrienden uitnodigen als ze maar wilden.
Klompenhok
Toen Harry ziek werd, veranderde alles. Hij raakte twee banen en 30 procent van zijn inkomen kwijt; rondkomen ging steeds moeilijker, en na de invoering van de euro begonnen de schulden flink op te lopen.
Verkruijzen schiet even vol als ze vertelt hoeveel vrienden ze heeft verloren omdat ze ‘nee’ moest verkopen en juist bij hen aanklopte voor hulp. “Mensen die ik altijd had geholpen met honderden euro’s, konden mij nog geen brood of rol wc-papier geven. Het voelde alsof ik niets meer waard was.”
Momenteel is er één kostenpost waar ze maar niet aan toekomen: het ‘klompenhok’, wat eigenlijk een aanbouw is, moet worden opgeknapt. “Ik heb het altijd een klompenhok genoemd, ik weet eigenlijk niet waarom,” zegt Verkruijzen met een lach. In de aanbouw staan onder meer haar ijskast, vriezer, wasmachine en een voorraadkast – spullen die ze niet in de keuken kwijt kan. “Maar het plafond lekt en de ramen zijn kapot. Het hok staat eigenlijk op instorten. Ik wil liever niet bietsen, maar het moet echt vervangen worden.”
Stuur uw reactie met vermelding van telefoonnummer naar aha@parool.nl. Meer info: amsterdammerhelptamsterdammer.nl
Vorige week vertelde Amina Affari dat een oppas voor haar hond Happy zou betekenen dat ze zelf op zoek kan naar passend werk. Judith Belinfante doneert.
Chihuahua Happy is in het leven van Amina Affari (23) de meest stabiele factor. De twee zijn onafscheidelijk. “Waar ik ga, gaat Happy.” Ze houdt vreselijk veel van hem.
Affari werd op haar achtste uit huis geplaatst omdat haar moeder last had van schizofrenie en psychoses. Ze ging naar de crisisopvang en kwam daarna met haar broertje bij een pleeggezin terecht. Door alle sores werd ze van school gestuurd. Ze stroomde door naar het mbo, maar halverwege haar opleiding verpleegkunde speelde haar verleden haar dusdanig parten dat ze moest stoppen.
Via een leerwerktraject van de gemeente heeft Affari het afgelopen halfjaar werkervaring opgedaan. Ze zou graag met ouderen werken, maar de zorg die hond Happy nodig heeft, belemmert haar plannen. Hij kan niet lang alleen zijn en moet regelmatig naar buiten. Met een oppas voor Happy kan Affari op zoek naar passend werk. “Happy mag niet weg, maar het zou fijn zijn als ik een volgende stap kan maken.”
“Soms hebben we iemand nodig die ons helpt – juist als we het niet verwachten,” zegt Judith Belinfante (79). De gepensioneerde Amsterdamse werkte voorheen in de cultuursector, was Tweede Kamerlid en is nu vrijwilliger voor migranten- en vluchtelingenkinderen die Nederlands leren in Amsterdam-West. “We moeten opletten, want er zijn meer Amina’s in Amsterdam dan wij denken. Zij staat er helemaal alleen voor. Het zou fijn zijn als we allemaal weleens overwegen of we iets kunnen doen – zodat men uiteindelijk voor zichzelf kan zorgen.” Daarom helpt Belinfante Affari graag met een donatie.