Pop: Diverse artiesten - 50 jaar Nederpop ***
50 jaar Nederpop - rare & obscure ****
Reggy, Ponthon, Loulou en Andy heetten ze. In 1957 waren ze van Soerabaja naar Nederland gekomen. In Indonesië maakten ze al muziek onder de naam The Timor Rhythm Brothers, hier doopten ze zich om tot The Tielman Brothers. Hun stijl: rock-'n-roll.
In 1958 traden ze een half jaar op tijdens de wereldtentoonstelling in Brussel. Rock-'n-roll had in Europa nog maar nauwelijks voet aan de grond gekregen en de bezoekers wisten niet wat ze hoorden. En zagen, want de Tielmannen maakten werk van de presentatie.
Fendergitaren (bijzonder in die tijd), flitsende pakken en identieke danspasjes. Gitaren werden met de tanden bespeeld en de drummer beklom geregeld de trommels. Dat alles indachtig de opvatting van pa Tielman dat het publiek vooral met de ogen naar muziek luistert.
Twee Belgische jukeboxbazen vroegen de broers een plaatje op te nemen. Er werden slechts een schamele vijfhonderd exemplaren verkocht van het in 1958 verschenen Rock little baby of mine, dat klinkt als Elvis begeleid door een surfgroep, maar het is volgens hen die er in hebben doorgeleerd wel Nederlands eerste rock-'n-rollplaat en daarmee het startsein van de Nederpop.
Bij de feestelijkheden rond de vijftigste verjaardag van de Nederpop hoort het verschijnen van twee cd-boxen. Op het vijf cd's tellende 50 jaar Nederpop komen vooral de hoogste regionen van de Top 40 aan bod, op de vier cd's van 50 jaar Nederpop - rare & obscure gaan Leo Blokhuis en zijn medesamenstellers meer de diepte in.
De boxen worden gepresenteerd als 'het meest complete' overzicht van de Nederpop. Daar valt over te twisten. De in 1999 verschenen serie Pop van eigen bodem bestond uit evenveel cd's en De geschiedenis van de Nederlandse popmuziek be vatte er zelfs één meer. 50 jaar Nederpop loopt weliswaar door tot heden, maar als het gaat om de meer recente Nederpop, de jaren negentig en het huidige decennium, stellen de boxen nogal teleur.
Vergeefs is het zoeken naar - we doen een greep - Bettie Serveert, Osdorp Posse, Spinvis, Voicst of Moke. Die hebben nooit kanjers van hits gescoord, maar waren of zijn wel van groot belang voor de Nederpop. Het evenmin onbelangrijke platenlabel Excelsior moet het doen met één song. Dance, toch Nederlands meest succesvolle muzikale exportproduct, wordt zelfs geheel genegeerd.
De box met de hits bevat op de eerste drie cd's precies die nummers die je verwacht. Venus, Hocus pocus, Radar love; het is het klassieke repertoire. Maar op de cd met muziek uit de jaren negentig, de tijd waarin Nederlands de gangbare zangtaal werd, gaat iets fout. Natuurlijk horen Van Dik Hout en Acda & De Munnik in deze box, maar Guus Meeuwis? En Stef Bos? Op de laatste cd duikt zelfs Jeroen van der Boom op. Is dat ook een nazaat van The Tielman Brothers?
Heel wat leuker is het rare & obscure-gedeelte. Uit de kelders van het Nederlandse Instituut voor Beeld & Geluid, dat 's lands grootste platencollectie beheert, diepten Blokhuis en de zijnen even vreemde als leuke singles op. De maker van Iekk! I'm a freak, ene Adjéèf the Poet, blijkt een heel jonge Ad Visser te zijn. En de zanger van beatgroep Ivo and the Furies kennen we nu als Ivo Niehe.
Hartstikke leuk allemaal, maar toch roept ook rare & obscure vragen op. Waarom krijgen we wel een nummer van Alquinvoorloper Treshold Fear te horen, maar mag Alquin zelf niet meedoen? Net zoiets: waarom is wel een nummer gekozen van L'Attentat, de groep van Claw Boys Clawdrummer Allard Jolles, maar wordt Claw Boys Claw zelf overgeslagen?
En nu we het toch over Amsterdamse gitaarrock uit de jaren tachtig hebben: waar zijn eigenlijk de Fatal Flowers?
Er zit niks anders op: deze boxen moeten een vervolg krijgen. (PETER VAN BRUMMELEN)
(UNIVERSAL)