PlusAchtergrond

Padel is de snelst groeiende sport van Nederland: ‘Het is een soort sportfeestje, heel sociaal’

Sophie van Hoytema.  Beeld Birgit Bijl
Sophie van Hoytema.Beeld Birgit Bijl

Padel is de snelst groeiende sport van Nederland. Wat maakt dit racketspel zo ongelooflijk populair? Drie Amsterdamse spelers leggen het uit.

Dianne Bleeker

Sophie van Hoy­tema (47), zangeres en presentatrice, De Baarsjes:

“Samen met vriendinnen ben ik tijdens de lockdown aan padel begonnen. Normaal hockeyde ik, maar teamsporten konden niet doorgaan, dus toen kwam een vriendin op het idee om te gaan padellen. We waren direct verslingerd, het is zo ongelooflijk leuk. Het spelletje is heel dynamisch en laagdrempelig. Je kunt meteen spelen, ook al heb je weinig ervaring.

Doordat je het met z’n vieren speelt is het ook erg sociaal. Je moet echt samenwerken. Er wordt veel gelachen, als een bal grappig terechtkomt of iemand vol voor de bal gaat en hem net haalt. Dat maakt het heel gezellig op de baan. De rally’s zijn lekker lang, langer dan bij tennis.

Met ons vriendinnengroepje zijn we een of twee keer per week gaan lessen, zodat we het spel beter gingen begrijpen. Als je wat lessen hebt gevolgd, snap je bijvoorbeeld beter hoe je met die glazen wand kan spelen en hoe je je opstelt in het veld. Daardoor kun je wat tactischer spelen.

We padellen bij Padel Dam. In het begin hadden ze vier banen, maar dat is nu al gegroeid naar zeven. Dat laat wel zien hoe populair padel is geworden. Zelf vind ik het heerlijk om buiten te spelen, maar die optie om naar binnen te gaan is ook erg prettig als het koud wordt of regent.

Naast trainen blijft het leuk om een uur op de baan te staan. We hebben al ideeën om toernooitjes te organiseren met vriendinnen uit andere steden, oude teamgenootjes. Je ziet veel hockeymensen op de baan, die niet meer konden hockeyen en naar padel zijn uitgeweken, heel geestig. Nu hockey weer is begonnen, zet ik padel niet opzij. Het blijft er wel in, omdat ik het zo ontzettend leuk vind. Na de eerste twee lessen heb ik meteen padelschoenen en een racket aan­geschaft.”

Rosco Muller.  Beeld Birgit Bijl
Rosco Muller.Beeld Birgit Bijl

Rosco Muller (35), ondernemer, Oud-West:

“Jaren geleden was ik met vakantie in Madrid. Ik verveelde me in een overdekt winkelcentrum en belandde in een lift. Ik heb toen waarschijnlijk op de verkeerde knop gedrukt, want ik kwam op het dak terecht. Daar zag ik vijf of zes padelbanen. Ik had het nog nooit gezien. Er kwam een man op me af gelopen, die in het Spaans zei: ‘Hoi, welkom. Heb je een baan geboekt?’ Een seconde daarop kreeg ik een racket in mijn handen gedrukt. Of ik het niet even wilde proberen. Ik speelde met die man tegen twee Spaanse vrachtwagenchauffeurs, die beiden zo’n 40 kilo aan overgewicht hadden. Ik verloor elk potje. Op dat moment was ik toptennisser. Ik dacht: wat gebeurt hier? dacht ik. Ik heb gelachen, alleen maar gelachen. Ik was meteen hooked.

Toen ik terugkwam in Nederland belde ik iedereen op: we gaan padellen. Ik was gewend aan verliezen door het tennissen, maar ik was niet gewend om te verliezen zonder kennis. Ik had geen flauw idee wat ik aan het doen was, maar ik vond het leuk.

Uiteindelijk is het een business geworden. Ik was al ondernemer, maar vanuit een droom kwam een ambitie. Die ambitie is echt faciliteren. Op dat moment, in 2014, kon je maar op één plek in Nederland padellen, in Vijfhuizen. De absolute pionier van padel is Bert-Jan Hendriksen. Hij heeft het daar in 2006 opgezet. Momenteel zijn er alleen al in Amsterdam 52 banen, het loopt helemaal uit de hand. In de piekuren komen we echt nog 200 banen te kort. Inmiddels zijn er vier Peakz-clubs in Amsterdam. Zelf heb ik net ontslag ­genomen bij Peakz om padel op een andere ­manier groot te gaan ­maken in ­Nederland.

Bij padel komt zoveel adrenaline, endorfine en dopamine vrij. Het is heel verslavend. Het leukste is om samen met je vrienden te spelen. Bij padel krijg je eigenlijk altijd een tweede kans. Dat maakt het op het gebied van de racketsport ook voor de motorisch gestoorde ideaal. Het is veel toegankelijker dan bijvoorbeeld tennis, maar niet makkelijker. Je kunt het zo moeilijk maken als je zelf wilt.”

Boris Lange (31) Beeld Birgit Bijl
Boris Lange (31)Beeld Birgit Bijl

Boris Lange (31), videomaker, presentator en ondernemer, Centrum:

“Ik ben een jaar geleden in Madrid met padel begonnen. Ik was daar met een kennis. Hij speelde al heel fanatiek en zei tegen mij: ‘Neem een racket mee, dan gaan we een keertje padellen jongen.’ Ik heb twintig jaar getennist, dus ik heb een goede tennisachtergrond. We speelden toen in een loods in een buitenwijk. Daar stond het bomvol met Spanjaarden die op het allerhoogste niveau met elkaar aan het spelen waren. Ik had daar net voor het eerst een padelracket in mijn hand, toen een jongen naast mij schreeuwde: ‘Hé, je staat naast Lebrón.’ Dat bleek een van de beste padelspelers ter wereld te zijn. Had ik meteen op de allereerste dag de Frenkie de Jong van het padellen ontmoet.

Het eerste wat ik zei toen ik terugkwam in Nederland was: ik wil lessen volgen en wedstrijdjes spelen. Nu speel ik drie of vier keer per week bij Peakz Padel en krijg ik training van Leander van der Vaart, een legend in de padelwereld.

Padel heeft alles. Het is een soort sportfeestje met elkaar, heel sociaal. Het spelletje heeft alle voordelen van tennis en squash. Maar bij tennis sla je weleens een bal het bos in en dan moet je hem gaan halen. Bij padel heb je gewoon een muur achter je en rolt die bal vanzelf weer naar je toe.

Naast dat de sport heel verslavend is, zorgt het ook voor extra contacten. Inmiddels speel ik op een leuk niveau, maar er kan nog wel een tandje bij, hoor. Ik speel geregeld een toernooi met alle clubs in Amsterdam en omstreken. Daar doen gewoon gerust tachtig mensen aan mee.

Nu heb ik zelfs een padelleraar van de club in mijn huis wonen, Jaime Blanco uit Madrid. We zijn goede vrienden geworden. Hij leert me ook een woordje Spaans. Alles dankzij padel.”

Het spel en de regels

Padel is in Mexico ontstaan en is vanuit Zuid-Amerika overgevlogen naar Spanje. Daar is het naast voetbal de populairste sport van het land. Sinds een aantal jaren is padel ook enorm geliefd in Nederland. De Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond denkt dat er momenteel zo’n 75.000 actieve padellers zijn in Nederland en verwacht dat dat er in 2024 140.000 zijn. In Amsterdam zijn 52 padelvelden.

De sport is een combinatie van tennis en squash. Je speelt met z’n vieren, twee tegen twee, in een kooi van tien bij twintig meter omringd door glas en netwerk. De ondergrond bestaat meestal uit blauw kunstgras.

Je mag de bal na de stuit tegen de wand of muur laten komen en je hoeft hem dan pas terug te slaan. Opslaan doe je onderhands, waarbij de bal eerst moet stuiteren achter de servicelijn voordat je serveert.

Het scoreverloop is hetzelfde als bij tennis, namelijk 15, 30, 40 en game. ­Padelwedstrijden zijn best-of-three, waarbij een set wordt gewonnen door het team dat als eerste zes ­games wint.

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden