PlusReportage
Millennialweekend in het bos: ‘Heb jij eigenlijk een reden van bestaan?’
Twintigers en dertigers leven met torenhoge verwachtingen. En met het gevoel van is-dit-het-nou. Onze verslaggever (26) doet mee met een millennialweekend in het bos. Op zoek naar zingeving. ‘Hé Tom, heb jij eigenlijk een reden van bestaan?’
Ik verschuif nog maar eens op het houten bankje waarop ik zit, midden in een grasveld. Voor me staat een reusachtige tipi, daarachter hoge bomen. De zon schijnt. Vogels fluiten. Aan de omgeving ligt het niet.
Ik zucht, krabbel wat woorden en aarzelende zinnetjes op het kladblok dat op mijn schoot ligt. Het fijn hebben met dierbaren. Goed zijn voor mijn gezin. Plezier maken. En ietwat recalcitrant: ik wil geen persoonlijke missie hebben. Ik streep het door. En schrijf het weer op. Want tot iets beters kom ik ook niet.
Het lukt me maar niet om mijn persoonlijke missie te formuleren. Een helder, lekker lopend zinnetje over de vraag waarom ik besta. Wat mijn hogere doel hier op aarde samenvat. Ik heb wat voorzetjes gekregen. Misschien ben ik hier wel om mensen te helpen het leven te relativeren, wat ik zelf zo graag doe. Of wil ik via mijn schrijfsels anderen inspireren, nieuwe inzichten geven? Ik zit zelf meer te denken aan: gewoon hier op aarde zijn en een leuke tijd hebben. Maar dat is niet de opdracht, volgens mij.
Ik ben in Hilversum, op het terrein van Buitenplaats De Hoorneboeg, dat grenst aan het Goois Natuurreservaat, op steenworp afstand van het stadscentrum. De buitenplaats kent een lange traditie van reflectie. Al vanaf 1792, toen het eerste woonhuis er werd gebouwd, trekt het mensen die in rust willen stilstaan bij belangrijke levensvragen. Tegenwoordig is het terrein in handen van een stichting die de traditie voortzet.
Dat maakt het de ideale plek om te werken aan je persoonlijke ontwikkeling, vindt positief psycholoog en millennialcoach Daan Klever. Hij gaat een paar keer per jaar een weekend op pad met een groep millennials die willen leren wie ze zijn en wat ze écht willen.
Daarom zit ik dus op dit bankje. Ik heb me aangemeld voor een van die weekenden (kosten: 995 euro). Ik ben nieuwsgierig naar de vraag waarom er zoveel millennials zweren bij een coach. Wat gebeurt er op zo’n weekend?
Opdrachten
Op een vrijdagochtend in september reis ik naar De Hoorneboeg. Ik ontmoet Klever en de andere drie deelnemers in een riant huis midden in het bos. We leggen onze spullen op de slaapkamers, Klever, 32 jaar, zelf een millennial, wacht op ons in de woonkamer. Hij geeft iedereen een journal. Daarin staan de opdrachten voor het weekend. We mogen niet vooruitbladeren. Maar wat hij al wel kan zeggen: alle opdrachten samen leiden uiteindelijk naar je persoonlijke kompas: je why, how, which en what.
Om te ontdekken wat we écht willen, moeten we eerst onszelf leren kennen, zegt Klever. Daarom gaan we een soort roadmap van ons leven maken, met gebeurtenissen die ons hebben gevormd. En dat vervolgens presenteren aan elkaar. Hij deelt vellen A1-papier uit en wijst naar een bak gekleurde stiften. Kunnen we de roadmap wat mee opfleuren. Een half uur later lopen we met de tekening onder onze arm het bos in, naar de tipi. Daar staan comfortabele stoelen met dekens. Er ligt een Perzisch tapijt. We zitten in een cirkel om een ingegraven vuurschaal met hout.
We gaan presenteren.
Een korte samenvatting: Anouk (30) is getrouwd en heeft sinds kort een zoontje. Ze werkt al vijf jaar bij een grote bank. Ze is erg prestatiegericht, waarschijnlijk om zich te bewijzen tegenover haar vader. Daardoor is ze altijd maar keihard aan het werk en met haar carrière bezig. Momenteel weet ze het even allemaal niet meer. Ze was heel lekker bezig, maar wil nu toch iets anders gaan doen. Maar wat?
Thijs (28) heeft drie jaar in de sales gewerkt en daarna een jaar in het vastgoed, en is door corona werkloos. Hij vond zijn baan niet leuk. Waarschijnlijk trok hij zich te veel aan van wat zijn vrienden voor werk deden. Ook hadden zijn ouders, beiden hoogopgeleid met een prestigieuze baan, hoge verwachtingen. Hij moest naar het vwo, studeren, zoeken naar een serieuze baan. En omdat hij adhd heeft, moest hij medicijnen slikken, want anders kon hij zich niet focussen op een vastgoedcontract. Eigenlijk houdt hij vooral heel erg van sporten en avontuur. Hij is heel spontaan. Maar niet als hij die medicijnen slikt.
Floor (29) is vier jaar jurist geweest en is er inmiddels achter dat dit niets voor haar is. Ze vertelt dat ze als klein meisje vaak ruzie had met haar vader. En daar is ze, denkt ze, rustiger van geworden. Het liefst zou ze een baan vinden waarin ze iets kan betekenen voor een ander. Waarschijnlijk omdat ze dat zelf gemist heeft vroeger.
Ik (26) voel me een beetje een vreemde eend in de bijt. Ik heb geen mooi of lelijk verhaal over vroeger. Ik heb een vriendin, zoontje, leuk werk, geen ouders met hoge verwachtingen. Misschien dat ik mijn werk meer moet loslaten, voeg ik dan toch maar toe als mogelijk probleempunt. Want als ik ’s nachts mijn bed uit moet om naar de wc te gaan, lig ik daarna regelmatig te piekeren over dat ene stuk dat ik toch nog wel wat kan verbeteren.
De groep knikt bemoedigend.
Stoplicht
We lopen terug naar het huis. Het is tijd voor een powerpoint. We zien een stoplicht. Klever vraagt of we groen (gaat goed), oranje (iets minder) of rood (niet zo goed) zijn. Iedereen is groen.
Deze dag staat in het teken van wie we zijn en hoe we willen leven. Klever zegt dat we vanavond een top-5 van ‘onze kernkwaliteiten en kernwaarden’ gaan maken. Het heeft een naam: de Core Quality Challenge. Ik ben er niet gerust op. Opdrachten die klinken als een zware sportschooloefening vind ik per definitie verdacht.
De les is: iedereen heeft kernkwaliteiten, maar we zien die vaak niet. Terwijl het wel fijn is om ze te weten. “Dan weet je wat je te bieden hebt,” zegt Klever. “Een werkgever kan je dan in je kracht zetten. Dat is ook voor het bedrijf het beste wat ze kunnen doen. Want dan gaan je werknemers hard werken en ervaren ze werkgeluk.”
Nadat we hebben gegeten en onze kwaliteiten in duo’s hebben uitgediept, bespreken we onze bevindingen. Thijs zegt dat hij nu al nieuwe inzichten heeft gekregen.
“Wat dan?” vraagt Anouk.
“Dat ik een heel open mens ben. Ik wil mezelf soms als zo’n stoïcijnse, stoere jongen laten overkomen, terwijl ik gewoon een lieve vent ben.”
“Welke van de twee wil je dan zijn?” wil Klever weten.
“Ja, die lieve vent natuurlijk,” zegt Thijs. “Maar ik plaats mezelf soms in een omgeving waar daar minder ruimte voor is. Waar hard zijn je beste kracht is om verder te komen. Een soort slangenkuil.”
Het is even stil. Dan zegt Klever: “Het kan helpen om in je eigen kracht te gaan geloven. En daar ook voor te kiezen.”
Anouk zegt dat ze naast mannelijke kwaliteiten, zoals bevlogenheid en presenteren, ook kracht kan halen uit vrouwelijke kwaliteiten, zoals zorgzaamheid, verbinding, openheid, dingen creëren. “Dus ik heb twee nieuwe kwaliteiten gevonden: openheid en creëren. Die andere had ik al.”
Ik probeer me een beetje afzijdig te houden. Met lichte gêne heb ik vijf kernkwaliteiten geformuleerd. Ze kloppen wel, denk ik, maar heel tevreden ben ik er ook niet over. Ze passen vooral bij wat ik ben en doe: Tom, de journalist. ‘Nieuwsgierig’ en ‘onbevooroordeeld’ zeggen niet zo veel. Ik ben ook heel goed in rekenen. Maar dat doet er nu even niet toe.
Gered door de gong. We beginnen aan een rondje over iets anders: benoem wat voor positieve vibes je krijgt van de anderen.
Klever: “Wat voor gevoel krijg jij bij Anouk, Floor?”
Floor kijkt naar Anouk, denkt even na. En zegt: “Openheid. Ze stelt zich op natuurlijke wijze kwetsbaar op.”
Anouk tegen Thijs: “Jouw openheid en eerlijkheid zijn zó ontwapenend. Je maakt veel verbinding met de mensen om je heen. Daar zit je kracht.”
Floor knikt enthousiast. “Ja, je moet die energie juist gebruiken, in plaats van een suf vastgoedcontract bestuderen.”
Dat vindt Klever ook. “Je bent net een vis die in een boom aan het klimmen is. Ga eens lekker zwemmen, man.”
Thijs moet lachen. “Ja, ja.”
Vuurkorf
We verplaatsen ons naar de tuin. We kijken naar Klever, hoe hij een torentje van hout bouwt in een vuurkorf, en zachtjes blaast. Het is tijd voor onze kernwaarden. Klever zegt dat hij kwetsbaarheid en openheid belangrijk vindt. Toen zijn pa lang geleden een nieuwe relatie kreeg, was daar geen ruimte voor. “Ik denk dat geluk nastreven deels zit in het najagen van je kernwaarden,” zegt hij. “Als je voelt en ervaart wat die waarden zijn, en daarnaar leeft, creëer je je eigen succes.”
“Liefde,” zegt Thijs uit het niets.
“Dat is een heel mooie waarde,” zegt Klever. “Waarom zeg je dat?”
“Ik weet hoe het is om het te hebben, maar ook om te verliezen. Ik deed er alles aan om het terug te krijgen, dat lukte niet. Je moet het niet voor lief nemen.”
We staren naar het kampvuur.
“Mooi man,” zegt Klever.
Hij gaat verder met zijn verhaal. Over hoe we van jongs af aan leren te leven naar de verwachtingen van de maatschappij. Zo kan stress ontstaan, zegt hij, een burnout zelfs. Omdat je niet naar je kernkwaliteiten en -waarden leeft. “Kernwaarden zijn je morele kompas. Er gebeurt iets, je kijkt naar je kompas, je denkt: no way, dit ga ik niet doen. Voor mij is vrijheid kernwaarde nummer één. Daar baseer ik mijn keuzes op.”
Thijs vindt vrijheid ook heel belangrijk. Een kantoor is maar beklemmend. Hij zou wel ergens heel goed in willen zijn. Zoals Mike Tyson. Of Bill Gates. “Ik denk dat iedereen zo’n talent heeft. Je moet er alleen hard voor werken.”
Ik vraag aan Thijs of zo’n talent ontwikkelen een doel van hem is. Dat weet hij niet. Maar hij zou het wel tof vinden.
Al die mensen hebben ‘focus’, zegt Thijs. “Dat is voor mij heel belangrijk. Ik heb dat niet. Maar als je echt greatness wil bereiken in iets, moet je gefocust zijn. Dat zegt Bill Gates ook.”
Klever: “Zij hebben allemaal een passie voor iets. Jij bent ook op zoek naar je passie, als ik je zo hoor.”
Thijs knikt. “Ik boks sinds een paar maanden. Vind ik heel leuk. Maar ik word geen Mike Tyson.”
Ontbijt
De volgende dag staan we om negen uur op. Even ontbijten, en dan melden we ons. Floor zegt dat ze groen-oranje is. Ze heeft veel verwerkt ’s nachts. Sommige kwaliteiten van anderen pasten ook bij haar, had ze bedacht. “Je bent natuurlijk ook meer dan de vijf kwaliteiten die je opschrijft,” zegt ze. Thijs dacht gisteren voordat hij naar bed ging ineens: hé, gezondheid, vind ik ook belangrijk.
We beginnen vandaag met een stiltewandeling. We lopen via het bos naar de heide, die in bloei staat. Hondenuitlaters begroeten me, ik zeg niets terug. Na ongeveer een kwartier lopen, stoppen we bij een boom. Op de grond liggen kussens. We gaan mediteren. Klever zet een bandje op, een warme stem maant ons tot rust. Daarna doen we een visualisatieoefening. We moeten een beeld vormen van het jaar 2025. En hoe we ons leven dan het liefst voor ons zien.
Floor had een fijne fantasie. “Er was rust, relaxtheid. Dat mis ik nu. Terwijl dat een mens wel gelukkig maakt, denk ik.”
Ze vermoedt dat haar onrust is ontstaan doordat ze geen stabiel huis heeft. Ze is veel verhuisd de laatste jaren, van studentenhuis naar studentenhuis. In haar fantasie had ze een baan waarin ze zich ‘ongeremd’ voelde.
Zelf heb ik weinig spannends gevisualiseerd. Ja, dat alles nog bij het oude zou zijn, maar dan vijf jaar later. In een koopwoning, vooruit. Misschien hoef ik niet zo nodig van een goed leven een geweldig leven te maken.
Klever legt uit dat positief visualiseren helpt om je doelen te behalen. “Dat is wetenschappelijk onderbouwd. Je werkt, bewust en onbewust, toe naar de beelden die je al een keer hebt geprojecteerd. Dat je ineens in een situatie komt en denkt: huh, dit heb ik al eens meegemaakt. Neem dit weekend: allemaal gebaseerd op visualisatie. Het is bijna zoals een visioen.”
Ik kijk naar hem, en besef dat hij al twee dagen barst van de energie. Hij is vrolijk, opgewonden, beweeglijk. Misschien kun je met visualiseren ook energie besparen. Omdat je het al een keer hebt beleefd.
Tevreden
De opdracht voor de rest van de ochtend: opschrijven en becijferen hoe tevreden we zijn met onze huidige situatie – werk en privé – en daarna onze ideale situatie omschrijven, vijf jaar van nu.
Ik doe het met frisse tegenzin: het staat me tegen om mijn leven te beoordelen met een cijfer, alsof het een rapport is. En een cijfer kan altijd hoger. Zijn we dan niet gewoon continu aan het toewerken naar een ‘ideale situatie’, die vermoedelijk niet bestaat? Een verlangen dat nooit vervuld raakt?
De rest van de groep lijkt wat gemotiveerder. Anouk zegt dat ze op haar werk veel financiële zekerheid en groeimogelijkheden heeft. Maar dat het inhoudelijk niet haar passie is. Daarom: een 5. Ze pakt haar journal erbij en leest voor: “Het liefst zou ik training en coaching geven, waarin werk en privé in elkaar overvloeien en ik werk vanuit mijn kernwaarden. En ’s avonds energie heb om te werken aan mijn persoonlijke ontwikkeling. Dan zit ik op een 9.”
Klever vraagt me waarom ik het moeilijk vind om doelen te stellen. Hij vindt mijn verhaal tegenstrijdig: ik wil mijn werk loslaten en relativeren, maar ben tegelijkertijd ambitieus. Nooit tevreden over mijn werk, omdat het altijd beter moet.
“Wil je geen boek schrijven?”
Ik zeg dat ik daar weleens over nadenk, maar dat het geen doel is.
“Waarom niet?”
“Omdat ik gewoon lekker ga met mijn werk,” zeg ik. “Ik wil dat vasthouden, er beter in worden, maar me niet vastpinnen op een concreet, meetbaar doel.”
Waarschijnlijk zelfbescherming, zegt Klever. Op die manier kun je niet op je bek gaan, kun je niet falen.
Eeuwigheid
We lopen terug naar het huis voor de lunch. Daarna hebben we een uur pauze, wat voelt als een eeuwigheid, want de afgelopen twee dagen hebben we, behoudens ontbijt, lunch en avondeten, nauwelijks tijd voor onszelf gehad. Anouk leest op de bank een tijdschrift. Floor en ik badmintonnen en proberen een rally van tien slagen te maken. Thijs kijkt in het zonnetje toe.
Dan komt Klever naar buiten met de volgende opdracht: formuleer je persoonlijke missie. Het heeft iets weg van Expeditie Robinson, waarin de nieuwe proef aan de deelnemers wordt uitgelegd. Ik trek een ernstig gezicht, pak mijn spullen en loop met de rest via het bos richting tipi. We moeten daar in het grasveld gaan zitten, op afstand van elkaar, zodat we ons goed kunnen concentreren.
Na een poos komt Klever naar me toe. “Hé Tom, heb jij eigenlijk een reden van bestaan?”
“Niet dat ik weet,” zeg ik.
“Wat is je hogere doel?”
Ik denk even na. En zeg dat het niet voelt alsof ik een hoger doel heb.
“Leef je voor jezelf, of voel je je onderdeel van een groter geheel?”
Weer een moeilijke vraag.
“Ik denk dat ik voor mezelf leef. Ik wil het leuk hebben. Wel samen met mijn gezin, familie en goede vrienden natuurlijk.”
Bij Robinson werd ik nu waarschijnlijk weggestemd.
Wetenschappelijk onderzoek toont volgens Klever aan dat zingeving helpt. Hij levert met zijn werk een positieve bijdrage aan de maatschappij. Wat goed voelt. “Als je gelooft dat je hier bent om anderen te helpen, brengt dat rust.”
Hij vraagt me of ik soms schrijf om anderen te helpen “Wil je relativeren, wil je ze nieuwe inzichten geven? Misschien is dat wel je missie. Dat zou ik je gunnen.”
Anouk heeft intussen alles opgeschreven in haar journal. Ik vraag haar, terwijl we naar de tipi lopen, wat het voordeel is van zo’n persoonlijke missie. Het helpt haar, zegt ze, weloverwogen keuzes te maken, helemaal nu ze moeder is geworden.
“Precies. Ik ben knetter missiegedreven,” zegt Klever. “Sinds ik mijn missie en waardes heb geformuleerd, heb ik mezelf geen moment meer verloren. Als ik een keer twijfel over welke kant ik op wil, haal ik mijn persoonlijke kompas erbij en beslis ik wat ik wil. Ik heb er jaren over gedaan om die helemaal in te vullen, gebaseerd op zelfreflectie, zelfanalyse, kennis en gesprekken. Dat kompas is mijn geloof.”
Anouk leest haar persoonlijke missie voor: “Samen met anderen creëren om ontwikkeling te faciliteren om tot geluk en jezelf te komen.” Klever vindt hem goed. Maar het kan strakker. “Soms weet je even niet meer waarvoor je staat. Dan is het fijn om te bedenken: wat was mijn persoonlijke missie ook alweer? En dan, tak tak, hem zo opnoemen.”
Ik noteer: het persoonlijke kompas vervangt religie. Houvast in een ingewikkelde wereld.
Hardlopen
Het is zondagochtend, het weekend zit er bijna op. Nadat we ontbeten hebben, gaan we een rondje hardlopen. We rennen over de heide en stoppen zodra we een man zien die Lucas heet. Hij geeft ons bokshandschoenen en legt uit dat mentale en fysieke gezondheid hand in hand gaan. Daarna geeft hij ons, een voor een, een duwtje in onze zij. Floor en ik laten het gebeuren. Thijs en Anouk zetten zich schrap. Dat zegt veel over ons karakter, zegt Lucas.
We gaan sparren. Je moet het zeggen als iemand zachter moet slaan. En ook als iemand juist harder moet meppen. Ik sla te zacht. Dat betekent volgens Lucas dat ik bescheiden ben, de kat uit de boom kijk. Dat is niet verkeerd, maar durf ik de confrontatie wel aan te gaan als iets me niet bevalt op werk?
We lopen terug naar het huis. Klever: “Die Lucas, hè? Weet binnen één minuut hoe je in elkaar steekt. Door een duwtje te geven.”
Later die ochtend kijken we naar een filmpje op YouTube van Prince Ea, een Amerikaanse spoken-wordartiest. Hij zegt dat iedereen op aarde een uniek talent heeft. “Het leven draait niet om werken, wachten tot het weekend is en huur betalen. Kies een droom en ga ervoor.”
Anouk zegt dat zulke filmpjes haar wel raken. “Vooral dat gedeelte dat je niet iets een beetje kunt doen, maar er gewoon vol voor moet gaan. En dat iedereen een talent heeft.”
Klever vraagt aan Floor wat haar talent is.
“Pff,” zegt Floor. “Dat weet ik niet. Hij noemt Beyoncé of Oprah als voorbeeld. Maar ik ben een gewoon persoon.”
Maar, vraagt Klever, waarom besta jij ook alweer?
Floor: “Om mezelf en anderen te raken met liefde en geluk.”
Hoe dan?
“Door mijn kernkwaliteiten in te zetten. Ik creëer begrip. Dat leidt tot eerlijkheid, respect en verbondenheid, mijn kernwaarden.”
Het nieuwe vocabulaire lijkt aangeslagen.
Prioriteiten
We sluiten het weekend af door drie SMART-doelen op te schrijven. Dat is belangrijk, want om echt naar de werkelijkheid te gaan, moet je actie ondernemen, zegt Klever. “Als je doet wat je deed, krijg je wat je kreeg. Dat is een quote van Albert Einstein.”
We kunnen onze doelen alleen bereiken door onze tijd efficiënt in te delen. We moeten bepalen wat belangrijk is. Prioriteiten stellen. Aan timemanagement doen. To do-lijstjes maken. Inplannen wanneer we willen werken aan onze persoonlijke ontwikkeling. Met de toekomst bezig zijn. “We pakken het lekker projectmatig aan.”
Ik zie dat Anouk, Floor en Thijs steeds enthousiaster worden. Ze hebben zaterdagavond hun persoonlijke kompas ingevuld met daarin hun persoonlijke missie, kernkwaliteiten en -waarden, concrete doelen. Ze weten wie ze zijn, wat ze willen met hun leven en hoe ze dat gaan doen. Dat wisten ze voor dit weekend niet. Dat moet een heerlijk gevoel van controle geven.
Zelf heb ik het intussen een beetje benauwd gekregen. Het voelt alsof mijn leven een project is geworden dat ik continu moet verbeteren. Met een kompas, met cijfers. Voor sommigen zal dat werken. Maar voor mij is het een druk die het leven niet nodig heeft. Mijn leven gebeurt gewoon.
De zoekende generatie
Waarom hebben millennials een coach nodig? “Onze generatie is zoekende, ambitieus, streeft naar succes en geluk en is overtuigd dat het leven maakbaar is,” zegt positief psycholoog Daan Klever. “We nemen graag een coach in de hand om ons geluk af te dwingen.”
Daarnaast, zegt Klever, zitten veel twintigers en dertigers in een leeftijdsperiode waarin ze veel keuzes moeten maken. Er ontstaat keuzestress, twijfel en onzekerheid, waar millennials moeilijk mee om kunnen gaan. “Dat komt omdat we veel belang hechten aan elkaars prestaties. We laten onze identiteit en ons welbevinden daarvan afhangen.”
Millennials zijn goed en beschermd opgevoed, aldus Klever. Ze hoorden vaak hoe bijzonder ze waren, dat ze later vooral moesten gaan doen wat ze leuk vinden, want alles is mogelijk. “Die hoge verwachtingen moeten we nu waarmaken. Maar dan komen we op de arbeidsmarkt en blijken de banen helemaal niet voor het oprapen te liggen.”
En dan krijg je dat ‘is dit het nou’-gevoel’, zegt Klever. “En dan ben je op zoek naar méér, ben je niet tevreden met het leven.”