PlusInterview

Klimaatoptimist Jelmer Mommers vindt het tijd voor een positieve focus

Ja, het gaat helemaal fout met het klimaat, maar volgens journalist Jelmer Mommers (31) kunnen we er maar beter optimistisch naar kijken. ‘Duurzaamheid is nog nooit zo haalbaar geweest.’

Bart van Zoelen
Amsterdam, 31-05-2019, Ps, Jelmer Mommers, Foto: Lin Woldendorp Beeld Lin Woldendorp
Amsterdam, 31-05-2019, Ps, Jelmer Mommers, Foto: Lin WoldendorpBeeld Lin Woldendorp

Achter het glas van zijn woonkamer staan tomaten, paprika’s, pepers en aubergines. Op het Amsterdamse balkon van klimaatjournalist Jelmer Mommers groeien druiven. Verder verbouwt hij gember (“Gewoon begonnen met een stukje uit de supermarkt.”) en bonen (“Die gaan als een speer.”). En dat nog zonder krachtvoer uit de compostbak op het balkon. Daar houdt hij tijgerwormen. “Die eten nu al vijf maanden onze restjes op.”

Hij begon uit nieuwsgierigheid. “Het is ook gewoon leuk om te weten dat de puntjes van de courgette weer compost worden voor de tomaten. En ik leer nieuwe dingen.” Hij haalt de uitgelopen okselknoppen van de tomatenplant weg om te voorkomen dat ze concurreren met de hoofdtak – “Dat heet dieven, wist jij dat?”

De journalist van De Correspondent haast zich te zeggen dat het niet de bedoeling is zelfvoorzienend te worden met zijn moestuin op tweehoog-achter. Hij weet ook wel: dat gaat niet lukken. “Maar stel je voor dat iedereen een deel van zijn eigen voedsel verbouwt. We kunnen een eind komen. Als ik in de stad stukjes gras of plantsoen zie, denk ik: waarom ligt daar niet een klein ­akkertje?”

Het typeert het idealisme van zijn deze week verschenen boek Hoe gaan we dit uitleggen. Mommers, die naam maakte door te onthullen dat Shell al in de jaren tachtig haarfijn op de hoogte was van de gevaren die ontstaan door opwarming van de aarde, wil een optimistische kijk op klimaatverandering geven. Tegelijk is zijn boek een gitzwart vooruitzicht op de tijd die komen gaat. Heel uitvoerig en in lekentaal vertelt hij over falende oogsten, onomkeerbare kantelpunten en zichzelf versterkende opwarming van de aarde die iedereen gaat raken.

Heeft het dan nut om thuis de broeikasgassenbroekriem aan te halen?

“Het is niet mijn idee dat ik honderd procent moet scoren op de CO2-meter. Dat kan toch niet. Over die groenten dacht ik: laat ik het eens proberen. Zo ben ik ook ooit ­vegetariër geworden en in 2017 gestopt met vliegen. En ik weet dat het gek klinkt voor mensen die veel reizen voor werk of familiebezoek, maar het gaat prima. Zelfs voor werk, ja. Je kunt heel veel via Skype.”

Jelmer Mommers Beeld Lin Woldendorp
Jelmer MommersBeeld Lin Woldendorp

Dat is wat de lezer zelf kan doen, schrijft u. Geen vlees eten, écht groene energie gebruiken, niet meer vliegen. Dat schiet lekker op.

“We moeten het niet hebben van journalisten die in hun vrije tijd tomatenplanten cultiveren achter hun balkondeuren, nee. Het is ook niet om anderen de les te lezen of om mezelf beter te voelen. Ik merk wel: als je je zoveel ­zorgen maakt over klimaatverandering, is het aan­genamer om in lijn met die zorgen en principes te leven.”

Er zijn hele praatgroepen van mensen die knap ongelukkig worden van hun CO2-uitstoot.

“Zo jammer. Als individu kun je daar niet zomaar iets aan veranderen. Dat is nou precies het probleem. De hele ­samenleving is zo ingericht dat je de uitzondering bent. Die norm zou moeten veranderen en ik denk ook dat ie dat al aan het doen is. Het moet alleen sneller, groter, massaler. Dat is de tijd waar we nu in zitten.”

U schrijft zelf al dat uw leefwijze hoogstens een klein beetje minder vervuilend is.

“Dat is het gevaar: dat we elkaar de maat nemen en zeggen: ohhh, je bent vegetariër, maar je hebt nog wel leren schoenen! Op dat niveau komen we nooit verder. Dan krijgen we vanzelf het gevoel dat het er allemaal niet leuker op wordt, dat we van alles moeten inleveren – van barbecues tot ronkende benzineauto’s. Dat krijg je ervan als je gefocust blijft op oplossingen in de individuele sfeer.”

Een beter milieu begint dus niet bij jezelf?

“Echte oplossingen moeten van collectief niveau komen – van de politiek, van het bedrijfsleven. Door de ­manier waarop we ons organiseren en wat we eisen van pensioenfondsen of banken kunnen we veel macht hebben.”

Tijgerwormen in de compostbak op het balkon. “Die eten nu al vijf maanden onze restjes op.” Beeld Lin Woldendorp
Tijgerwormen in de compostbak op het balkon. “Die eten nu al vijf maanden onze restjes op.”Beeld Lin Woldendorp

Uw boek stemt ook somber. Zo schrijft u over een vriend die niets meer wil horen over klimaatverandering en ­ervoor kiest om te weg te kijken van het ongeluk dat zich voor zijn ogen ­voltrekt.

“Hij is heus iemand die duurzaam probeert te leven, maar het totaalplaatje geeft hem geen hoop meer dat het goedkomt. Op een bepaald niveau terecht, maar het is ook ­onvolledig. Er is nu zo veel aan de hand dat ons verder brengt: zonnepanelen, windmolens en batterijen worden snel goedkoper, in de landbouw zijn heel mooie alternatieven. Duurzaamheid is nog nooit zo haalbaar geweest en nog nooit zo goedkoop.”

Waarom wilde u graag een optimistische kijk op ­klimaatverandering geven?

“Het is jammer dat we blijven hangen in angst voor ­klimaatverandering. Die angst is terecht, de wanhoop ook, maar het is geen eindpunt. Het debat gaat heel erg over de kosten van de energietransitie, maar volgens mij is er nog een heel ander verhaal over te vertellen. Kijk naar de ­baten: schone lucht, een lagere energierekening, minder schimmel en vocht in huis. Dat is het verhaal dat ons nu energie kan geven en ons verder kan helpen.”

Maar zijn we op tijd? Gaan de Shells van deze wereld op tijd de draai maken?

“Het probleem is dat Shell nog steeds veel geld verdient met olie en gas en daar graag mee door wil gaan, terwijl de hele wereld in Parijs heeft afgesproken dat we geen ­gevaarlijke klimaatverandering willen. Uiteindelijk kan dat alleen worden opgelost door te stoppen met die vervuilende brandstoffen. Maar dat zullen we niet doen omdat we zo bang zijn voor nog meer klimaatverandering, al kan dat best iets helpen. Ik denk dat we het vooral zullen doen omdat het een kwestie van vooruitgang is. Die brandstoffen hebben ons enorm veel welvaart ­gebracht, maar ze hebben ons ook ongelooflijk op kosten gejaagd, roet in onze longen gebracht, mensenlevens ­gekost, natuurgebieden vernield en zeeën vervuild. Op een gegeven moment kunnen we dat misschien achter ons laten.”

Intussen zijn we op weg naar een ‘hittetijd’: oncontroleerbaar, gevaarlijk en onherbergzaam voor menselijke samenlevingen en veel diersoorten. Is uw optimistische kijk dan niet een soort peptalk tegen beter weten in?

“Er komt niet één moment dat we tegen elkaar zeggen: we hebben echt te weinig gedaan om de wereld duurzamer te maken, het heeft geen zin meer. De wereld vergaat niet, dat punt komt niet. Klimaatverandering is een geleidelijke verslechtering. Alles wat we nu doen, wordt wat moeilijker. Meer ploeteren, minder aangenaam, een minder prettig leven voor onze soort. Geen apocalyps­verhaal.”

U wilt dat we elkaar een ander verhaal vertellen dan dat het te laat is of dat vernietigingsdrang ons in de genen zit.

“Dat mensbeeld is ook te negatief. Fiets door Amsterdam en je ziet het al. Als je zoekt naar mensen die elkaar uitschelden, ga je die zeker vinden. Maar je ziet meer mensen net even een bochtje om elkaar heen maken, even wachten tot de ander is overgestoken. Dat is de norm. Wij zijn samenwerkende beestjes die elkaar de hele tijd helpen. Als iemand van zijn fiets valt, staan er meteen drie anderen bij. Ook dat zijn wij.”

Is uw optimisme ook zelfbescherming? Omdat met een gitzwart vooruitzicht niet te leven valt?

“Ik kom wel degelijk tot de conclusie dat het helemaal ­verkeerd gaat, maar dat is voor mij geen eindpunt. Ik kan mezelf niet psychologiseren. Ik weet niet of ik optimisme nodig heb om het hier uit te houden – ik denk gewoon dat het veel te vroeg is om te zeggen dat het alleen maar misgaat. Laten we eerst vijftig jaar proberen het tij te keren.”

En alle beetjes helpen?

“Dat ik hier groenten kweek, bedoel ik niet als de oplossing voor de hele voedselproblematiek. Zie het liever als een metafoor voor een tijd waarin we weten dat er problemen zijn en zo’n beetje zoeken en leren hoe we het anders kunnen doen. Je weet nooit wat ervan komt. Misschien kan ik nog eens helpen met het opzetten van een buurtmoestuin. Dan weet ik al hoe je tomaten kunt dieven.”

“Dat is het interessante aan de transitie die we nu doormaken. Die is al aan de gang omdat mensen zonder dat ze precies wisten wat het zou opleveren toch iets gingen proberen. Elke keer zetten we een nieuw stapje, en dat is volgens mij ook de manier waarop we het moeten doen.”

Jelmer Mommers: Hoe gaan we dit uitleggen – Onze ­toekomst op een steeds warmere aarde, Uitgeverij De Correspondent, €20.

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden