PlusInterview

Journalist schrijft boek over zijn adoptie: ‘Mijn oma en moeder waren op zoek naar contacten met welgestelde mannen’

Adoptiekind Ton Damen (64) besloot alsnog het spoor naar zijn biologische moeder te volgen, nadat zijn zoon Thomas via een dna-test zijn halfzus Jacqueline had gevonden. Dat leidde van Australië via Nederland naar Zuid-Afrika. ‘Een moeder geeft haar kind niet weg omdat het zo lekker loopt in het gezin.’

Marcel Wiegman
Anna Zandvliet (tweede van links), de biologische moeder van journalist Ton Damen, in het blad ‘Picture Post’, 1956. Ze was als 19-jarige met haar drie broertjes en een zusje als verstekeling vanuit Australië haar moeder Christina (rechts op de foto) achterna gereisd naar Nederland. Beeld Getty Images
Anna Zandvliet (tweede van links), de biologische moeder van journalist Ton Damen, in het blad ‘Picture Post’, 1956. Ze was als 19-jarige met haar drie broertjes en een zusje als verstekeling vanuit Australië haar moeder Christina (rechts op de foto) achterna gereisd naar Nederland.Beeld Getty Images

Journalist Ton Damen wist wel dat hij was geadopteerd. Natuurlijk wist hij het. Nooit hebben zijn adoptieouders, keurige katholieke mensen uit Amsterdam, van wie de vader het zou schoppen tot de top van de Volkskrant, er een geheim van gemaakt. Ze hadden het hem bij wijze van spreken al verteld nog voordat hij kon lopen.

Maar echt willen weten? Damen: “Ik heb het al die tijd verdrongen. Ik dacht: er kan alleen rottigheid van komen. Een moeder geeft haar kind niet weg omdat het zo lekker loopt in het gezin. En dan nog: je krijgt er opeens een hele familie bij. Dat wilde ik mijn adoptieouders niet aandoen, al zouden ze me nooit hebben tegengehouden.”

Op een mooie zomerdag, een jaar geleden, zat hij met zijn zoon Thomas (33) in restaurant De Meerplaats in IJmuiden aan de sancerre. Die had zijn vader wat belangrijks te vertellen: hij had een dna-test gedaan en er was jaren later een match uitgerold met een vrouw die bij hetzelfde bedrijf ook een dna-test had laten uitvoeren. De halfzus van Ton Damen. Thomas had haar inmiddels ontmoet.

Damen behoort tot de eerste generatie adoptiekinderen, na invoering van de Adoptiewet in 1956. Van een zoektocht naar zijn biologische moeder kwam het na de onthulling van zijn zoon alsnog. Zijn adoptieouders zijn jaren geleden overleden, zijn biologische moeder ook. Het gaf hem rust en ruimte in zijn hoofd om op 64-jarige leeftijd het project aan te vatten. Het was ook een mooie manier om terug te kijken op zijn leven. Damen lijdt al enige jaren aan darmkanker.

‘Ik noem mezelf altijd maar een koekoeksjong,’ noteert hij gelaten in het boek dat hij erover schreef. ‘Goedbeschouwd heb ik helemaal geen familie.’

Verstekeling

De eerste verrassing: Damen en zijn halfzus, Jacqueline Jaspers, kenden elkaar al. Damen werkte voor Het Parool als economisch redacteur, Jaspers was voorlichter voor ABN Amro. Op recepties moeten ze elkaar hebben gezien. Ze bleken het in elk geval voortreffelijk met elkaar te kunnen vinden.

De tweede verrassing: zijn biologische moeder, Anna Zandvliet, was in 1956 kortstondig wereldnieuws geweest. Op 19-jarige leeftijd was ze met drie broertjes en een zusje als verstekeling aan boord gegaan van het Engelse schip Orontes om haar zieke moeder Christina vanuit Australië naar Nederland achterna te reizen. Bij aankomst mochten ze voor de microfoon van mediacoryfee Mies Bouwman verslag doen.

Mies: ‘We zouden nu graag in jouw eigen woorden eens horen hoe het allemaal gegaan is. We hebben erover in de kranten gelezen. Maar vertel eens. Het begon met een wandeling langs de kade.’

Anna: ‘Ja, we zijn ’s morgens weggegaan voor een dagje uit. En toen zijn we naar Fremantle gegaan, maar er is in Fremantle niet veel te zien. En toen zijn we naar de haven toe gegaan. Altijd boten en drukte, dat vinden ze leuk. Nu wilden ze graag de binnenkant van een boot zien. Daar gingen een hoop mensen die ruimtes op. Toen zijn we gewoon met de passagiers en bezoekers de boot op gelopen.’

Een prachtig verhaal dat de vaderlandse pers zich niet zomaar liet afnemen, zegt Damen. Maar de werkelijkheid was minder romantisch, zo bleek uit een reconstructie van het Britse blad Picture Post, dat zijn reportage vreemd genoeg illustreerde met een serie elegante foto’s van prachtig aangeklede kinderen.

Damen: “Ze waren zo arm als kerkratten. Ze waren naar Australië geëmigreerd, maar zijn er volledig mislukt. Op deze manier kon de familie terugkeren zonder er een penny aan uit te hoeven geven. Dat hebben ze bijzonder handig gespeeld.”

Kwade genius

Voor het eerst zag hij foto’s van zijn moeder. Zestien maanden na haar aankomst in Nederland werd Damen in Den Haag geboren als Antonius Maria Zandvliet en door zijn oma in een boodschappentas naar Huize Maris Stella gebracht, een tehuis voor ongehuwde moeders. Daar vertelde ze dat haar man, volgens haar zenuwpatiënt, er absoluut niet van mocht weten. Hij zou de schok niet overleven. De moeder van Damen had er niets over te vertellen: ze was in die tijd met haar 20 jaar nog minderjarig.

Anna Zandvliet, schrijft Damen, ‘was in zekere zin exemplarisch voor het verschijnsel ‘afstandsvrouwen’, ongehuwde moeders die onder druk van hun familie, de maatschappij of de kerk hun kind afstaan voor adoptie’.

Maar zo eenvoudig zat het toch ook niet. Na een zoektocht door de archieven in Haarlem, Den Haag en Amsterdam kwam ‘de rottigheid’ alsnog op tafel. De moeder van Damen was weliswaar overdag een voorbeeldig meisje, ’s avonds frequenteerde zij ‘uitgaansgelegenheden’, aldus het maatschappelijk werk, waar zij diende als ‘blikvanger voor de moeder’. Dat ging gepaard ‘met overvloedig alcoholgebruik’. De rapporteurs concludeerden: ‘In een dergelijke situatie werd het kind van mej. Zandvliet verwekt. Een trieste bijzonderheid is dat de verwekker kort daarop, nog niet helemaal nuchter, een dodelijk ongeluk overkwam.’

Daar stond Damen dan. “Toen ze door haar moeder werd gedwongen om mij af te staan,” zegt hij, “beweerde ze dat ze nooit omgang had gehad met een man. In de verslagen lees ik dat ze mij zeven maanden lang niet heeft bezocht in het tehuis. Twee jaar later had ze ineens een moederhart en eiste ze mij terug van mijn adoptieouders. Dat is me toch echt een beetje te veel. Mijn adoptieouders hebben jarenlang in onzekerheid verkeerd of ze mij konden houden. En voor wat?”

Zijn moeder was, zegt Damen, ‘een makkelijk manipuleerbare vrouw’, maar zijn oma was volgens hem ‘de meest leugenachtige van de familie’ en ‘waarschijnlijk ook de kwade genius in het geheel’. “Dat schrijven de maatschappelijk werkers ook. Ze had verzonnen dat opa een zenuwlijder was en dat die van niks mocht weten. Duidelijk is dat mijn oma en moeder op zoek waren naar contacten met welgestelde mannen en dat ze dat liever voor iedereen verborgen hielden.”

Lachend: “Toen Jacqueline en ik elkaar voor het eerst ontmoetten, zeiden we: laten we, onze moeder indachtig, meteen alcohol op tafel zetten.”

Een patroon

In 1960, twee jaar na de geboorte van Damen, leek Anna Zandvliet haar leven weer op de rails te hebben. Ze trouwde en drie jaar werd later halfzus Jacqueline geboren, waarna nog vier kinderen volgden. Maar vlak na de geboorte van de jongste zus in 1972 verliet ze plotseling het gezin om zich met een Britse man te vestigen in Zuid-Afrika, man en kinderen in radeloosheid achterlatend.

Damen, droogjes: “Ik herken een patroon. Oma laat man en kinderen in de steek om vanuit Australië naar Nederland te reizen en haar dochter verlaat man en kinderen om zich vanuit Nederland in Zuid-Afrika te vestigen.”

Hoe kijkt Damen nu tegen familie aan? Het heeft hem, zegt hij, ‘gesterkt in de opvatting dat bloedbanden niet zo belangrijk zijn’. Zijn Georgische vrouw Ellen Vartanova, ja, dat is familie. “Ik ben vooral verbaasd dat ik nog zo’n echt familiegevoel heb opgebouwd met met mijn halfzus. We zijn samen op zoek gegaan en ze heeft me geholpen met het schrijven van het boek.”

Familie, zegt Damen, dat zijn toch in hoofdzaak ‘de mensen in je leven die je niet zelf hebt uitgekozen, maar van wie je ook niet zomaar afstand kunt nemen’.

Straks leest zijn nieuwe familie zijn boek. Wat zullen ze ervan vinden? Damen weet het niet. Hij heeft zijn halfbroer Patrick en zijn halfzus Nicole inmiddels een keer ontmoet. Jacqueline, Patrick en halfzus Brigitte zullen op de boekpresentatie zijn, halfbroer Richard wil hem niet ontmoeten. “Ook zij waren in shock van wat ze hoorden,” zegt Damen. “Ook zij moeten dat verwerken. Maar dat is alles wat ik erover weet.”

Ton Damen: Verstoten – op zoek naar mijn biologische moeder, De Kring, €19,99, verschijnt 8 juli.

Ton Damen in 1958. Beeld privéarchief
Ton Damen in 1958.Beeld privéarchief

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden