PlusReportage
Hier woont alleen de tijd: vader en dochter fotograferen verlaten gebouwen
Vader en dochter Maarten en Billie Slagboom fotograferen verlaten gebouwen. Nu is er een boek. ‘Je voelt je nietig, maar wel op een geruststellende manier.’
Het zijn fabrieksgebouwen en kantoren, maar net zo makkelijk privéwoningen. Wat ze gemeen hebben, is dat ze leeg staan – vaak al járen. Soms ligt er alleen een dikke laag stof, soms is het gebouw vervallen en heeft de natuur er haar intrede gedaan. Je rúikt als kijker dat stof dan wel die planten. Je ervaart de stilte of je hoort in gedachten ergens boven je hoofd een duif koeren.
Waar Maarten (50) en Billie Slagboom (19) sinds 2016 de foto’s maakten en om wat voor gebouwen het gaat, is niet vermeld in het boek Hier woont alleen de tijd, waarin de mooiste foto’s zijn verzameld. “We willen de verbeelding van de kijker niet verstoren. We weten zelf liever ook niet al te veel van een gebouw. Als je weet: hier woonde van dan tot dan mevrouw die en die, ga je dat ook zien. We vinden het veel interessanter het op ons eigen leven te betrekken.”
Maar helemaal geheim is het ook niet waar ze fotografeerden. Er staan enkele in de Verenigde Staten en Taiwan gemaakte foto’s in het boek, de rest maakten ze in West- en Oost-Europa. In België en dan met name in Wallonië was veel te vinden, in Frankrijk en Duitsland ook, maar in eigen land zo goed als niets. “Je hebt overal verlaten gebouwen, behalve in Nederland,” zegt Billie en lacht. Maarten denkt dat Scandinavië ook wel een ramp zal zijn: “Ook zo keurig en georganiseerd.”
Hij is journalist en werkt als eindredacteur bij de VPRO, zij is eerstejaarsstudent geschiedenis aan de UvA. Sinds 2016 hebben ze een gezamenlijke hobby: het fotograferen van verlaten gebouwen. Maarten: “Het begon met een onzinartikel in de krant met als kop ‘Charleroi is de lelijkste stad van Europa’. Mijn reactie was: a. Dat maken wij zelf wel uit, en b. Eropaf! Billie was wel toe aan een verzetje, dus we gingen met zijn tweeën, op een zaterdag. We vonden het prachtig wat we daar zagen: van die verlaten fabriekscomplexen, monumenten van de industrialisatie, helemaal aan hun lot overgelaten. We sloegen aan het fotograferen en wisten: dit willen we vaker.”
Aanvankelijk gingen ze ’s ochtends ‘hysterisch vroeg’ op pad, om dan ’s avonds laat terug te keren. Nu ze alles op dagafstand van Nederland wel zo’n beetje hebben verkend, zijn ze vaak langer weg. Een vaste rolverdeling tijdens hun expedities is er niet, zegt Billie: “We fotograferen allebei en soms weten we later niet eens meer wie welke foto heeft gemaakt. We zijn inmiddels behoorlijk ervaren.”
Maarten: “Als een gebouw onveilig lijkt, schuifelen we voorzichtig voetje voor voetje naar binnen, als ijsmeesters bijna. Maar meestal is het: jij links, ik rechts. We hebben ook een eigen codetaaltje ontwikkeld. Dan hoor ik Billie roepen: ‘Hier pap, kom kijken, een Kiefer!’ Daarmee bedoelen we een muur die eruit ziet als een schilderij van Anselm Kiefer: vol lagen mos en schimmel. Net moderne kunst, maar dan veel mooier.”
Niets stoerdoenerigs
De titel van hun boek ontleenden ze aan een uitspraak van de Taiwanese regisseur Tsai Ming-liang. “Vorig jaar was hij in Eye. Hij vertelde dat hij het verlaten appartementencomplex waar hij zijn laatste film had opgenomen zo mooi vond, dat hij het had gekocht. Hij wilde niet dat projectontwikkelaars ermee aan de haal zouden gaan. Als hij er met vrienden langsloopt, zegt hij: ‘Hier woont niemand, hier woont alleen de tijd.’”
Ze zijn niet de enigen die geïnteresseerd zijn in verlaten gebouwen. De Facebookgroep Abandoned Spaces, waarin foto’s van verlaten gebouwen en plekken worden gedeeld, heeft ruim 1,6 miljoen volgers. Maarten en Billie gaan wel anders te werk dan de meeste fotografen in het genre, zegt hij: “Vaak heeft zulke fotografie iets stoerdoenerigs: kijk mij eens een gevaarlijk gebouw binnen gaan. Daar hebben wij niet veel mee.”
In foto’s van verlaten gebouwen wordt ook nogal eens benadrukt hoe spooky het daar is, evenmin iets waar de Slagbomen in zijn geïnteresseerd. “Het stoort me als in deze tak van de fotografie de zaken zo donker en somber worden voorgesteld,” zegt Maarten. “Onze foto’s zijn juist een viering van het leven. Als ik in zo’n vervallen gebouw loop en ik zie al die door de tijd ontstane lagen, voel ik mezelf ook zo’n laag. Zonder dat het religieus wordt, voel ik me onderdeel van een groter geheel.”
Billie: “Je voelt je nietig op zo’n moment.’
Maarten: “Ja, maar wel op een geruststellende manier. ”
Vorig jaar bezochten ze in het Duitse Halberstadt de kerk waar al sinds 2001 het stuk As slow as possible van John Cage op het orgel wordt uitgevoerd. Na zeven jaar was er weer een klankwisseling. “Er is niemand die het stuk in zijn volheid kan ervaren, de uitvoering strekt zich uit over eeuwen en duurt in totaal 639 jaar. We ervoeren er eenzelfde gevoel als wanneer we een verlaten gebouw bezoeken.”
Rechercheurs
Hoe vinden ze de gebouwen waar ze fotograferen? Zonder Google Earth waren ze nergens, zegt Billie. “Vroeger gingen we niet zo goed voorbereid op pad, nu weten we de exacte coördinaten. Daar gaat veel speurwerk aan vooraf. Soms zie je in een bovenaanzicht van een dorpje een ingestort dak. Hee, dat kan wat zijn. We zijn net rechercheurs.”
Maarten: “Of je komt ergens een foto van een verlaten gebouw tegen, maar er staat niet bij waar hij is gemaakt. Ligt daar nou een envelop op de grond? Inzoomen kan een adres opleveren. Een krant kan een lokaal sufferdje zijn, dat duidelijk maakt waar we moeten zijn.”
Op een locatie komen ze zelden iemand tegen. Maarten herinnert zich levendig de keurige meneer met aktetas die ze tegen het lijf liepen in een verlaten gebouw. “We waren aan het fotograferen en ik dacht: hoor ik nou wat? Ik denk dat hij er de boel aan het opnemen was voor een projectontwikkelaar of zo. Hij ging er zonder meer vanuit dat wij ook een sleutel hadden. We vragen nooit toestemming een gebouw te betreden. Maar een vader en een dochter, dat ziet er al snel vertrouwenwekkend uit. We zorgen ook altijd dat we er netjes uitzien. Die meneer begeleidde ons heel beleefd naar de uitgang. Hij had geen idee dat we er via een raam naar binnen waren gekomen.”
Billie: “Ik had je nog een voetje gegeven.”
Maarten Slagboom en Billie Slagboom: Hier woont alleen de tijd, uitgeverij Kyosei, €37,50.