PlusMijn Amsterdam
Het Amsterdam van CPNB-directeur Eveline Aendekerk: ‘Je kunt kinderen geen groter cadeau geven dan deze stad’
Voor Eveline Aendekerk (51), directeur van boekenorganisatie CPNB, zit het Boekenbal er weer op; de Boekenweek begint. Ze komt graag bij Ons’ Lieve Heer op Solder en voor de mangohummus van Le Sud mag je haar wakker maken.
Mijn buurt
“De Houthavens, nu drie jaar. Ik woon sinds september 1989 in Amsterdam en heb lang getwijfeld over die plek. Op slechte dagen is het toch een Vinexwijk, dacht ik. Maar als de kinderen hier de deur uitlopen, kunnen ze meteen voetballen. Dat was in de Jordaan, waar ik hiervoor woonde, door de drukte wel anders. Plus: daar was je anoniem en hier niet, doordat we hier allemaal nieuw zijn komen wonen. Dan word je met elkaar een hecht buurtje. Met alles dichtbij: ik loop zo de Spaarndammerstraat in.”
Kerk
“Ons’ Lieve Heer op Solder. Ik kwam er voor het eerst toen ik ging studeren. Ik had niet verwacht dat daar een voormalige schuilkerk zat. De boodschap is nog altijd superrelevant, de basis daarvoor is gelegd door Willem van Oranje in de zestiende eeuw: de vrijheid van geloof en geweten.”
Theater
“De Kleine Komedie, het oudste theater van Amsterdam. Intiem, en allang niet meer bedoeld voor de man op een kruk die moppen tapt. Het gaat met zijn tijd mee, bijvoorbeeld door cabaretier Merijn Scholten te programmeren, die in coronatijd met zijn typetjes groot werd op Instagram. Natuurlijk is het ITA, voorheen de Stadsschouwburg, een speciale plek, als huis van het Boekenbal. Het was mijn vijfde.”
Plek om de sporten
“Sportschool Kracht Amsterdam op de Nieuwe Hemweg. Er is een goede sfeer. Het liefst doe ik de engine work-out op zondag. Dan ga ik kapot, maar dat moet ook, want zo hou ik mijn kop helder.”
Restaurant
“Café-Restaurant Amsterdam. Het is er no-nonsense, snel en goed. Het zegt al genoeg dat het er vol zit en ze geen personeelstekort hebben.”
Standbeeld
“Dat van Woutertje Pieterse en Femke, op de Noordermarkt. Het is een moment uit De geschiedenis van Woutertje Pieterse van Multatuli. Femke, de dochter van de wasvrouw, omarmt Woutertje en noemt hem ‘lieve jongen’ omdat hij haar heeft beschermd tegen kwajongens. Woutertje liep daarbij een kapotte lip op. Het beeld staat op de plaats waar Femke hem een zoen gaf. Voor mij betekent het ergens voor staan, tegendraads zijn. Natuurlijk was hij heimelijk verliefd op haar.”
Beste plek om te lezen
“Ik lees overal, maar het heerlijkste is lezen in de zon. Ik wil jaarlijks minimaal vijfentwintig boeken lezen, en dan tel ik de voorleesboeken niet mee. Mijn jongens zijn zeven en tien, dus er wordt nogal wat voorgelezen bij ons, uit een mooi aanbod kinderboeken. Ik hou zelf het meest van Nederlandse literatuur.”
Mooiste herinnering
“In elk geval een legendarische was dat ik met drie vriendinnen uit 5 vwo uit Brabant naar Amsterdam ging. Om te kamperen in het Vliegenbos in Noord. Waarom juist daar? Geen idee. Het was ook mijl op zeven. We kwamen aan bij CS met de bus en toen we uitstapten, vielen de tentstokken uit de tas en kwamen onder de bus terecht. Hele heisa om die in die drukte eronder vandaan te krijgen. Eenmaal op de camping zaten de vier meisjes tussen de blowende Italianen. We zijn twee nachten alleen maar uit geweest, we ontdekten Odeon, met homodiscotheek D.O.K. in de kelder. Alles maakte enorme indruk.”
Lied over Amsterdam
“Zonder twijfel Big City van Tol Hansse. Ik kan het zo meezingen: ‘Een Engelsman zit shocking klem between de deuren van de tram.’ Ik heb dat meegemaakt, toen ik voor het eerst in Amsterdam kwam, met mijn ouders, mijn zusje en buurman Klaas. Er kwam iemand vast te zitten tussen de tramdeuren en die gilde zo hevig, om nooit meer te vergeten. Ik wilde van jongs af aan al naar Amsterdam, ik denk omdat ik me niet wilde aanpassen. Ik had bijvoorbeeld paars haar en dat vond daar niemand gek. Ik ontspan door de stad.”
Lekkerste broodje
“Kip Granada bij Peperwortel, op de Overtoom. Met gemarineerde kippendij, verse kruiden, granaatappelpitjes en harissamayo, op een pitabroodje. Zo lekker!”
Geheim adresje
“Le Sud op de Haarlemmerdijk. Een delicatessenzaak met spullen uit het Midden-Oosten, al lange tijd gerund door heel lieve mensen. Ze hebben wel vijftig soorten hummus, voor die met mango mag je me ’s nachts wakker maken.”
Een avond op stap met
“Als het nog kon: Remco Campert, door hem heb ik de liefde voor de literatuur ontdekt. Een leuke man met zo’n mooie stem, ik heb altijd heimelijk een crush op hem gehad. Ik ging met een vriendin geregeld naar Café Reynders, ooit zijn stamkroeg, maar ik heb hem helaas nooit mogen ontmoeten.”
Mooiste plein
“Haarlemmerplein, ook door die fonteinen daar. Zo leuk voor kinderen om doorheen springen als het warm is. Je kunt ze geen groter cadeau geven dan de stad Amsterdam. Het is maar wat je er zelf van maakt.”
Monument
“Op de gevel van Marnixstraat 382, vlak bij het DeLaMar, staat een gedicht van Emily Dickinson: To make a prairie. Dat gaat over dromen, mijmeren. Ik zou dat in de stad veel meer willen zien, gedichten op gebouwen. Dat zijn toch monumentjes steeds, die de verbeelding kracht geven.”