PlusMijn Amsterdam
Het Amsterdam van acteur Soy Kroon: ‘Af en toe vind ik het leuk om naar een foute bar te gaan, zoals de Bolle Jan of de Bloemenbar’
Acteur Soy Kroon (27) gaat het hele land door met de solovoorstelling Nu ik je zie. De Wie is de Mol- kandidaat winkelt het liefst bij Velour in de Negen Straatjes en fietst in de zomer naar het Twiske om te ontspannen.
Mijn kapper
“Aangezien ik nogal moeilijke krullen heb om te knippen, is een goede kapper essentieel. En die heb ik: Parlour Amsterdam. Ik leerde eigenaar Sharon kennen toen ze bij Rob Peetoom werkte. Ze zet altijd een koffietje voor me en ik kan vaak ’s ochtends vroeg al bij haar terecht. Parlour heeft maar twee stoelen en dat heeft wel wat, merk ik. Bij mij past zo’n gemoedelijke sfeer heel goed.”
Speciaalzaak
“Kookwinkel Meesterslijpers in de Kinkerstraat is een topwinkel. Drinkbekers, kookboeken, de meest gekke taartvormen: je kunt het haast niet bedenken of ze hebben het. Het is een soort rommelwinkel met keukenspullen. Ik hou van koken, maar doe het te weinig. Toch vind ik het leuk om eens in de zoveel tijd goede messen of een snijplank te kopen.”
Kledingwinkel
“Ik ben fan van Velour in de Negen Straatjes. Het is een van de weinig leuke boetiekjes in de stad waar je mooie, bijzondere mannenkleding kan kopen. Het aanbod bestaat uit enkel twee rekken, doorgaans vintage en bijzondere designkleding. De gast die daar werkt vraagt altijd of ik een wijntje of een biertje wil, heel klantvriendelijk dus. De Negen Straatjes vind ik überhaupt het leukste winkelgebied van Amsterdam; op de P.C. Hooftstraat ga je mij absoluut niet vinden.”
Kroeg
“Zonder twijfel mijn stamkroeg: café Cómodo op de Jan Pieter Heijestraat. In Oud-West zit op elke hoek van de straat wel een gezellig kroegje, denk aan De Toog of Barrica. Maar Cómodo blijft voor mij hét centrum van alle kroegen hier in de buurt. Je kunt hier gemakkelijk tot een uur of drie ’s nachts borrelen. Af en toe vind ik het leuk om naar een foute bar te gaan, zoals de Café Bolle Jan of de Bloemenbar. Maar omdat ik niet zo’n danstype ben, komt dat niet vaak voor.”
Beste plek om te ontspannen
“Ik kan er enorm van genieten om in de zomer naar het Twiske te fietsen en daar de hele dag door te brengen. Ik vind het lekker om samen met vrienden daar aan een steigertje te zitten met een biertje. Het fijne aan het Twiske is dat je niet veel mensen tegenkomt. Hoogstens een paar mensen die een fietstocht doen, vaak met behulp van een ouderwetse kaart.”
Broodje
“Dat moet het broodje ‘kippeling’ zijn van Keurslagerij Bastiaan Res. De stukjes kip zijn heerlijk krokant gebakken en met het honing-mosterdsausje is het nog lekkerder. Echt om te smullen. Ook verrukkelijk: het broodje ‘kip dino’ van Renzo, met kippendijen, mayonaise en tomatensaus. Kippeling en kip dino zijn sowieso de allerlekkerste broodjes van Amsterdam.”
Eerste keer in Amsterdam
“Toen ik net drie dagen in Amsterdam woonde, moest ik door de stromende regen fietsend de Overtoom af. Wat was dat vreselijk. Wat een hel, dacht ik, waarom is Amsterdam zo onwijs groot? Nu woon ik vlakbij de Overtoom en moet ik vaak lachen als ik aan dat moment terugdenk. Ik stelde me eigenlijk heel erg aan.”
Restaurant
“Mede dankzij de gezellige kaarsjes op tafel en het goede Franse eten staat café Binnenvisser op de Bilderdijkstraat hoog op mijn lijstje. Ook een favoriet: het Aziatische restaurant Dragon I op de Amstelveenseweg. Het is niet de mooiste plek, met vooral nét iets te veel tl-licht, maar het eten is fantastisch. Voor mij hoeven eetplekken allemaal niet zo hip te zijn. Ik wil gewoon ontspannen aan tafel zitten en desnoods een gekke trui aan hebben.”
Brug
“Dat bruggetje bij het Amstelveld (Brug 74, red.). Voor mijn gevoel is dit de allerhoogste brug van Amsterdam. Mijn fietsende benen kunnen deze brug nooit aan. Elke keer denk ik weer: nu gaat het me wel lukken. Maar nee, dan moet ik toch weer afstappen.”
Wil niet dood gevonden worden
“Het gebied van Centraal Station tot het einde van de Kalverstraat vind ik een hel. Heel zonde als je als toerist denkt dat de Kalverstraat, de Dam of het Leidseplein de mooiste plek van Amsterdam is. Een tijdje terug overwoog ik om een boek vol tips te schrijven voor toeristen waar ze wel en niet naartoe moeten. Bij het Rembrandtplein moet je bijvoorbeeld alleen zijn als je heel erg dronken wil worden.”
Theater
“Het bijzondere aan het DeLaMar is dat je er binnenkomt in een luxe grachtenpand. Dat beeld verveelt nooit. Maar qua sfeer heeft het niet wat de Kleine Komedie of Carré biedt, die theaters hebben pas echt allure. Waar ik ook graag kom, is theatercafé De Smoeshaan, de kroeg naast het Bellevue Theater waar veel toneelspelers bij elkaar komen. Je kunt er – niet altijd even lekkere – tosti’s eten, veel bier drinken en tot in de late uren doorgaan.”
Mijn buurt
“Mijn eerste plek in Amsterdam, inmiddels zo’n tien jaar geleden, was een ministudio op een zolderkamertje aan het Sarphatipark. Hoewel ik goede herinneringen heb aan De Pijp, vind ik het hier de laatste jaren veel te verhipt. Al snel ben ik naar Oud-West verhuisd, waar ik de drukte van De Pijp absoluut niet mis. Wanneer ik mijn raam open gooi, zie ik een prachtige gracht en verder niks. Die rust is heerlijk. Het liefst wil ik er nooit meer weg.”
Vervoermiddel
“Ik hou ervan om zonder doel door Amsterdam te fietsen en gewoon rijdend de stad ervaren. Inmiddels is het een elektrische fiets geworden en die bevalt me goed. Toen ik nog een gewone fiets had, heb ik vaak last gehad van fietsendieven. Regelmatig bracht ik dan weer een bezoekje aan fietsenwinkel Wiel tot Wiel en vroeg ik ze of ze voor mij de allerlelijkste fiets hadden. Maar zonder succes: zo’n krakkemikkig ding werd na een tijdje ook weer gejat. Uiteindelijk moet je dat maar accepteren. Dat hoort tenslotte bij Amsterdam.”