De VW-bus van Gooische Vrouwen, de Opel Manta uit New Kids Nitro en de Kever uit Baantjer. Car Casting, het castingbureau voor auto’s van handyman Henno van Bergeijk (53), heeft ze allemaal staan. ‘Ik ben altijd blijven investeren in politieauto’s en ambulances.’
Het terrein van Car Casting Holland wordt bewaakt door twee hanen, vier kippen en een parelhoen. Leggen de kippen ook eieren? “Jazeker,” zegt eigenaar Henno van Bergeijk. “Maar je weet nooit waar.”
Doorgaans doen ze dat niet in de glimmende Citroën DS Cabriolet, Volkswagen Kever uit Baantjer, of gifgroene Opel Manta uit New Kids Nitro, want die staan veilig binnen in de voormalige Renault- showroom in een lommerrijke bocht van de Vecht.
Van Bergeijk is zo’n man wiens handen kunnen maken wat zijn ogen zien. En wat zijn ogen al vanaf jonge leeftijd zien: vooral auto’s. Toen hij zestien was, had hij er al vier, en inmiddels staan we in Weesp tussen zestig, zeventig auto’s, en nog meer brommers, motoren, busjes, vrachtwagens en wat niet al.
Het begon in de jaren negentig met de VARA-televisieserie 12 steden 13 ongelukken, waar Van Bergeijk begon als autospecialist. “Ik laste en sleutelde daar van alles aan elkaar.” Hij werkte mee aan veertig afleveringen, waarna het programma stopte. “Maar mijn telefoon bleef gaan. En dus besloot ik om voor mezelf te beginnen.”
Het gat in de markt bleek uiteindelijk niet het opkalefateren, maar een castingbureau voor auto’s. Van Bergeijks manier van werken was in de jaren negentig uniek, en aan die modus operandi is in feite nog maar weinig gewijzigd: hij zoekt op verzoek naar specifieke auto’s. “Nu kan iedereen dat, want nu is er internet. Maar wat ik doe is dit: je stuurt me één mailtje met wat je wilt, en daarna zorg ik ervoor dat de juiste auto op het juiste moment op de juiste plek staat.”
Wachten op de roem
Mensen schrijven hun bijzondere, oude, extreem doorsnee, pimpelpaarse, gebutste, Amerikaanse – of wat dan ook – voertuig in bij Car Casting Holland, ze uploaden een paar foto’s, en wachten op de roem. Is er niet alleen vraag naar oldtimers en Rolls-Royces dan? Van Bergeijk: “Juist niet. De auto’s die je hier in Weesp ziet staan, ken je misschien uit een film die in de jaren tachtig speelt, maar vergis je niet: 98 procent van de hedendaags gemaakte films is ook hedendaags. En de auto’s dus ook.”
Politieauto’s en ambulances
Wat we dus zien in de Weesper showroom zijn de auto’s die Van Bergeijk wel moest kopen, bijvoorbeeld omdat ze rigoureus aangepast moesten worden, in elkaar werden gereden of geschoten – of zouden gaan worden, en, gewoon, omdat hij het niet laten kon.
“Ik ben altijd blijven investeren in politieauto’s en ambulances, want die kan je niet echt makkelijk ergens anders huren of kopen. Misschien kan iemand anders ook wel een oude Volvo 340 vinden, maar geen politie-Volvo 340. Uiteindelijk kom je voor zoiets altijd wel bij mij terecht.”
Want niet iedereen mag zomaar met een politieauto de straat op, al is het een neppe. Van Bergeijk heeft een speciale ontheffing, en reed onlangs nog probleemloos met een ME-bus over de Dam: “De politie hield me aan, maar toen ik zei: ‘Het is voor de film,’ was het meteen oké.”
Een project dat hij zich met plezier herinnert, is een van zijn eerste grote films, Do Not Disturb van Dick Maas. “Driekwart van de film bestond uit een wilde achtervolging door het centrum van Amsterdam. Ik huurde destijds de halve NDSM-werf af om de stuntwagens te kunnen prepareren. Je hebt wel wat ruimte nodig voor dit werk.”
Of neem New Kids Nitro, waarvoor hij alle zestien in het script voorkomende, precies omschreven, auto’s zocht, vond en leverde. “Behalve de patatkraam, want die was gesponsord.”
Ook waren, in 2016, de Amsterdamse opnames van The Hitman’s Bodyguard met Samuel L. Jackson erg aan hem besteed (eerder werkte hij, maar dat terzijde, ook mee aan Ocean’s Twelve).
“The Hitman’s Bodyguard was een korte, maar heftige, wervelwind. Kijk,” zegt Van Bergeijk terwijl hij op zijn laptop wat spectaculaire achtervolgingsopnames laat zien, “al die auto’s langs de grachten, die zijn allemaal van mij.”
Onderwaterstudio
Aan de film Baantjer het Begin beleefde hij recent nog veel plezier. Een GMC-busje moest kopje-onder gaan: dat gebeurde in de grootste onderwaterstudio van Europa, in Vilvoorde bij Brussel, waarna acteur Waldemar Torenstra eruit moest zwemmen.
Maar je kan niet zomaar een auto in helder studiowater gooien. “Ik heb alles eruit gehaald. Alle leidingen, de motor, de elektronica, alles. Toen zag ik ineens: de bestuurdersstoel moet qua continuïteit hetzelfde blijven, net als in de rijdende bus die we eerder gebruikten, dus moest ik op zoek naar nog zo’n blauwleren stoel. Heel gedoetje nog, zo’n ding vinden.”
Van Bergeijk, meteen door: “Dat is ook echt een niche: identieke auto’s. Een auto kan relatief nog zo gewoon zijn, zoek er maar eens drie die precies hetzelfde zijn om in een film te gebruiken, dat is echt zo makkelijk nog niet.”
Of neem De Maatschap, de fictieve televisieserie over de familie Moszkowicz: “Dat was ontzettend leuk om te doen. Er was niet veel budget, want publieke omroep, maar alles klopte, daar heb ik qua auto’s echt een mooie serie van kunnen maken.”
Commercials voor het geld
Voor het geld kun je beter reclamespotjes maken dan een fijne speelfilm, weet Van Bergeijk. “Iedereen in de filmwereld verdient met commercials.” Opnieuw grijpt hij naar zijn laptop, om een Ford Motorcraft-spotje te laten zien, waarin een tweedehands Fordje het zwaar krijgt te verduren. De restanten van het gebruikte autootje staan bij het kippenhok buiten nog na te smeulen, zo lijkt het. Van Bergeijk kijkt er met iets van vertedering naar, net als naar het brakke, groene Fiat Pandaatje van de eerste generatie dat ernaast staat. En zegt dan: “Ik heb ook nog ergens zo’n klein Suzuki-busje staan. Zien?”
Car Casting stopt voorlopig niet met het speuren naar auto’s. Zelfs terwijl, zoals gezegd, iedereen op internet links- of rechtsom wel een auto kan vinden. Maar Van Bergeijk heeft meer te bieden: hij komt mee naar een set, biedt hulp en geeft advies, en – zeker bij actiefilms – repareert gehavend goed ter plekke. “Als er iets kapot gaat, moet het meteen worden gemaakt, de continuïteit vereist dat het er precies hetzelfde uitziet. De show must toch go on, hè.”