PlusInterview
Frank Heinen schreef een boek over onbekende of vergeten spelers
Bekende voetballers en bekende verhalen staan er niet in Buiten de lijnen. Journalist Frank Heinen (34) zocht juist de onbekende of vergeten spelers.
Hij heeft een zeef in zijn hoofd, Frank Heinen. En kennelijk is die zeef zo afgesteld dat bijvoorbeeld iemand als Sam Bartram daarin blijft hangen.
Bartram was een Engelse doelman van Charlton Athletic die ‘beroemd’ is geworden door iets wat hij op eerste kerstdag 1937 deed. Tijdens de wedstrijd tegen Chelsea mist het nogal. In de tweede helft ziet Bartram opeens iemand uit de mist opdoemen. Hij denkt aan een Chelsea-aanvaller, maar het is een agent. “What on earth are you doing here?” zegt de agent. Blijkt dat de wedstrijd een kwartier eerder al is gestaakt.
“Hij heeft dus een kwartier voor niets in zijn doel gestaan,” zegt Heinen in een Amsterdams café. “Het is een wat dun verhaal, maar dat beeld, van zo’n doelman die als jandoedel voor zijn hok staat, dat is toch te mooi om niet te gebruiken?”
En dus nam Frank Heinen het verhaal van Sam Bartram op in zijn boek Buiten de lijnen, ‘de bijbel van vergeten voetballers’. Net als het verhaal over Zivko Lukic, de Joegoslavische voetballer die in 1970 53 minuten voetbalde voor Paris Saint-Germain. Hij blufte zich bij de Parijse club naar binnen, maar bleek er niets van te kunnen. Ook was hij nooit, zoals hij wel beweerde, basisspeler geweest van Partizan Belgrado, en was hij ook niet de broer van Ilija Lukic, topscorer bij Stade Rennes.
In dat stukje over Zivko Lukic, en in alle andere stukken in Buiten de lijnen, probeert Heinen te achterhalen wat er precies is gebeurd, de geschiedenis boven water te krijgen. Wie Zivko Lukic was? ‘De kans bestaat dat niemand er ooit nog achter komt,’ schrijft Heinen.
Banken beroven
Buiten de lijnen staat vol met prachtige verhalen. Maar het is, zo schrijft Heinen in de inleiding, geen boek over voetbal. ‘Niet over het spel, bedoel ik.’ Het gaat over levens. “De stroming van sportschrijvers die zeggen dat een sportverhaal over meer moet gaan dan over sport, daar sluit ik me met graagte bij aan. Eerst als lezer en nu als schrijver.”
Heinen is freelancejournalist. Hij schrijft voor diverse voetbal- en wielertijdschriften (Hard gras, De Muur), is televisierecensent van de Volkskrant, en columnist voor een aantal bladen en sites. En hij is de stem die we horen in de column Eindsignaal, als afsluiting van het televisieprogramma Studio Voetbal. Een filmpje waarin een speler uit het verleden wordt geëerd.
Hij scheef eerder Uit koers, over minder bekende en vergeten wielrenners. Mannen die na hun sportcarrière nog een heel leven voor zich hebben. Precies als voetballers die stoppen. “Iemand, ik weet niet meer wie, zei ooit: ‘Ik schrijf omdat ik wil weten hoe mensen dat doen: leven.’ Dat wil ik ook. Hoe doe je dat, als je moet stoppen met het liefste wat je doet, en je bent dan pas 30, 35, en je bent nog niet op de helft van je leven?”
Dan ga je banken beroven, zoals Willi Kraus, de ex-spits van Schalke 04 die geen ster was geworden. Of je wordt captain van het Britse Davis Cupteam (tennis), zoals Max Woosnam, en gooi je Charlie Chaplin in het zwembad. Of, nou ja, je kunt verhalen blijven opdissen uit dit fraaie boek.
De eerste voetballer die in de zeef van Frank Heinen bleef steken was Sebastian Deisler, de Duitse voetballer die stopte met voetballen omdat hij kampte met depressies. “Toen ik over hem hoorde, was er in Nederland over het hoe en waarom nog niet veel bekend. En dat is ook een ander uitgangspunt: dat er in het Nederlands weinig of niets over de speler was gepubliceerd. Als ik hier een mooi verhaal over schrijf, dacht ik, is dat voor de Nederlandse lezer nieuwe informatie. “
“Toen had ik trouwens nog niet het idee van dit boek. Dat kwam pas toen ik na publicatie van Uit koers in 2014 dacht dat ik zo’n boek ook over voetballers kon maken. Achter elke speler zit een verhaal. Dat moet je zien te ontdekken. En het is geen boek over mislukte levens hè. Veel van deze voetballers hebben centraal gestaan in een gemeenschap, ze waren iemand, hadden status. Dat maakt het ook onvermijdelijk dat het in een aantal verhalen gaat over de val, want die status is nooit te handhaven.”
Soms, ook al is het geen boek over voetbal, ontkomt hij er niet aan om een spelsituatie concreet te omschrijven. En dan schrijft hij het zo treffend op, dat hoe het in het echt ging er bijna bij verbleekt, dat het mooier is om over te lezen dan om die momenten te zien. Zoals bij Reinhard Libuda, die in 1966 voor Borussia Dortmund het winnende doelpunt scoort in de Europa Cup II-finale tegen Liverpool.
“Haha, ja, Libuda. Bij het redigeren van dit boek heb ik beelden teruggekeken. Ook dat doelpunt van Libuda. Dat bleek inderdaad een stuk minder indrukwekkend dan ik heb beschreven. Nou ja, soms gaat het echt om de taal, vooral als je schrijft over voetballers uit een tijd waar geen beelden van zijn. En over Garrincha zijn dingen verteld die minstens zo mooi waren als hoe hij voetbalde.”
Tien jaar deed hij over Buiten de lijnen. 171 verhalen tekende hij op. Afwisselend van stijl en lengte. Er zitten gedichten tussen en verhalen in de je-vorm. “Ik wilde een dik, mooi, encyclopedisch boek maken. Dan moet je ervoor zorgen dat de lezer niet weet in welke vorm het volgende verhaal tot hem komt.”
Goudzoekersgevoel
Hij had een vast ‘parcours’ waarop hij zijn verhalen binnenhaalde. Blogs, nieuwe nummers van buitenlandse voetbaltijdschriften. Als hij iemand tegenkwam die hij niet kende, googelde hij meteen op die naam. Maar als er in Nederland al eerder over geschreven was, en hij echt niets meer kon toevoegen, schreef hij er niet over.
Soms baalde hij daarvan. “Over de Pool Jakub Blaszczykowski had ik graag geschreven. Een voetballer van nu. Hij zag als kind hoe zijn vader zijn moeder vermoordde. Gruwelijk. Dat verhaal was nog niet bekend, en toen schreef Pieter van Os erover in Hard gras. En dat was een geweldig stuk, dus dat maakte dat ik het niet erg vond.”
Maar het verhaal van Tull Harder! Een werkelijk adembenemend verhaal van een heel erg populaire Duitse voetballer van voor de Tweede Wereldoorlog die tijdens die oorlog SS’er wordt in een concentratiekamp. Gekruist met het verhaal van zijn Noorse ploeggenoot Assi Halvorsen, die in de oorlog ook in een concentratiekamp terechtkomt, maar dan als gevangene. “Bij dat verhaal had ik echt zo’n goudzoekersgevoel, dat ik een heel rijke ader had aangeboord. Heel verslavend was het om in al die verhalen en geschiedenissen te duiken, want het is een reis door de voetbaltijd, maar ook door de geschiedenis. Ik ben trots dat ik deze verhalen aan de voetbalbibliotheek heb kunnen toevoegen.”
Aangrijpend
Gevraagd naar het mooiste verhaal uit zijn eigen boek blijft het even stil. Dan noemt Frank Heinen de naam Jean-Pierre Adams. “Een Franse voetballer. Hij was gestopt en wilde trainer worden. Na een routineoperatie, op 17 maart 1982, waarin van alles misging, raakte hij in coma. En dat ligt hij nog. Zijn vrouw verzorgt hem thuis.”
“Altijd kwam er een detail terug in de verhalen die ik las, dat ze ’s ochtends begint met de televisie aanzetten voor haar man, misschien in de hoop dat hij door prikkels alsnog ontwaakt. Ik heb haar per telefoon geïnterviewd, en ik hoorde op de achtergrond de televisie. Dan realiseer je je dat je met het echte leven te maken hebt. Iets wat je kunt vergeten als je met historische verhalen bezig bent en diep de geschiedenis in bent gedoken. Ze hoopt nog steeds, want er zou een Zwitserse arts langskomen. Ik vind het zeer aangrijpend en ook heel verdrietig.”
De verhalen over Tull Harder en Jean-Pierre Adams bewijzen dat Buiten de lijnen niet alleen een boek is voor voetballiefhebbers. “Dat is ook de bedoeling. Je moet natuurlijk weten dat AC Milan een voetbalclub is, en waar de rechtsback op het veld staat. Maar als je dat weet, zou je het boek met veel plezier kunnen lezen.”
Frank Heinen: Buiten de lijnen. Das Mag, 566 blz., €27,50