PlusInterview
Filmmaker Leos Carax: ‘De twijfels en angsten en vragen waarmee je zit, die stop je in je films’
Slechts zes films maakte Leos Carax (61) sinds hij in 1984 debuteerde. Maar met Annette bestendigt hij opnieuw zijn positie als een van de meest opwindende filmmakers van het moment.
Zijn vorige film Holy Motors (2012), een wervelende verzameling losse scènes die overloopt van de ideeën, is nog altijd zijn magnum opus. De musical Annette ligt dichter bij de films waarmee hij zijn naam vestigde: Mauvais sang (1986) en Les amants du Pont-Neuf (1991), beide films over gedoemde romances.
Die is er ook hier weer, maar met een nieuwe toevoeging: een kind. De succesvolle stand-upkomiek Henry (Adam Driver) en operazangeres Ann (Marion Cotillard) zijn het grootste glitterkoppel van Hollywood, maar hun leven gaat overhoop met de komst van dochter Annette. Dat die baby wonderschoon kan zingen, en ‘gespeeld’ wordt door een verfijnd ontworpen houten pop, spreekt boekdelen over de sprookjesachtige wereld die Carax hier schept.
Het komt voort uit het feit dat Carax zelf vader werd. Zijn dochter Nastya, inmiddels zeventien jaar oud, is met de regisseur te zien in de openingsscène van Annette. “Er zat in Holy Motors al een sequentie over de relatie tussen vader en dochter, en met Annette kon ik nog dieper op dat thema ingaan. Als je zelf vader bent, is het interessant om een film te maken over een slechte vader. Dat is wat filmmakers moeten doen: de twijfels en angsten en vragen waarmee je zit, die stop je in je films.”
Ironie
De kiem voor Annette ontsproot niet in Carax’ eigen brein, maar bij de Amerikaanse cultband Sparks, oftewel broers Ron en Russell Mael. Hun avant-garde poprock is de grondtoon van de film, die vrijwel geheel gezongen is. “Ik kende hun muziek uit mijn jeugd,” zegt Carax. “Hun platen Propaganda en Indiscreet uit de jaren zeventig draai ik nog steeds. Er is geen betere muziek dan wat je ontdekt op je dertiende. Dus het voelde als thuiskomen om nu met ze te mogen samenwerken – enorm inspirerend.”
Toen de broers hem benaderden, zag Carax direct ook dat wat zij voor ogen hadden een kluif zou worden. De hele film speelt in Los Angeles, waar het voor een Europese maker stervensduur is om te draaien (uiteindelijk werd Annette grotendeels gefilmd in België en Duitsland). Het verhaal speelt in de wereld van stand-upkomedie en de opera, waar Carax niets van wist. En dan was er nog die zingende baby. “Maar dat soort uitdagingen zijn voor mij juist het opwindende,” zegt hij. “Elk project waar ik aan begin, heeft minstens één ding dat onmogelijk lijkt.”
Los van de praktische hordes bleek de grootste uitdaging voor Carax de grote dosis ironie waarop het werk van Sparks normaal gesproken drijft. “Het hoort bij hun stijl en persoonlijkheid, en het past perfect bij de popfantasie waarin zij leven, maar ik ben heel huiverig voor ironie in films. Het haalt de angel eruit, het maakt de emoties minder echt, minder belangrijk.”
Het feit dat vrijwel de hele film gezongen is – alleen de stand-upoptredens van Henry zijn ‘gewoon’ gesproken – baarde hem op voorhand ook zorgen, maar dat bleek op de set juist volstrekt natuurlijk aan te voelen. “De acteurs zongen alles live, en dat gaf hun spel een heel interessant soort kwetsbaarheid. Het voelde heel organisch. Het wordt nog lastig om, als ik ooit nog een film maak, weer pratende acteurs te moeten filmen.”
Ja, áls hij nog een film maakt, want dat is altijd maar weer de vraag, zegt Carax. “Dat geldt voor elke regisseur, denk ik, maar voor mij helemaal. Een van de vele redenen dat ik zo weinig films heb gemaakt, is dat ik pas aan een nieuw project kan beginnen als ik het gevoel heb dat ik iemand anders ben dan toen ik de vorige film maakte. Ik moet nieuw gebied hebben ontgonnen in mijn leven. Al is natuurlijk maar de vraag of je ooit echt verandert. Die eeuwige kwestie; groei je als mens of word je gewoon ouder?”
Magie van cinema
“Ik heb sympathie voor de afgrond, en daarom kijk ik er niet in,” zegt Henry in zijn comedyshow. Toen Annette in juli in première ging als openingsfilm van het Filmfestival van Cannes, in een periode waarin de wereld zich leek te openen na ruim een jaar lockdown, werd hij jubelend ontvangen als een viering van de magie van cinema en van het leven. Een halfjaar verder staat de wereld er heel anders voor en dringt de duistere kant van Annette zich meer op.
“Die afgrond waar Henry het over heeft, daar worstel ik al mijn hele leven mee,” zegt Carax. “Dat zinnetje, ‘sympathie voor de afgrond’, heb ik uit een boek van Edgar Allen Poe, The Narrative of Arthur Gordon Pym of Nantucket. Of tenminste, dat dacht ik; toen ik het boek laatst herlas, bleek hij het toch net anders te hebben omschreven. Maar goed: het gaat over een man die aan een klif hangt, en hij weet dat als hij naar beneden kijkt, hij zal vallen. Maar hij kijkt toch, hij kan het niet helpen. Dat gevoel ken ik heel goed, dat kent iedereen, denk ik. Zeker nu. De sympathie voor de afgrond grijpt wild om zich heen. We lijken niet alleen als individuen, maar als hele mensheid te verlangen naar de apocalyps.”
Daar gaat Annette uiteindelijk óók over, over glorieus ten onder gaan. Zingen op de vulkaan.
Annette is te zien in Cinecenter, Eye, Filmhallen, Het Ketelhuis, Kriterion, City, Rialto VU.
Het jaar van de musical
Het vaak zo verguisde genre van de filmmusical lijkt dit jaar helemaal terug. Afgelopen zomer was In the Heights een van de films die ons de lockdown-ellende wilde doen vergeten, en komende maand volgt Steven Spielbergs nieuwe versie van de klassieker West Side Story. Dat Hollywood de zang heeft herontdekt, is ongetwijfeld te danken aan het succes dat bijna-Oscarwinnaar La La Land en Broadwaymusical Hamilton de afgelopen jaren hadden.
Carax biedt met Annette een heel ander soort musical, met meer schurende emoties, en geen showtunes maar avant-garde rock. De regisseur wil al zijn hele carrière eens een musical maken. “Ik durfde het alleen nooit, was bang dat ik niet zou kunnen werken met een componist. Wat als de muziek me niet zou bevallen? Hoe zou ik dat in godsnaam uit kunnen leggen? Ik heb er de woorden niet voor, en kan het ook niet zelf even voordoen – ik ben geen muzikant. Dat had ik willen zijn, maar ik ben het niet.”