PlusDe wandeling
Extra lange stadswandeling: van oud naar nieuw en terug
En wéér is er een lockdown en staan ons wellicht nog strengere maatregelen te wachten. Wat er ook gebeurt: we kunnen blíjven wandelen. Daarom een extra lange wandeling langs oud en nieuw in Oud-Zuid en Oud-West – lekker voor in de kerstweek.
A. We beginnen op het Museumplein, waar tot voor kort nog druk werd geschaatst, net zoals onze voorouders dat hier van 1880 tot 1937 deden op natuurijs. Op oude beelden zie je dat heel Amsterdam er kwam zwieren en zwaaien. De huidige kunstijsbaan haalt het echter niet bij de oude, die het hele Museumplein omvatte en werd aangestuurd door de Amsterdamsche IJsclub (AIJC). Met ook nog eens een eigen clubgebouw, dat in 1904 werd ontworpen door architect Meindert Lippits.
B. We lopen langs het Stedelijk Museum uit 1895 waar oud en nieuw elkaar radicaal afwisselen. Toen toenmalig museumdirecteur Rudi Fuchs zich in 1999 uitsprak om ‘een grote stap richting nieuwe eeuw’ te willen maken, had niemand kunnen bevroeden dat wethouder Carolien Gehrels zeven jaar later met het gooien van een baksteen de sloop zou inluiden van de Sandbergvleugel. De museale vleugel is vervangen door de badkuip van de architecten van Benthem Crouwel. Nog lijkt de grote stap niet voltooid; de permanente museumcollectie is nooit meer voor langere tijd op dezelfde plek getoond. De tentoonstelling van de Duitse kunstenaar Anne Imhof in 2022 is in elk geval iets nieuws om naar uit te kijken.
C. We slaan linksaf de Willemsparkweg in en bekijken op de hoek de vrij nieuwe bloemenwinkel Allestedlund in kerstsfeer. Rechts om de hoek tref je Oud-Zuid in een notendop: luxe, vernieuwing en bouwputten. Het nieuwste huis (2010) op Alexander Boersstraat 50 is qua bouwstijl een luxueuze fremdkörper en even verderop treffen we bij nummer 60 de typische Oud-Zuid-bouwput. Hier wordt gegraven in de kelder om er vierkante meters bij te maken. Op een herplaatste gevelsteen uit 1720 het oude gezegde ‘Niemant sonder Vijant’. Een goed thema voor Oud-Zuid, maar wij houden het bij oud en nieuw.
D. Een buitencategorie ‘bouwput met extreem burenprotest’ komen we tegen bij Van Eeghenstraat nummers 70 en 72, waar het protest tegen sloop van de drie geschakelde villa’s zich als een ware soap heeft ontwikkeld. De woningen werden in 1901 gebouwd naar ontwerp van architect Ernst Roest, een leerling van H.P. Berlage. Het protest tegen de sloop betrof niet alleen de bouwoverlast, maar ook de aantasting van de 19de-eeuwse stijl van de straat. De gemeente bleek doof voor wat betreft monumentenbescherming en grondwaterzorgen vanwege een geplande ondergrondse parkeergarage, maar legde dankzij broedende gierzwaluwen een bouwstop op van drie weken. De vastgoedontwikkelaars gaan in elk geval door met sloop en nieuwbouw van luxe appartementen.
E. De bitterheid over het slopen verdwijnt verderop als we een nieuw monument zien dat op initiatief van Niels van Deuren is geplaatst bij de ingang van het Vondelpark. Hier werd op 4 mei een spiegel onthuld op de plek waar in de Tweede Wereldoorlog het bordje ‘Voor Joden verboden’ hing. Het werk ‘Sobibor – Wat doe jij’, verwijst naar een gedicht van verzetsstrijder Gerrit van der Veen: ‘Wat doe jij, nu je land wordt getrapt en geknecht / Nu het bloedt uit ontelbare wonden / Wat doe jij, nu je volk wordt ontmand en ontrecht / Door de zwarte en feldgraue honden?’
F. We slaan rechtsaf het Vondelpark in dat in 1865 open ging als Het Nieuwe Park en pas na de onthulling van het Vondelstandbeeld, van dichter en toneelschrijver Joost van den Vondel, in 1867 zijn huidige naam kreeg. De oorspronkelijke aanleg door landschapsarchitecten Zocher is niet veranderd en is als rijksmonument beschermd; het vormt een hoogtepunt in het oeuvre van de Zochers en heeft als eerste volkspark in Nederland een voorbeeldfunctie.
G. We lopen naar het Emmaplein waar een beeldentuin ligt met werk van kunstenaarscollectief Groep A’dam. Het collectief speelde een belangrijke rol in de abstracte beeldhouwkunst in de stad en werd in 1959 opgericht door kunstenaars Wessel Couzijn, Shinkichi Tajiri, Ben Guntenaar, Hans Verhulst en Carel Kneulman. De beelden zwierven door het hele land totdat curator Yteke Spoelstra en stadsdeelvoorzitter Sebastiaan Capel zich hard maakten voor herplaatsing. Dat gebeurde twee jaar geleden.
H. We wandelen naar Valeriusstraat 176 om de knipoog naar de wijkontwikkelingen te bekijken van kunstenaar Lily van der Stokker. Zij maakte dit jaar gigantische letters op de gevel met de tekst: ‘Dakterras met Bubbelbad’, als commentaar op haar buurt waar men alsmaar door bouwt. We keren terug naar de Koninginneweg na een korte blik op de nieuwbouw bij de voormalige Valeriuskliniek.
I. Op de Koninginneweg 176 ligt de kunstruimte Eenwerk van Julius Vermeulen naast het kantoor van zijn partner en grafisch ontwerper Irma Boom. Architect Barend Koolhaas ontwierp de ruimte in 2017 voor werk van steeds één kunstwerk of kunstenaar. In het nieuwe jaar zijn dat onder anderen Frank van der Salm, Bart Julius Peters en Koos Breukel.
J. Na de kunst lopen we langs culinaire hoofdstraat Amstelveenseweg, waar oude en nieuwe horeca elkaar afwisselen. Van de nieuwkomer Bar Bonnie van De Drie Wijzen uit Oost tot Bar Bédier of Ron Blaauw – voor ieder is hier wat wils. Onze aandacht gaat uit naar de circulariteit van de duurzame horeca-uitspanning De Vondeltuin, achter de vernieuwde speeltuin in het Vondelpark. Door-architecten plaatsten hier naar eigen zeggen het eerste circulaire gebouw van Amsterdam met een paviljoen in Indonesische Batakstijl, energieslim en met hergebruik van hout en bouwmaterialen uit de stad. De Vondeltuin geniet nu van een winterpauze, maar vanaf februari is iedereen welkom en begint hopelijk ook weer de zwerfvuil-actie: een volle zak is hier in te wisselen voor een ijsje.
K. Op de hoek Amstelveenseweg-Overtoom domineert het Autopongebouw uit 1961, geconstrueerd door architecten Commer de Geus en Ben Ingwersen. Nu zit sportschool David Lloyd er. De makers lieten zich inspireren door architect Le Corbusier bij de bouw van de showroom, garage en parkeerplaatsen. Het brute betonnen gebouw wordt gezien als een van de honderd belangrijkste naoorlogse gebouwen van Amsterdam.
L. De Overtoom leidde vroeger naar het Mirakel van Amsterdam en werd dan ook de Heilige weg genoemd. In 1515 tussen de Schinkel en de Kostverlorenwetering aangelegd en ondanks de demping van de vaart begin 20ste eeuw, is de naam en de drukte aan herbergen (hotels), melkhuisjes (nu sapbarretjes), woningen en vertier gebleven.
Schilder George Hendrik Breitner (1857-1923) bracht de stad in beeld en vormt een rode draad in deze buurt als we wandelen langs zeven van zijn adressen: Zocherstraat 1, Staringstraat 31, Overtoom 292 en 227, Nicolaas Beetsstraat 130, Eerste Helmersstraat 175 en 111. Op het laatste adres verhuisde hij in 1915, maar keerde er in 1918 terug. Momenteel is dit het atelier van acteur/schilders Jeroen en Jasper Krabbé.
M. Na de Helmersstraat lopen we door de Vondelstraat en Tesselschadestraat en houden we even de adem in bij het Byzantiumgebouw met de ronde, goudkleurige uitbouw. Architect Rem Koolhaas ontwierp eind jaren tachtig het luxueuze appartementencomplex. Het ontwerp leverde veel tumult op in de buurt. De goudkleurige bol zou oorspronkelijk een ronddraaiende bar worden, bereikbaar via een glazen lift aan de buitenkant, maar dat werd te duur. In het ‘goud’ kwam een 500 vierkante meter groot penthouse, dat afwisselend bewoond wordt door Arabische prinsen, dj’s en andere kleurrijke types.
N. Tot slot een ander adembenemend gebouw: het Rijksmuseum waar in februari de expositie Revolusi! opent, over de strijd voor een vrij Indonesië.
Architect Pierre Cuypers heeft het Rijksmuseum, opgeleverd in 1885, ontworpen als een natuurlicht museum met veel rijke en katholieke versiersels. Zoveel zelfs, dat menig museumdirecteur in de afgelopen eeuw de decoraties wegpoetste of verstopte onder linoleumvloeren.
Oud werd echter weer nieuw bij de restauratie en grote verbouwing onder leiding van Spaanse architecten Cruz y Ortiz. Zij maakten van het 19de-eeuwse gebouw een museum van de 21ste eeuw en herstelden Cuypers’ ornamenten. Meer kerstversiering kun je niet krijgen.
Lengte 7 km, wandeltijd bij doorlopen 1,5 uur