PlusHolland Festival 2021
Emily Ansenk: ‘Cultuur is onderdeel van ons mens-zijn’
Ook het tweede Holland Festival van directeur Emily Ansenk (1970) vindt plaats onder corona-omstandigheden. Het maakt haar missie niet minder groots. ‘Ik wil toe naar het gevoel: het Holland Festival is er voor mij.’
U hebt ongetwijfeld Hugo de Jonge, onze demissionaire vice-premier, horen zeggen dat niemand ‘naar een theater hóeft, want je kunt thuis ook een dvd opzetten’ en zelfs dat cultuur ‘niet essentieel is. Wat vindt de directeur van het grootste internationale podiumkunstenfestival van Nederland daar nou van?
“In een tijd waarin we elkaar allemaal zo hard nodig hebben en alle morele steun welkom is, zou je andere woorden kunnen gebruiken. Je zou ook het belang van cultuur kunnen uitleggen, want het is zo’n onderdeel van ons mens-zijn. De opvatting dat kunst en cultuur een luxe zijn, is echt een misvatting. Het is veel meer: voedsel voor de geest, een bron van mentale veerkracht en de bespeler van alle emoties die we rijk zijn. Wat ik mis is het respect voor de makers, voor de kunstenaars, de musici die het normaal gesproken al erg zwaar hebben, laat staan in een pandemie. Die kun je al helpen door ze met woorden te steunen. Kost niks en doet wonderen.”
“Om het even op onszelf te betrekken: het is voor het Holland Festival, dat onder normale omstandigheden al een heel ingewikkelde puzzel is, frustrerend om van de overheid geen helderheid te krijgen over wat we straks precies mogen en niet mogen. We zijn voortdurend aan het schakelen geweest, van scenario naar scenario, als gevolg van telkens weer die persconferenties. En dat gaat niemand in de koude kleren zitten. Dat gebrek aan zekerheid is fnuikend. Maar hou me ten goede, alle begrip voor maatregelen die de gezondheid bevorderen; dat is de discussie helemaal niet. Ik snap ook wel dat het ingewikkeld is. We snakten alleen naar een vooruitzicht.”
Kunt u eens een beschrijven wat de directeur van het Holland Festival doet in een jaar? Laten we beginnen in september als het vorige festival net voorbij is.
“Het eerste wat ik doe, is met de staf en de hele organisatie vooruitkijken naar wat we het komende festival gaan doen. Dan is er nog heel weinig gepland en bekend. In reguliere jaren zal er met potlood al het een en ander zijn ingevuld. We bespreken vervolgens wat de programmeurs de afgelopen zomer hebben gezien en wat nog komen gaat, en wat ik moet en wil zien.”
“Verder: hebben we kunstenaars gesproken die aan interessant nieuwe werk bezig zijn? Concreter: met de afdelingen communicatie en development hebben we het dit keer gehad over de nieuwe website die eraan komt, over een nieuw kaartverkoopsysteem en een nieuw platform waarin al onze bedrijfsprocessen zitten. Dat is een groot project. We kijken ook naar onze socialmediastrategie. Kunnen we het hele jaar door zichtbaar zijn met kijkjes achter de schermen? En we bespreken altijd wat de uitgangspunten voor het komende festival zullen worden. Wat vinden we echt belangrijk?”
“We hebben veel geleerd van onze online proeftuin vorig jaar en merkten zeker ook dat theater- en muziekvoorstellingen toch echt gemaakt zijn om voor een publiek te spelen. Die livecomponent willen we dus overeind houden, voor zover mogelijk, net als onze internationale onderscheidende positie, met twee associate artists. We richten ons dus niet alleen op de Nederlandse vijver, want daar zijn anderen al heel goed in. De gesprekken met de associate artists, dit jaar Gisèle Vienne en Ryuichi Sakamoto, zijn vanaf september meer ingevuld.”
“Een complicatie voor het festival van dit jaar was dat er weinig gereisd kon worden en ook weinig gemaakt, want repeteren was vrijwel onmogelijk. Daardoor hebben de we deadline van de programmering naar januari verplaatst. De tijd die we daarmee wonnen, hebben we deels besteed aan een grondige inventarisatie van locaties in Amsterdam en omstreken, om te kijken of er interessante plekken zijn die we nog niet eerder hadden gebruikt. Dan kom je bijvoorbeeld uit op De School, waarvoor Vienne en Sakamoto een mooi en divers programma hebben bedacht. En op een aantal buitenlocaties, al zijn die uiteindelijk geen van alle gebruikt, omdat we er geen evenementenvergunning voor konden krijgen.”
Wanneer begint het echt spannend te worden?
“Als de producties vast in het schema komen te staan. Voor het afgelopen festival was dat in januari. Dan weten we wat we gaan doen, en komt het hele productieproces op gang. Vorig jaar wisten we vanwege corona pas in april waar we aan toe waren. Niet te doen, natuurlijk.”
“En nu, in mei, gaan we van minicrisisje naar minicrisisje op productioneel niveau, met sneltesten, quarantaines, inreisverklaringen en noem maar op. Of met artistieke vragen die er ook altijd blijven komen. Ik zit de hele dag via Zoom gesprekken te voeren. In een regulier jaar zou ik in mei al veel meer bezig kunnen zijn met het programma van het volgende jaar.”
Een complicatie zou dit jaar ook kunnen zijn dat Sakamoto ernstig ziek is.
“Dat is in de eerste plaats voor hem persoonlijk heel verdrietig, maar voor het festival heeft het nauwelijks gevolgen, want hij werkt gestaag door. Hij is nog steeds bezig met Time, de opera die bij ons in première zal gaan. Met onze programmeur Jochem Valkenburg had hij ook al zo veel input geleverd, dat zijn aandeel voor honderd procent is ingevuld. Heel jammer is dat hij zeer waarschijnlijk in juni niet naar Amsterdam zal kunnen komen.”
Iets anders. Een altijd weer terugkerende reactie op het Holland Festival is dat het een feest voor de elite is.
“Dat blijft een hardnekkige gedachte. Maar als ik de programmaboeken doorblader, zeker die van de afgelopen jaren, word ik juist getroffen door de diversiteit, door de nieuwe vormen. De perceptie is misschien dat het Holland Festival ‘niet voor mij is omdat je er verstand van moet hebben’, en het volgende etiket is dan dat prestigieuze en elitaire, maar dat hoort echt bij een andere tijd.”
“Er is zonder twijfel een grote publieksverbreding ingezet en dat is ook een van mijn eigen grote missies. Ik wil toe naar het gevoel ‘het Holland Festival is er voor mij’. Hoeveel tijd daarvoor nodig is, weet ik niet, maar ik weet zeker dat het gaat lukken. Als ik kijk naar het huidige programma zie ik weer veel maatschappelijk relevante programma’s, nieuwe vormen en makers als Sakamoto en Vienne die zo veel jonge mensen aanspreken.”
Volgend jaar, in 2022, bestaat het Holland Festival 75 jaar. Heeft u al jubileumplannen?
“Ik hoop dat we de rijke historie kunnen vatten in een soort installatie, waarin de bezoeker wordt ondergedompeld in 75 jaar Holland Festival. Ergens op een avontuurlijke plek. Dat is mijn droom. En verder hoop ik op normalere omstandigheden. In elk geval hebben we met de afgelopen twee edities bewezen dat we alle stormen aankunnen.”