PlusInterviews
Deze medewerkers van het Slotervaart vonden een nieuwe roeping
Op 25 oktober 2018 viel het doek voor het Slotervaartziekenhuis, de werknemers stonden op straat. Deze oud-medewerkers vonden hun nieuwe roeping.
Ellen Boesveld (52)
Was verpleegkundige, is nu gastouder en heeft de Boesboxen opgericht.
“In 1986 ben ik begonnen bij het Slotervaartziekenhuis, met de interne opleiding tot verpleegkundige. Hierna ben ik gebleven. Ik woon vlakbij, dus dat was makkelijk, en ze kwamen altijd tegemoet aan mijn wensen, bijvoorbeeld toen ik parttime wilde werken. Ze wilden me houden, ook in de tijden dat er weinig werk was in de verpleegkunde, dus ik ben altijd gebleven.
De sluiting van het ziekenhuis hadden we wel aan zien komen, maar de boel stond toch opeens op zijn kop. Ik had er soms wel over gedacht om iets anders te gaan doen, maar mijn hart lag altijd bij het Slotervaart. Ik dacht: als ik iets anders wil gaan doen, moet het nu.
Nu ben ik bezig met het ontwikkelen van zogenaamde Boesboxen: kisten met daarin kleinere doosjes met bijvoorbeeld spelletjes en verkleedkleren, voor kinderfeestjes. Ik vind het belangrijk en leuk om kinderfeestjes thuis te houden, maar veel mensen hebben daar geen tijd voor. De boesboxen hebben allemaal een eigen thema. Bijvoorbeeld een vlinderthema, of ridders en jonkvrouwen, maar ook Spaanse stippen.
De jarige kiest een doosje waar een spelletje in zit, dat de kinderen daarna gaan spelen. Ik hoop dat ik binnenkort zo’n drie à vier thema’s heb. Uiteindelijk wil ik dat er ook taarten passend bij het thema bijgeleverd worden, of dat het op scholen aangeboden kan worden in de vorm van educatieve pakketten.
Tot ik weet of dit een succes wordt, moet er natuurlijk wel geld binnenkomen. Daarom ben ik 25 uur in de week gastouder bij een tweeling van 2,5 jaar. Ik ben oorspronkelijk de verpleging ingegaan omdat ik iets met kinderen wilde doen. Dat is er in het ziekenhuis nooit meer van gekomen. Ik kom bij de tweeling aan huis. Het maakt me blij dat ik ze een stukje opvoeding mee kan geven.
Ik hoop dat ik na verloop van tijd alleen de boxen kan doen. Een betere kans krijg ik niet: als ik het niet eens probeer, krijg ik er sowieso spijt van.”
Roos Blom (54)
Was psycholoog en vicevoorzitter van de ondernemingsraad, is nu docent bij Hogeschool Inholland.
“Ik begon meer dan twintig jaar geleden bij het Slotervaart. Terwijl ik daar als verpleger werkte, ben ik afgestudeerd als psycholoog. Ik hield me bezig met rookverslaving – ik ondersteunde patiënten met aan roken gerelateerde ziektes, of risico daarop, en bij het stoppen met roken.
De laatste jaren hield ik me ook bezig met medezeggenschap, uiteindelijk ook als vicevoorzitter van de ondernemingsraad. Dat vond ik eigenlijk het leukste. Ik leerde het ziekenhuis door en door kennen, en had veel contact met mensen van alle specialismen en afdelingen.
Na de aankondiging van het faillissement was het alsof ik in een orkaan terecht was gekomen. Crisis, mensen in paniek. Er moest van alles gebeuren, we hebben nog geprobeerd het ziekenhuis te redden. Toen het einde écht definitief bleek, hebben we een groot feest georganiseerd, en kon ik daar mijn energie in kwijt. Hierna was er even rust, en heb ik nog tot 1 april in het dossiercentrum gewerkt. Toen was het écht klaar, en was het ook goed. Ik voelde: nu moet ik verder.
Er is veel werk voor psychologen, maar ik wist dat ik de directe patiëntenzorg – de hele dag op mijn kamer zitten met elke drie kwartier een patiënt aan mijn bureau – niet meer wilde. Ik vond wat ik deed bij de or zo leuk, dat ik dacht: ik wil meer die kant op.
Een bevriende psycholoog zei dat ze bij de Hogeschool van Amsterdam docenten zochten. Maar ik moest eerst nog bijkomen van de achtbaan die het Slotervaart was geweest. Tegen de tijd dat ik uitgerust was, waren er bij de HvA geen vacatures meer. Bij Inholland, bij verpleegkunde, wel. Ik dacht: dan heb ik nog een raakvlak met gezondheidszorg, daar ligt toch wel mijn hart.
Ik vind het heel leuk om in het onderwijs te werken. Verslaafde mensen doen iets wat ze beter niet kunnen doen, daar komen veel problemen en ellende aan te pas. Dit is heel afwisselend en het voelt een stuk positiever. Het zijn veelal jonge mensen – die zijn iets aan het opbouwen, aan het bereiken. Het voelt veel lichter. Het is heel anders, maar wel heel erg leuk.”
Edward Donkers (55)
Was verpleegkundige, heeft nu koffiezaak De Koffie Broeder in de Czaar Peterstraat.
“Twaalfenhalf jaar geleden ben ik al eens wezen rondkijken naar plekken voor een koffiezaakje, het staat al jaren op mijn verlanglijstje. Maar ik had het naar mijn zin in het ziekenhuis, ik had een gezin te onderhouden, en zo’n koffiezaak beginnen is wel erg onzeker.
Ik ben in maart 1990 begonnen bij het Slotervaartziekenhuis, met de opleiding tot A-verpleegkundige. Na een paar jaar op de aidsafdeling ben ik de opleiding tot CCU-verpleegkundige gaan doen, en heb ik tot het faillissement op de hartbewaking gewerkt.
Na het faillissement ben ik eerst nog een paar maanden aan de slag geweest bij het RKZ Beverwijk. Ik dacht: ik moet toch salaris ontvangen. Maar daar kon ik mijn draai niet vinden. Ondertussen was ik wel altijd blijven dromen en fantaseren over een eigen koffiezaak, en stiekem was ik daar ook een beetje naar aan het kijken. Eigenlijk was alles in Amsterdam te duur, tot ik dit pandje tegenkwam. Mijn broer zei toen: ik geef je financiële steun, en toen is het contract getekend.
Het is allemaal erg nieuw. Als ik om half zeven thuiskom, eet ik snel iets en dan ga ik meteen de appeltaart en bananencake bakken voor de volgende dag. Wel iets anders dan in het ziekenhuis werken. Maar er zijn ook overeenkomsten: het sociale aspect is hetzelfde. In het ziekenhuis was koffie drinken, zowel met patiënten als met collega’s, ook belangrijk. Er komen vaak oud-collega’s van het Slotervaart een kopje koffie of een stuk appeltaart eten. Hoewel ik vroeger een hekel had aan vroege diensten, stap ik nu elke dag fluitend op mijn fiets.”