PlusStraatstijl
De stijl van Maegan: ‘Gelaagd, omdat ik een koukleum ben, maar ook omdat ik zo creatiever kan zijn’
Fotograaf Carly Wollaert portretteert mensen die met hun persoonlijke stijl de straten van Amsterdam kleur geven. Deze week: psychologiestudent Maegan van der Lugt Melsert.
Wie Maegan van der Lugt Melsert (25), student psychologie (UvA)
Gespot Haarlemmerplein
Hoe zou je je stijl omschrijven?
“Een verzameling van lievelingskledingstukken. Ik koop mijn items los van elkaar en style ze ook doorgaans op een andere manier. Hierdoor vliegt mijn stijl van dag tot dag door tijdperken, maar ook muziekstijlen en moods heen. Terugkerend is gelaagdheid. Deels omdat ik een enorme koukleum ben, maar ook omdat ik op die manier creatiever met kledingstukken kan zijn en verschillende uitkomsten van outfits krijg.”
Wat heb je aan?
“Rond mijn zestiende ontdekte ik het bestaan van kringloopwinkels en sindsdien bestaat mijn kledingkast uit een verzameling van spullen daarvandaan. Het enige wat nieuw is aan deze outfit zijn de hakken onder deze schoenen, die ik onlangs liet vervangen bij de hakkenbar.”
Heb je een stijltip?
“Als tiener was ik ervan overtuigd dat het onmogelijk was om de stijl die ik écht wilde waar te maken zonder daar heel veel geld aan uit te geven. Een groot contrast met nu: ik geef niet meer dan wat euro’s uit aan mijn kleding en ben geheel content met wat ik draag. Het draait niet om geld, het volgen van trends of goedkeuring van anderen. In een perfecte wereld zou mijn tip zijn: hou je ogen stijf dicht voor wat je om je heen ziet en open ze wanneer je met een tabula rasa kunt kijken naar kleding. Deze theorie van John Locke houdt in dat je als baby met een ‘schone lei’ aan het leven begint en dat de geest gevormd wordt met kennis dankzij zintuigelijke ervaringen. Als je dit ook met je kijk op kleding kunt doen, durf je alles te dragen wat je mooi vindt.”
Durf jij dat?
“Als het op kleding aankomt wel. De dingen die ik niet altijd met evenveel zelfverzekerdheid durf te dragen, komen uit mezelf: mijn stem, mijn mening. Vaker dan ik zou willen kleurt mijn gezicht even rood als de haren op mijn hoofd. Nou kan ik misschien niets doen aan deze fysiologische processen, ik kan wel werken aan het met trots dragen van deze blos.”