PlusAchtergrond

De magie van zelf blaadjes maken: ‘Zines zijn een uitlaatklep, bijna een wapen, van en voor iedereen’

Knippen, plakken, kopiëren en een nietje erdoorheen. Zo eenvoudig kan de productie van een zine zijn. Mede daardoor is de analoge, zelfgemaakte uitlaatklep steeds populairder geworden. Dit weekend presenteren zo’n veertig ‘zinesters’ hun werk tijdens de beurs Paperbound.

Edo Dijksterhuis
Nieuw West Nieuw Thuis-zine. ‘Het zelf en samen doen staat voorop, daarmee geef je buurtkinderen een gevoel van trots.’ Beeld
Nieuw West Nieuw Thuis-zine. ‘Het zelf en samen doen staat voorop, daarmee geef je buurtkinderen een gevoel van trots.’

Lula Valletta is naar eigen zeggen te laat geboren. Liever had ze een eeuw geleden geleefd toen de dadaïsten ‘uitblonken in nonsens maar toch heel veel zinnigs zeiden’. Of eind jaren zeventig, tijdens de hoogtijdagen van de punk. “Die energie, je eigen regels maken, het anarchisme en die rauwe esthetiek – het totaalpakket is ongelooflijk!” Het mooiste aan dada en punk vindt Valletta de doe-het-zelfattitude. Bij gebrek aan een tijdreismachine kan zij die nu kwijt in het maken van zines: tijdschriften waarvan zij zelf hoofdredacteur, samensteller, schrijver, vormgever, drukker en distributeur is.

Dit weekend staat Valletta op het Amsterdamse zine fair Paperbound, waar ze ook een lezing houdt over de kracht van DIY – Do It Yourself. “Zelf publicaties maken wordt steeds populairder. Je ziet het bijvoorbeeld bij afstudeertentoonstellingen van kunstacademies. Vorig jaar verscheen er zelfs een film op Netflix, Moxie, die gaat over een jong meisje dat een zine begint over seksisme op haar school.”

Zelf maakte Valletta op zevenjarige leeftijd haar eerste eigen krantje: De Tierlantijn. “Ik schreef erin welke films ik gezien had, wat we hadden gegeten, ditjes en datjes, het weer van morgen en een puzzel. Toen ik ouder werd, groeide De Tierlantijn met mij en mijn interesses mee. Totdat mijn vader me meenam naar een punkconcert en ik bij de merchandise een boekje vond waarvan ik later begreep dat het een fanzine was. Vergeleken wat ik deed was dat next level!

Zines zijn volgens Valletta ‘een openbaar dagboek of een kenniscentrum, vaak hoogst persoonlijk en politiek: ze worden geboren uit de drang je stem ergens voor of tegen te verheffen’. Zines worden geproduceerd door onafhankelijke makers in doorgaans kleine oplages – tweehonderd stuks is al veel. Aan welke uiterlijke kenmerken een stapel papier moet voldoen om zine te heten, is moeilijk te zeggen. “Alles kan,” vindt Valletta, een zelfverklaard aanhanger van de ‘geen regels-regel’. “Vettig drukwerk op vuilwit, dubbelgevouwen A4-velletjes met een nietje erdoorheen geramd is natuurlijk classic. Maar er wordt tegenwoordig ook veel op de computer gemaakt. Er zijn pdf-zines en zelfs e-zines.”

Analoog is weer hip

In het buitenland is de zinecultuur sterker ontwikkeld dan in Nederland. In het Franse Poitiers is La Fanzinotheque te bezoeken, met een collectie van ruim 50.000 zines die elk jaar nog groeit met duizend nieuwe titels. Ook in de Verenigde Staten bestaat een levendige undergroundscene. Het was bij zine-beurzen in Los Angeles en New York dat kunstenaar Marnix Postma inspiratie opdeed voor Paperbound. “Die energie wilde ik naar Amsterdam halen. De tijd is er rijp voor, het analoge is weer hip. We draaien vinyl en gebruiken camera’s met fotorolletjes. Zelf blaadjes maken hoort daarbij.”

Vorig jaar was de eerste editie van Postma’s zine fair, maar bleken twee andere beurzen in precies hetzelfde weekend te zijn. Dit keer hebben ze de handen ineengeslagen. Behalve in De Bouwput (Kolenkitbuurt) presenteren ‘zinesters’ hun creaties in Treehouse NDSM, wordt een kunstenaarspublicatie gepresenteerd bij Athenaeum Nieuwscentrum en verzorgt drukkerij Riso Pop workshops.

Voor Chris van Walsum was meewerken aan de kunstenaarspublicatie een eerste hands-on kennismaking met het fenomeen zine. “Toen ik bij Atheneum Zuidoost werkte, kwam ik in aanraking met tijdschriften,” zegt de derdejaarsstudent aan de Rietveld die overduidelijk tot de digitale generatie behoort. “Het fysieke van iets op papier vind ik fascinerend. Meer dan bij een website zie en voel je hoeveel werk erin is gaan zitten. Het voelt persoonlijker. En ik heb ook het idee dat de informatie die je van papier opdoet beter blijft hangen dan online teksten. Het is minder vluchtig.”

Kunstenaar Chris van Walsum: ‘Het beeld lijkt pixelachtig, maar je ziet dat het fysiek gemaakt is.’
 Beeld Chris van Walsum
Kunstenaar Chris van Walsum: ‘Het beeld lijkt pixelachtig, maar je ziet dat het fysiek gemaakt is.’Beeld Chris van Walsum

Toch gebruikt Van Walsum nog steeds digitale bronnen als uitgangspunt voor zijn schilderkunst, ook voor zijn bijdrage aan de Paperbound-publicatie. “Ik heb een selfie genomen, maar van heel dichtbij en bewogen. Het beeld is snel geproduceerd, maar het met inkt vertalen naar papier kost veel tijd. Het beeld lijkt pixelachtig, maar je ziet dat het fysiek gemaakt is.”

Organisch alfabet

Zines hebben van oudsher een progressief karakter. Het eenmalig verschenen Fire!! promootte in de jaren twintig van de vorige eeuw nieuwe zwarte literatuur uit Harlem. Later verschenen anarchozines en zines gericht op de gay underground scene. Nog steeds zijn zines populair onder idealisten met een soms radicale of subversieve boodschap. Een blaadje kan namelijk veel anoniemer en veiliger worden verspreid dan een website of blogpost die altijd naar een IP-adres is te herleiden.

In die emancipatoire traditie staat de zine van de Buurtwerkplaats Noorderhof. De werkplaats in Nieuw-West is een initiatief van drie ontwerpers die ‘iedereen faciliteren met een goed idee’, zoals Tobias Krasenberg het verwoordt. “Vorig jaar hebben we samen met Vrouw en Vaart, het ZID Theater, en Samen Wonen Samen Werken een programma opgezet voor de buurtkinderen die gewoonlijk tijdens de zomer naar Marokko of Turkije gaan, maar door corona nu wekenlang in de wijk bleven. Een Ethiopische statushouder liet zien hoe je een krar bouwt, een soort snaarinstrument. Een herbalist verzamelde recepten voor lokaal geplukte kruiden. En in het verhalenatelier vertelden kinderen wat voor hen thuis betekent.”

Al snel ontstond het plan om de highlights van dit Nieuw West Nieuw Thuis-programma vast te leggen in een zine. “Het is belangrijk dat zichtbaar is wat hier gebeurt,” zegt Claire van der Mee, die zes donderdagen workshops gaf in druktechnieken. “We hebben de publicatie gemaakt met knippen, plakken, kopiëren en daar weer overheen zeefdrukken. De titelletters hebben we ontleend aan het logo van de werkplaats dat hier ooit provisorisch met plakband op de gevel is geplakt. De letters die niet in de naam voorkwamen, maakten we ter plekke bij. Zo ontstond een organisch alfabet.”

Voor veel buurtkinderen, die op school en thuis weinig creatieve stimulans krijgen, was het besef zelf iets te kunnen maken een echte eyeopener. Krasenberg: “Het is een zine, dus het hoeft niet perfect te zijn. Het zelf en samen doen staat voorop, daarmee geef je kinderen een gevoel van trots. We hopen zo’n 500 exemplaren te maken. Het zou mooi zijn als die hun weg vinden binnen de wijk en over een jaar nog op tafel liggen bij wijze van conversation piece.”

Inkt op sojabasis

De toegankelijkheid maakt zines ook aantrekkelijk als verzamelobject. “Mensen kopen makkelijker tien zines van vijf euro dan één origineel kunstwerk van vijftig,” is de ervaring van Valletta, die haar eigen kunst via tijdschriften de wereld in helpt. Zelf verzamelt ze ook zines en ruilt ze publicaties met collega-zinesters. “De internationale zinewereld is een dorp: je komt op beurzen telkens dezelfde mensen tegen, en met z’n allen houden we een subcultuur en een eigen economie op gang. Iedereen steunt elkaar.”

Hoewel ze zines als redelijk tijdloos fenomeen ziet, heeft Valletta de afgelopen jaren nieuwe trends zien ontstaan. “Radicaal feminisme is een belangrijk onderwerp geworden en ook over de pandemie zijn veel publicaties verschenen. Risoprint, de opvolger van het stencilapparaat, is populair. Vroeger werd die techniek gebruikt door sportclubs of om proefwerken mee te maken. Tegenwoordig wordt inkt op sojabasis gebruikt en zijn kleuren als neon roze en blauw erg in.”

null Beeld

Zines maken is hard werken. Zelfs voor vijftig exemplaren ben je uren zoet met drukken, vouwen en aan elkaar nieten. “Maar het is en blijft iets magisch,” aldus Valletta. “Zines zijn een uitlaatklep, bijna een wapen, van en voor iedereen. Ik heb het geluk een atelier te hebben boven de grafische werkplaats waar ik les geef in druktechnieken. Als ik zin heb, ga ik gewoon naar beneden om er in één nacht even een zine uit te knallen.”

Paperbound: 29-30 oktober in De Bouwput (Ferdinand Huyckstraat 74) en Treehouse NDSM (T.T. Neveritaweg 55-57), 28 oktober lancering kunstenaarspublicatie in Athenaeum Newscenter (Spui 14-16), t/m 30 oktober workshop bij Riso Pop (Krugerstraat 36H).

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden