null

PlusReportage

De Avondmarkt in de Staatsliedenbuurt – anno 1969 – dreigt te verdwijnen

Beeld Jurre Rompa

Al ruim vijftig jaar biedt de Avondmarkt dat ene vergeten ingrediënt, een fles uit de koeling of delicatessen die nét even anders zijn. Dat laatste geldt ook voor de mensen achter dit buurtinstituut, dat dreigt te verdwijnen. ‘Het personeelsbestand is door de jaren heen, hoe zeg je dat netjes, divers geweest.’

Kees van Unen

Een poppodium? Theater? Bioscoop misschien? Wie nietsvermoedend naar binnen gaat bij De Wittenkade 90-96 moet éven twijfelen. Op de gevel wordt weliswaar de Avondmarkt beloofd, maar het duurt even voordat het eerste winkelmandje in zicht komt. Eerst zijn er houten wanden, waarvan eentje vol posters die voorstellingen of exposities aankondigen. De hoek om en de verwarring wordt nog groter. In glazen vitrines hangt kunst, poëzie momenteel, gedichten over Amsterdam. Pas aan het einde van dat gangetje komt de winkel in zicht en lijkt de avondwinkel op een avondwinkel.

Hans van Akkeren, al dik veertig jaar eigenaar van de Avondmarkt. Aan de muur hangt een portret van oprichter Theo Huipen. Beeld Jurre Rompa
Hans van Akkeren, al dik veertig jaar eigenaar van de Avondmarkt. Aan de muur hangt een portret van oprichter Theo Huipen.Beeld Jurre Rompa

Ja, zegt eigenaar Hans van Akkeren (66), die entree zorgt weleens voor vraag­tekens bij mensen die hier voor het eerst komen. Al moet gezegd: die zijn ruim in de minderheid. Dit is een buurtwinkel die vaart op vaste klanten waarvan sommige al een halve eeuw komen, zo lang als de winkel bestaat. Al vijftig jaar elke avond open, staat er op de website. Daar kunnen we inmiddels alweer een paar jaar bij optellen: de zaak opende in 1969 in een voormalige groentehal aan de Van Limburg Stirumstraat, toen nog onder de naam Elke Avond Open – een naam als een belofte, keurig nagekomen.

Vleugje anarchie

Naar binnen dan. Klaphek door, koeling op rechts. Die koeling is nu niks bijzonders meer, maar veertig jaar geleden was dit de grootste van heel Nederland. Élf meter lang. Je moet wel, als avondwinkel, legt Van Akkeren uit. “Mensen kopen hier vooral wat ze meteen willen gebruiken. Dat betekent soms ook één tomaat of één ui. Wijn gaat per fles, niet per doos. En drank staat dus koud. De meeste klanten winkelen voor het moment.”

En dat al meer dan vijftig jaar – geen wonder dat de Avondmarkt een begrip is geworden, in heel Amsterdam, maar in de Staatsliedenbuurt in het bijzonder. En kip of ei, maar de winkel gaat op de een of andere manier perfect samen met het karakter van de buurt. Die is van oudsher nogal sociaal ingesteld. Veel cohesie, een vleugje anarchie. De kraakbeweging heeft er wortels liggen en de stad mag dan veranderen, de buurt blijft de buurt. Van Akkeren: “Je merkt het als er wat te pro­testeren valt, dan staan ze vooraan. Dan gaan ze ertegenin, massaal. Dat is dan wel vooral de oude garde, maar het blijft een buurt vol strijdlust. Maar als iemand op de buurt­pagina op Facebook vraagt om hulp bij het naar beneden tillen van een kast, biedt ook de halve straat zich aan.”

null Beeld Jurre Rompa
Beeld Jurre Rompa

Ook sociaal: de afprijsbak, vol verse producten met een korte houdbaarheidsdatum. Elke week krijgen ze een paar ­containers geleverd – inhoud onbekend – en dat gaat voor kleine prijzen in de bak. Op de leverdagen staan vaste klanten om 15.00 uur voor de deur te wachten.

En Van Akkeren ziet het karakter van de buurt terug in hoe men omgaat met daklozen voor de deur. Die lijken hier meer geld op te halen dan waar dan ook in de stad. Ook de vervelende types, die hij weleens weg moet sturen. Dan gaan ze, maar een uur later zitten ze er weer. Abraham weet waar hij de mosterd haalt.

Of kaas, en niet de minste. In de reclame deze week: cremiziola al cucchiaio ­tartufo. ‘Een zachte, romige gorgonzola met zwarte truffel. Lekker romig, makkelijk smeerbaar en bijzonder lekker,’ aldus het bordje, met verder: ‘Italië, koe, gepasteuriseerd.’ Zo is er vaak tekst en uitleg bij wat er in de winkel ligt. Het assortiment blinkt hier en daar uit in ánders. Vijf soorten salami – peper, truffel, venkel, sopressa, gewoon – en een gangpad vol producten uit de natuurwinkel, maar ook een met zorg gecureerde hoek wijn en centraal in de winkel de verse maaltijden. Groentelasagne of bombay chicken – licht pikant.

Rechte lijn naar de kroketten

Daar staat Adriaan Voskuilen (63), die hier aanvankelijk voor even zou werken, maar dat is alweer jaren geleden. Hij groeide op in de straat en z’n ouders hadden een kruidenier voor overdag. Geen concurrentie dus, de openingstijden beten elkaar niet. Na een paar eigen zaken kwam hij hier terecht en al die winkelervaring leverde hem een ragfijn inzicht in klantcontact op. Wie een praatje wil, wie niet en wie niet maar eigenlijk toch. En hoe je ze aan het praten krijgt, dat ook. Door zelf wat prijs te geven bijvoorbeeld, en dan de ander de beurt geven. Met kleine visjes vang je de grote. Daar heeft hij dan een paar minuten de tijd voor als de klant een maaltijd opgewarmd wil hebben: net genoeg.

null Beeld Jurre Rompa
Beeld Jurre Rompa

In zijn kantoortje zit Van Akkeren, die in 1979 instapte in de winkel. O, zoveel ­verhalen. Van voor zijn tijd al, toen Theo en Mary Huipen de zaak openden en vanaf het begin besloten: deze plek moet ánders zijn. Dus was er meteen een ruime keuze aan wijn, buitenlands bier ver voor de trend uit en een eigen pindabrander. Na een paar jaar kwam er een keuken voor verse meeneemmaaltijden – toen nogal uniek en in Het Parool daarom gedoopt tot ‘de eerste Hollandse afhaalchinees’.

Toen de verhuizing naar de De Witten­kade, met dat grote koelvak en – ook weer uniek – een soort shop-in-shop, waarbij mensen hun eigen winkeltje runden binnen de winkel. Voor vlees, voor buitenlandse kazen, voor wijn, voor groenten en fruit. In 1984 werd er nog eens flink verbouwd met twee loodsen aan ruimte erbij. Er kwam een slager, er kwam een automatiek – alles voor een piek. Prachtig altijd: de processie als tram 10 aankwam en leegliep, in een rechte lijn naar de kroketten. Een gulden, toen al geen geld.

Net uit de gevangenis

Al die tijd runde Van Akkeren de boel met Theo. Allebei op hun eigen manier, dat wel. Het grootste verschil: Van Akkeren stond en staat in de winkel, Theo runde de boel vanuit het kantoortje. “Maar hij was wel sociaal hè,” zegt Van Akkeren nu. “Hij vond: iedereen verdient een kans. Het gevolg is dat het personeelsbestand door de jaren heen, ja, hoe zeg je dat nou netjes? Oké: divers is geweest. In de winkel keken we elkaar weleens aan als er weer een nieuwe kracht was. Dan dachten we: Theo, hoe heb je díé nou weer aan kunnen nemen? Er was een jongen, die kwam net uit de gevangenis. En tuurlijk, iedereen verdient ook een kans, en daarna nog een keer. Maar dit was gewoon een crimineel. Dat duurde niet lang gelukkig. Het zegt wel veel over Theo: die zag altijd het goede in mensen, ook al betekende dat soms dat hij belazerd werd.”

Hans van Akkeren en dochter Inge. Beeld Jurre Rompa
Hans van Akkeren en dochter Inge.Beeld Jurre Rompa

Achter Van Akkeren hangt een foto van hen samen. En het viel misschien al op: over Theo gaat het in de verleden tijd. Hij is er niet meer. Op een zwarte dag, 27 april 2007, reed hij tegen een boom aan, een dodelijk ongeluk. Daarna werd alles anders. Drie dagen na zijn dood was het Koninginnedag, traditioneel een van de drukste dagen van het jaar voor de Avondmarkt, dus hadden ze geen tijd hadden om te denken aan wat er was gebeurd. Na afloop zeiden ze in de winkel nog tegen elkaar: lekker gewerkt vandaag. Daarna kwam de klap. In de eerste plaats omdat hij een vriend was, een klankbord ook, een zekerheid. Van Akkeren verloor zijn vader op jonge leeftijd, en zijn broer, maar als hij eerlijk is: de dood van Theo, díé hakte erin.Als vriend dus, maar ook zakelijk. Opeens kwam alles op hem alleen aan. Het contact met leveranciers, de administratie. Nu is hij in dat tweede gelukkig secuur en snel. Alles met de hand, rekenen gaat op een oude rekenmachine. Zie ze eens staan, de mappen vol, keurig op een rij. En een leeg postvak, want facturen betaalt hij meteen. Thuis is dat anders trouwens, zoals bij een loodgieter de leidingen ook nogal eens lekken.

Nee, de boekhouding wil wel, maar dan het leidinggeven. Hij geeft meteen toe: van nature is Van Akkeren geen baas. Hij kan niet streng zijn, ook al zou hij het soms willen en misschien moeten. Maar het team is gelukkig ingespeeld. De meesten werken er al lang en over de kaas regeert zijn eigen dochter Inge (39). Net als haar broertje Rick en zusje Linda groeide ze op in de winkel, al had ze als puber gewoon een bijbaan bij Albert Heijn. Zonder haar had Van Akkeren het niet volgehouden, zegt hij. Ze regelt van alles, lost problemen op en is verantwoordelijk voor de vervelende dingen – alles met computers bedoelt hij daarmee.

Ook onmisbaar is zijn vrouw Trudy (65), die weliswaar weinig in de winkel is, maar wel thuis de boel draaiende hield en houdt. 41 jaar getrouwd inmiddels, en nooit een onvertogen woord – niet tegen haar man tenminste. Verder doet ze de winkelwas, theedoeken en schorten, en heeft ze jarenlang duizenden potten jams en notenpasta gemaakt.

Groenteboerenbloed

Vroeger had je Kees. Die deed de groenteafdeling nadat hij al een half leven op de markt had gestaan. Wat bleek: je kon Kees wel van de markt halen, maar de markt bleef in Kees zitten. Dus daar stond ie te roepen, gewoon in de winkel. Hard was goed, maar harder was beter. En het liefst op rijm. ‘Meloenen om te zoenen’ – zulke dingen. Kees verstond z’n vak, soms te goed zelfs. Dan kwamen op vrijdag de aardbeien binnen en dan zeiden ze nog zó: kalm aan, dan verkopen we die het hele weekend. Maar op zaterdag stak Kees al grijnzend z’n hoofd om de hoek van het kantoortje: “Op!” En bij het afrekenen hoorden ze dan van klanten: ik weet niet wat er gebeurd is, ik wílde helemaal geen aardbeien.

Daphne Holthuizen, van de ­groenteafdeling. Beeld Jurre Rompa
Daphne Holthuizen, van de ­groenteafdeling.Beeld Jurre Rompa

Nu werkt Daphne Holthuizen (53) op de groenteafdeling. Geen wonder, want haar ouders hadden een groentezaak en haar neef had er twee. Groenteboerenbloed. Dit deel van de Avondmarkt wordt nog steeds gerund als een ouderwetse winkel. De ­slaatjes zijn bijvoorbeeld handgesneden, alles keurig julienne. Appelmoes. Stoofpeertjes. Ter plekke gemaakt, met levenslang ervaring als geheim ingrediënt. Het ruikt er zo lekker vanwege de noten, die roosteren ze ook zelf. Ook een beetje voor de geur natuurlijk: noten ruiken is noten willen is noten kopen. Daar zul je net iemand hebben: gemengd ongezouten, zo het mandje in, naast de paddenstoelenravioli en een ijskoud blik Gebrouwen door Vrouwenbier. Vraag Holthuizen wat ze het mooiste vindt en ze is duidelijk: de mensen. Tuurlijk. Zo’n wijk verandert, élke wijk in de stad verandert. Er verdwijnt oude garde, er komt jong, yup. Maar ieder mens is mens, dus ook díé spreekt ze dan weer graag.

Winkeltje spelen

Maar goed, nu we het over verandering hebben: nieuws. Van Akkeren gaat ermee stoppen. Mooi geweest, lang ook wel. Dagen die vroeg beginnen en laat ein­digen, al jaren nauwelijks vakantie en dan ook maar maximaal een week. Eén keer langer, toen op IJsland de Eyjafjallajökull uitbarstte en al het vliegverkeer lamlegde – het ging nét goed in de winkel.

Op 12 april 1969 werd de winkel geopend. Beeld Jurre Rompa
Op 12 april 1969 werd de winkel geopend.Beeld Jurre Rompa

Dus wat nu? Einde Avondmarkt? Van Akkeren hoopt het niet, maar kan niks beloven. Een geschikte partij heeft zich nog niet aangediend. En eerlijk, er zítten ook wat haken en ogen aan. Verscherpt vergunningsbeleid van de gemeente op komst, huurverhoging en steeds verder oprekkende openingstijden voor de grote supermarkten. Maar, zegt hij, prachtig is het ook. “Je moet bereid zijn om keihard te werken, dat wel. En het duurt misschien even voor je alles doorhebt. Maar je krijgt er een geweldige zaak voor terug, met een trouwe klantenkring en heel veel voldoening. Echt, anders had ik het toch nooit zo lang volgehouden?”

Bij de kassa rekent een jonge vrouw boodschappen af. Gnocchi, tomatensaus, aubergine en pecorino. Fles rood, Italiaans, chocolade en shampoo. Een uitge­tekende avond, zoals die hier avond na avond over de band gaan.

Van Akkeren gaat het missen. Tenminste, een beetje dan. Het was toch dik veertig jaar winkeltje spelen, maar dan in het echt. Wat hij nu gaat doen weet hij niet. Op vakantie in ieder geval, en nu eens langer dan een week. En er komt tijd voor de kinderen en kleinkinderen, die verspreid door heel Nederland wonen. Maar hobby’s? Nul. Wat mooi zou zijn: misschien moet hij de nieuwe eigenaren eerst nog even op weg helpen. Een jong stel denkt hij aan, zonder kinderen, ambitieus. Ze hoeven zich alleen nog maar even te melden. O, hij hóópt het. En de hele buurt hoopt met hem mee.

null Beeld Jurre Rompa
Beeld Jurre Rompa

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden