PlusAchtergrond
Bouwen met hout heeft de toekomst: ‘Het slaat heel veel CO2 op’
Een paviljoen op de Floriade laat zien hoeveel duurzamer de bouw kan met natuurlijke materialen als hout of zelfs spinaziezaad en gebruikte visnetten. Bouw met hout en je haalt broeikasgassen uit de lucht. ‘Accepteer het nou gewoon als oplossing.’
De Floriade in Almere draait helemaal rond de vraag hoe steden groener en duurzamer kunnen en dat komt allemaal samen in één gebouw. In The Natural Pavilion zijn bijna alle onderdelen ‘biobased’, oftewel puur natuur. Op de tienjaarlijkse tuinbouwtentoonstelling wordt het voorgesteld als ‘het meest natuurlijke gebouw van de Floriade’. Het bestaat voor meer dan 95 procent uit biobased bouwmaterialen.
Zo komen de trapleuningen van essenhout uit een bos even verderop in Almere waar veel bomen ten prooi zijn gevallen aan essentaksterfte. Bij de entree is de vloer bekleed met een mozaïek van spinaziezaad in natuurlijke epoxylijm. “De eerste vloer in de wereld die gemaakt is van zaden,” zegt Gerben Kuipers van Noordereng Groep, de eigenaar en ontwikkelaar van het paviljoen.
Het paviljoen pronkt verder met balustrades van visnetten, linoleum dat een tweede leven heeft gekregen en houten heipalen die ondanks het hoge grondwater in de polder niet rotten (zie kader). In de binnenwanden van het paviljoen is het hout verwerkt van drieduizend gebruikte dakramen die in gevangenissen eerst zijn ontdaan van spijkers.
Het hergebruik is indrukwekkend en het paviljoen is een etalage voor soms eeuwenoude biobased isolatiematerialen als vlas en lisdodden, maar de noviteit die nog het meest bijdraagt aan de duurzaamheid van het gebouw, is de constructie van oersterk naaldhout die in vakjargon CLT heet, cross-laminated timber. Doordat houten planken, van de douglasspar in dit geval, kruislings worden verlijmd ontstaat een draagconstructie die met gemak zo’n immense tentoonstellingsruimte kan torsen. Of woningen. Woontorens zelfs.
Al jaren bieden deze massieve en toch innovatieve staketsels nieuwe mogelijkheden voor het bouwen met hout. In Amsterdam is dat ook al gedemonstreerd door goeddeels houten gebouwen als Patch22, Hotel Jakarta, Stories en de 21 verdiepingen tellende woontoren Haut. De gemeente houdt het zelfs voor mogelijk dat vanaf 2025 een op de vijf woningen in de stad van hout worden gebouwd. Projectontwikkelaars, vastgoedbeleggers en grote aannemers hebben daar vorig jaar hun handtekening onder gezet. In Zuidoost wordt een hele buurt gebouwd van zo’n zevenhonderd houten woningen.
Het imago
Houtbouw kan veel klimaatvriendelijker zijn dan bouwen met beton. Bij de productie van cement en baksteen komt veel CO2 vrij, terwijl de bouw van houten woningen de kans biedt om door bomen uit de lucht gehaalde CO2 tot in lengte van dagen vast te leggen in het hout. Bij het paviljoen op de Floriade gaat het om 352 ton CO2, ongeveer wat honderd huishoudens per jaar uitstoten voor gas en licht. Niet gek voor een hoeveelheid hout die volgens leverancier Staatsbosbeheer in alle Nederlandse bossen samen in 33 minuten weer aangroeit.
De Floriade kan helpen om de koudwatervrees rond het bouwen met hout weg te nemen, hopen wetenschappers. Een groot publiek kan hier het houten paviljoen met eigen ogen bekijken, zegt onderzoeker Pablo van der Lugt die voor de TU Delft onderzoek doet naar biobased bouwen. Bij het Amsterdamse instituut voor stadsonderzoek AMS Institute liet hij een boekje verschijnen dat ‘houtbouwmythes’ moet ontzenuwen, maar zo’n draagconstructie bekijken en aanraken zal pas echt vertrouwen wekken, verwacht hij. “Je beukt tegen die wanden en voelt hoe stevig en solide het is.”
“Je moet ook het imago en de vraag ontwikkelen. Woningeigenaren vragen zich af: wil ik daarin wonen en vertrouw ik die materialen?” zegt Joke Dufourmont van AMS Institute. Van der Lugt: “Iedereen kent het filmpje van de drie biggetjes met als boodschap dat je in een bakstenen huis moet wonen, want de huisjes van hout en stro gaan zo om. Het lijkt me leuk om een plaatje toe te voegen met een huis gebouwd van CLT. Dat is zo stevig, zo solide dat de grote boze wolf het niet omver kan blazen. En het voordeel is dat het hout teruggroeit en heel veel CO2 opslaat. Dus het slimste biggetje heeft een CLT-huis, want de bakstenen raken op.”
Minder geluidswerend?
Een andere ‘houtbouwmythe’ is dat hout brandgevaarlijk is. Dat is volgens Van der Lugt een fabeltje dat teruggaat tot de Middeleeuwen toen in veel huizen ook brandbaarder materiaal was verwerkt, zoals riet, en binnenshuis nog gekookt werd met open vuur.
Een andere zorg is dat hout onderhoudsgevoelig is, ook een hardnekkig misverstand, volgens Van der Lugt. “Binnen maakt het al helemaal niet uit. Het gaat eindeloos mee. Hout mag best nat worden, als het maar kan ventileren en weer drogen.” Buiten aan de gevel komt het erop aan om de juiste houtsoort te gebruiken en elfs bij naaldhout zijn daar oplossingen voor zoals verven of een andere behandeling.
Het gevaar van ontbossing is een andere zorg die leeft. Twijfels of buitenlandse bossen wel zo duurzaam worden beheerd heeft er al toe geleid dat klimaatminister Rob Jetten geen nieuwe subsidies meer uitkeert voor biomassacentrales. Maar volgens Van der Lugt groeit in Europese bossen al jaren veel meer hout bij dan er wordt gekapt. “Per jaar groeit in Europa 800 miljoen kubieke meter bij, terwijl er 500 miljoen kuub wordt geoogst.”
“Los van wat we kunnen bijplanten is nu al 100 miljoen kuub extra beschikbaar waar we makkelijk bij kunnen.” Daarvan blijft de helft over als er planken van worden gezaagd. “50 kuub is genoeg voor een eengezinswoning, dus in Europa is genoeg voor 1 miljoen woningen per jaar,” rekent Van der Lugt voor. “Genoeg voor de honderdduizend woningen die Nederland per jaar wil bouwen.
Het kwetsbaarste punt is nog dat hout minder geluidswerend is dan beton, maar ook dat is niet onoverkomelijk, volgens Van der Lugt. Wat je van de buren hoort in een appartementencomplex van CLT is hoe dan ook onvergelijkbaar met de balkenvloeren in oude Amsterdamse etagewoningen. “Dat hout lichter is dan beton heeft een groot voordeel dat bij het transport minder CO2 vrijkomt, maar de akoestiek is wel een nadeel. Een heel zwaar materiaal neemt meer trillingen op.”
Van oudsher heeft beton in Nederland een streepje voor, analyseert Van der Lugt. Gevolg is dat de klimaatschade door beton en het alternatief dat hout kan zijn niet volledig worden meegeteld bij aanbestedingen en bouweisen. Beton geldt op papier als goed recyclebaar, terwijl hout nog altijd te boek staat als een materiaal dat ooit in de verbrandingsoven belandt. En dat terwijl de massief houten onderdelen van tegenwoordig eeuwen meekunnen en ook nog goed herbruikbaar zijn. Toch wordt nog niet meegeteld dat hout CO2 vastlegt. “Dat zijn zeker dingen die in de regelgeving veranderd moeten worden,” zegt Van der Lugt.
Dat is ook zijn antwoord op het prijsverschil waardoor hout als bouwmateriaal vooralsnog 10 procent duurder is dan beton. Als voor beton en hout een reële CO2-prijs wordt gerekend, komt hout als vanzelf bovendrijven als duurzaam alternatief. In de tussentijd helpt het dat de gemeente houtbouw aanprijst door de afspraken met bouwers en ontwikkelaars om al in 2025 voor 20 procent met hout te bouwen in Amsterdam. “Die afspraken verzekeren de markt dat de vraag naar hout eraan komt,” zegt Dufourmont.
Snel bouwen
In de Buiksloterham in Noord werd eerder deze maand nog een appartementencomplex opgeleverd dat voor ruim driekwart uit hout bestaat. Bouwer Finch Buildings is blij met de Amsterdamse afspraken, zegt architect Jurrian Knijtijzer die het bedrijf in 2014 begon in Amsterdam met de bedoeling CO2 vast te leggen in houten modules die als legosteentjes worden opgestapeld. “Hout is eigenlijk gestolde CO2,” zegt hij. “Wij merken dat traditionele aannemers nu zeggen: hout, daar moeten we iets mee.”
Bij de oplevering van de 22 appartementen konden bezoekers zich nauwelijks bedwingen om op het houtwerk te kloppen, het even aan te raken. “Het is heel aaibaar,” zegt Knijtijzer. Hij prijst het uitgebalanceerde binnenklimaat aan van een houten huis omdat het materiaal als vanzelf vocht opneemt en afgeeft afhankelijk van de luchtvochtigheid.
Een ander voordeel is de snelheid waarmee gebouwd kan worden. Omdat het gebouw bestaat uit losse modules die in een fabriek worden gebouwd, is het eenmaal op de bouwplaats een kwestie van maanden voordat het wooncomplex er staat. “Door in een fabriek te bouwen, verspillen we veel minder grondstoffen.”
Door de geringe diepte in combinatie met de hoogte van zeven etages was voor de stabiliteit in dit geval nog wel een betonnen kern nodig rond de liftschacht, maar in Alkmaar bouwt Finch al aan een complex van vijf woonlagen dat voor 95 procent uit hout bestaat.
“Het kan gewoon, het is er, je hoeft er niet bang voor te zijn,” zegt Knijtijzer over het bouwen met hout. “Accepteer het nou gewoon als oplossing.” De twijfels zullen snel vervliegen, verwacht hij. “Ik denk dat we over tien jaar vergaderen over de vraag of we überhaupt nog een gebouw maken van beton.”
Een gebouw als een expositie
The Natural Pavilion is een expositieruimte op de Floriade voor ‘biobased’ bouwmaterialen zoals wanden van kurk en zeewier. “Maar het gebouw is van zichzelf al een expositie,” zegt Jan Willem van de Groep, expert op het gebied van duurzaam bouwen. Hij rekent voor dat oliebedrijven die hun CO2 willen opslaan onder de zeebodem ervan uitgaan dat dit 100 euro per ton moet gaan kosten, met het vriendelijke verzoek richting de overheid om het te subsidiëren. In het hout van het paviljoen ligt zo’n 350 ton CO2 opgeslagen. “Dus eigenlijk vertegenwoordigt dat 35.000 euro aan waarde.”
Het paviljoen is in zes maanden ontworpen, doorgerekend én gebouwd. Het komt kant-en-klaar uit de fabriek wat op de bouwplaats 20 procent minder verspilling oplevert, volgens ontwikkelaar Noordereng. Uitgesproken duurzaam is verder dat het paviljoen herbruikbaar is en na de Floriade wordt afgebroken om daarna ergens anders te herrijzen. Het blijft dan ook eigendom van Noordereng. Het heeft daarom wel wat weg van speelgoed als Lego, Meccano en K’nex, zegt directeur Gerben Kuipers.
Innovatief is ook de manier waarop houten heipalen zijn toegepast terwijl de drassige poldergrond dat eigenlijk niet toestaat omdat hout dat droogvalt kan gaan rotten. Op de Floriade is dat opgelost met ‘oplangers’, een soort paalkoppen van gerecycled plastic die wel bestand zijn tegen de natte omstandigheden net boven het grondwaterpeil. Zodra het gebouw wordt afgebroken gaan ook die oplangers mee naar de volgende locatie. De houten palen blijven in de ondergrond van Almere achter, ínclusief de daarin opgeslagen CO2.