Aldus
Boek over het Oosterdok: ‘Lang een dode hoek in de stad’
Titus Dekker (60) stelde het boek ‘Oosterdok, verhalen van een Amsterdamse haven’ samen. Een fascinerende klus over een stille plek.
Waarom het Oosterdok?
“Tien jaar geleden was er een idee om iets te maken over de Museumhaven, die toen 25 jaar bestond. Ik hoorde daarvan, en zei: laten we dan een boek over het hele Oosterdok doen. Daarop ging ik naar het Scheepvaartmuseum, voor geld. De conservator zei: geld heb ik niet, maar ik kan wel een stuk voor je schrijven, én ik ken een uitgever. Zo is het gaan rollen.”
Er hangt een schilderij in het Scheepvaartmuseum dat u aan het denken zette?
“De varende begrafenisstoet van Van Speijk, van Louis Meyer. Dat was voorzien van een verkeerd onderschrift. Ik ben het gaan determineren, het is een soort stripverhaal, en kwam zo allerhande intrigerende details aan de weet.”
Wat fascineert u nu aan het Oosterdok?
“Lang was het een dode hoek in de stad, een plek waar je liever niet kwam, met dat afgelegen hoofdpostkantoor. Nu is dat helemaal omgedraaid, met de bibliotheek, Nemo, het Scheepvaartmuseum. Een hippe stadswijk. Het boek vertelt die geschiedenis. Het Oosterdok is altijd een plek in ontwikkeling geweest.”
Wat herinnert nog aan het verleden?
“Tot 1832 was het een door houten palen beschutte zeehaven, uiteindelijk werd het een stedelijk binnenwater. De Oosterdoksdijk kennen we nu als spoortalud, maar staat in feite op die oude palen.”
Hoe zal de toekomst van het Oosterdok eruitzien?
“Ik vind het eigenlijk wel mooi zo, veel open ruimte in onze drukke binnenstad, je kan er op steigers over het water lopen, mensen zwemmen er, het is een fantastische plek, eigenlijk een soort blauw Museumplein.”