PlusProefwerk

Bijna alles wat bij Ceppi’s op tafel komt, is te vet, te vlak of te kazig (5)

null Beeld Eva Plevier
Beeld Eva Plevier

Culinair recensent Mara Grimm tafelde bij Ceppi’s. Ze proefde ‘picture perfect’ Italiaanse gerechten, die vrijwel allemaal te vet, te vlak of te kazig smaakten. Waar is toch de magie van de eenvoud?

Mara Grimm

Van de kont van Kim Kardashian tot de benen van Nikkie Plessen: Instagram maakt alles mooier. Ook gerechten zien er online negen van de tien keer stukken beter uit dan ze smaken. In de restaurantwereld is dat al jaren een groeiend probleem; genoeg koks die koken voor likes in plaats van smaak. Ieder weldenkend mens weet dan ook allang dat je niet moet vallen voor al die mooie plaatjes op social media, maar ik trap er nog vaak genoeg in.

Bij Ceppi’s op de Lijnbaansgracht bijvoorbeeld. Het is de nieuwste aanwinst van het team van Five Brothers Fat, dat verschillende succesvolle zaken in de stad runt. Bij Ceppi’s draait het om de Italiaanse keuken – én om styling. Kleurrijk servies, prachtige pizza’s en bordjes pasta waar je onmiddellijk van gaat kwijlen…. bij alles wat ik in mijn tijdlijn voorbij zag komen, moest ik de neiging onderdrukken mijn scherm af te likken.

Ook in het echt is het allemaal picture perfect. Bovendien hebben we geluk: het is zacht herfstweer, dus we kunnen op het verwarmde terras op een rustig stukje van de Lijnbaansgracht plaatsnemen. Een verademing, want binnen zit het weliswaar bomvol gezellig uitbrakkende millennials, maar voor een lunch is het er onprettig donker.

We worden bediend door jonge meisjes. Ze zijn misschien niet extreem geïnteresseerd – althans: niet in ons, wel in de drie bloedmooie jongens naast ons – maar snel en kundig zijn ze wél. Bovendien worden we op onze wenken bediend. Opmerkelijk, want de rest van de stad mag dan kampen met een personeelstekort, hier struikel je bijna over de bediening.

Borrelkaart

Dan het eten. De wat verfomfaaide kaart is klassiek ingedeeld in antipasti, primi, secondi, bijgerechten én pizza’s. Er is ook een originele borrelkaart met verschillende cocktails en hapjes, en een aardige, maar niet hemelbestormende wijnkaart.

We beginnen met een glas spumante en wat focaccia met burrata op een hebberigmakend bordje. Het brood lijkt weliswaar meer op gebakken stukken pizzadeeg dan op de echte focaccia genovese, maar samen met de romige burrata is het een prima aperitief. Bovendien hebben we er ook vongole met ’nduja bij besteld: schelpjes van goede kwaliteit met een pittige saus, die – heel fijn – ­w­orden geserveerd met stukken brood om de resterende saus mee op te vegen. Niets meer aan doen.

Wat volgt getuigt helaas van een groter talent voor esthetiek dan voor de Italiaanse keuken. De polpetta di baccalà zijn drie balletjes van kabeljauw die worden geserveerd in een yoghurtsaus met flink veel pistache. In plaats van vis proeven we vooral gezapige kaas, en de saus is onaangenaam zurig.

We gaan verder met spaghetti carbonara: een even eenvoudige als klassieke pasta met alleen ei, kaas en spek. Je zou denken dat het onmogelijk is om zoiets simpels te verpesten, maar hier komen ze een heel eind. Het wangspek dat wordt gebruikt is weliswaar supersmakelijk, maar de saus is zo godvergeten vet dat we even denken dat er room in zit. De boosdoener blijkt een overdosis kaas. Wat ook niet helpt is de hoeveelheid saus; die is op het misselijkmakende af, waardoor het eerder neigt naar een bord kaasfondue dan een pasta.

Overdosis lauwe kaas

De pasta zien we later niet terug op de rekening en de bediening biedt direct aan om iets anders te maken. Niet nodig, want we hebben nog een pizza besteld. Op aanraden van diezelfde bediening is dat de pizza van het huis. Die wordt bestreken met pompoencrème in plaats van met tomatensaus en vervolgens belegd met gorgonzola, buffelmozzarella, capocollo (een soort coppa), hazelnoten en stracciatella. Ook hier geldt dat we vooral een overdosis lauwe kaas proeven. In combinatie met de gezapige pompoencrème zorgt het voor een te vet geheel dat zo laf en monotoon van smaak is, dat we even vrezen dat we corona hebben.

De tiramisu maakt dat vermoeden alleen maar erger. Zowel de karakteristieke smaak van koffie als de kick van drank is in geen velden of wegen te bekennen. Bovendien tellen we precies één halve lange vinger. Feitelijk zitten we dus gewoon een bord met cacao bestrooide slagroom leeg te lepelen.

Voor de duidelijkheid: we hebben geen corona en met onze smaak is niets mis. Met die van de keuken wél. Het is dan ook nauwelijks te geloven dat hier een Italiaanse chef in de keuken staat. Bijna alles wat we proeven is te vet, te vlak of te kazig.

Storender is dat het in nagenoeg elk gerecht ontbreekt aan de magie van de eenvoud. Dát is namelijk waar het in de Italiaanse keuken om draait en daarin zit ’m meteen ook de valkuil; als kok heb je in zo’n eenvoudige keuken weinig om je achter te verschuilen. Wie het nét niet helemaal snapt, valt dan ook onmiddellijk door de mand.

Ceppi’s

Lijnbaansgracht 256
Tijdelijk ma-zo 12-20 u
020-6200909

5

Best: De vongole met ’nduja.
Minder: De pasta carbonara is moddervet.
Opvallend: Het hebberigmakende servies dat Ceppi’s gebruikt is ook te koop én heeft zelfs een eigen Instagramaccount: @ceppis.ceramics
Leukste tafel: De voorste rij tafels op het verwarmde terras.

null Beeld
null Beeld Eva Plevier
Beeld Eva Plevier

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden