Bij Virtú kan je uitbundig tafelen op z’n Italiaans

Ze zijn jong voor een eigen zaak. “Maar als we oud zijn, zijn we er veel te moe voor,” zegt Sophia Falorni (21). Het witte interieur van het kleine Italiaanse restaurant dat de half Italiaanse begon samen met Davide ­Garau (26) uit Rome doet chic aan, met ongekreukt tafellinnen en glanzende wijnglazen op tafel. “Het moet nog wat gezelliger, hoor.”

Virtú betekent in het Italiaans deugd. De geuren uit de keuken zijn in elk geval deugdelijk. “De meeste producten die we verkopen, worden geleverd uit Italië. Behalve de groente, dat gaat wat moeilijker.” Zelfs het meel voor de verse pasta’s komt uit Italië, net als de koffie. De koffie van Vazienda wordt per 20 kilo gebrand in een houtoven. Goede koffie dus, te goed voor een cappuccino na het eten. “Dat is in Italië natuurlijk echt not done. Net als vis met kaas.”

Bij Virtú moet je niet komen voor een snelle pizza, die hebben ze er niet. De specialiteit van Virtú is verse pasta. “Italianen zijn, zoals wel ­bekend is, dol op lang tafelen. Een drankje voor het eten, meerdere gangen en een drankje na het eten. Met kerst zit je van twaalf tot twaalf aan tafel.”

Dat is de echte deugd die Virtú wil bieden. Een moment, of een hele avond, om te genieten van een klassieke Italiaanse maaltijd met alles erop en eraan. Het is een plek waar de snelle Amsterdammer uren kan tafelen, net als in Italië. Dat kan alleen niet van twaalf tot twaalf, Virtú is overdag niet open. Ach, dan blijf je toch tot wat later zitten.

Alle nieuwe hotspots van Amsterdam.

Tips? open@parool.nl