PlusExclusief
Beeldhouwer Nelson Carrilho (69): ‘Die slavernijbeelden vertellen leugens aan onze kinderen’
Deze zomer wordt gevierd dat 150 jaar geleden de slavernij werd afgeschaft. Monumenten daarvoor verbeelden vooral gebroken ketenen. Tot afschuw van beeldhouwer Nelson Carrilho (69). ‘Waar is onze menselijkheid?’
In het atelier van Nelson Carrilho in de Tuinstraat, in het hart van de Jordaan, hangt een grote foto van een jonge zwarte vrouw aan de muur. Ze kijkt je indringend aan, in zwart-wit, een hand voor haar borst.
“Iedereen die hier binnenkomt vraagt meteen wie het is,” zegt Carrilho.
De vrouw heet Elisabeth Moendi en is zijn overgrootmoeder. De foto is genomen op de wereldtentoonstelling van 1883 in Amsterdam, waar ze met haar dochter Henriëtte, de moeder van Carrilho’s vader, op het Museumplein werd geëxposeerd, tien jaar na de afschaffing van de slavernij. In een tent werden een half jaar lang 28 mensen tentoongesteld als voorbeelden van ‘Surinaamsche mensenrassen’.
“De human zoo,” zegt Carrilho.
En Moendi was niet eens Surinaams. In 1867 werd ze als contractarbeider geronseld in het Indiase Calcutta om te gaan werken in de Nederlandse kolonie, nog maar dertien jaar oud. Daar trouwde ze met een van de oorspronkelijke bewoners, een inheemse. Bijzonder voor die tijd.
Carrilho: “Op die wereldtentoonstellingen kon het publiek zich vergapen aan de grootsheid van de Europese civilisatie. In Parijs bouwden ze in 1889 de Eiffeltoren. Maar de mensen moesten ook zien hoe het goddelijke Europa de civilisatie naar de rest van de wereld bracht, waar de mensen inferieur waren. Het was de tijd dat de Europese leiders Afrika opdeelden, zodat het monster van de slavernij zich opnieuw kon voeden. Het had gewoon een ander masker opgezet.”
Carrilho maakte een altaar voor Moendi, zoals de mensen dat gewend zijn in India, het land waar ze oorspronkelijk vandaan kwam. Afrikaanse beelden, gecombineerd met een stevige dosis christelijke symboliek: de vernietiging van de Afrikaanse oorsprong van de mensheid door slavernij en kolonialisme.
“In haar ogen zit kracht,” zegt Carrilho, “maar ook verdriet. Voordat je tot heling kunt komen, moet je eerst de pijn neerzetten.”
Hoe bent u haar verhaal op het spoor gekomen?
“Het verhaal is mij op het spoor gekomen. Zes jaar geleden belde mijn zus: ‘Nelson, ik heb bij het Rijksmuseum een foto van onze overgrootmoeder gekocht. Wil jij er ook een?’ Prima, mooie foto. Maar pas toen hij hier hing ging hij op mij inwerken.”
Werd er bij u thuis niet over gepraat?
“Mijn vader heeft er weleens iets over verteld, maar het bleef niet hangen. Mijn ouders spraken niet met ons over de slavernij. Wij waren niet zielig. Wij werden opgevoed om het beste uit onszelf te halen. Ik mocht naar de kunstacademie, maar alleen als ik goed mijn best zou doen om het diploma te halen.”
Carrilho is beeldhouwer. Neem dat vooral ook letterlijk: bezig met beelden en beeldvorming. Hij is bekend van de Mama Baranka, de ‘Moeder Rots’ in het Vondelpark uit 1984, een monument voor Kerwin Lucas Duinmeijer, een vijftienjarige Antilliaanse jongen die in de nacht van 20 op 21 augustus 1983 in de Damstraat werd doodgestoken door een zestienjarige skinhead omdat zijn huidskleur hem niet aanstond.
In het Westerpark staat van zijn hand het beeld Dragers van Verre, Carriers from Afar, dat onder meer verwijst naar de regio Afar in het noordoosten van Ethiopië, waar het skelet van de Australopithecus afarensis is gevonden, beter bekend als Lucy, de eerste mens op aarde, de oermoeder die transformeerde tot zwarte madonna. Het is, zegt Carrilho, een poging om ‘te allen tijde de schoonheid in elkaar te zien.’
Momenteel werkt Carrilho in Calabrië, de zuidelijkste regio van het Italiaanse platteland, dat ook wel ‘het nieuwe Lampedusa’ wordt genoemd vanwege grote hoeveelheid vluchtelingen die er aan land gaan. In 2018 werd Soumaila Sacko uit Mali er doodgeschoten terwijl hij op zoek was naar golfplaten voor de hutjes in de illegale baraccopoli – de sloppenwijk.
Op uitnodiging van de Italiaanse activist Chiara Scolastica Mosciatti maakte Carrilho in Sacko’s nagedachtenis het beeld The Other Face. Een gift aan de gemeenschap. Het staat nu aan de kust bij San Ferdinando, een figuur van vijf meter hoog, inclusief sokkel. Op de plek van het hart zit een gat waardoorheen het universum te zien is, in de uitgestoken hand rust een masker: ‘Het andere gezicht van de geschiedenis.’ Niet dat van een falend Afrika, maar van menselijkheid.
De bedoeling is dat het beeld binnen afzienbare tijd gezelschap gaat krijgen van een zeven meter hoge versie van de Dragers van Verre, kijkend over de zee richting het Afrikaanse continent.
Dit jaar, 2023, wordt gevierd dat honderdvijftig jaar geleden de slavernij werd afgeschaft – een jubeljaar. Er zijn excuses aangeboden door de regering en er komt in Amsterdam een slavernijmuseum. Carrilho ziet er niet naar uit.
U vroeg mij voor dit gesprek te zoeken naar plaatjes van slavernijmonumenten.
“Wat heb je gezien?”
Angstige mensen en ketenen.
“Ik ben er razend over. In Tilburg is vorig jaar een slavernijmonument onthuld: een jong zwart meisje dat op een gebroken keten zit. Voor het eerst is in Nederland in de openbare ruimte een zwart kind afgebeeld en meteen hebben ze er een keten bij gemaakt. De enige manier om een kind te breken, is hem te laten denken dat hij aan een keten zit. In de keten zit het beest. Mensen snappen niet hoe krachtig beelden kunnen zijn. De openbare ruimte is van iedereen, van intellectuelen tot spelende kinderen.”
U stuurde me ook een foto van een slavernijmonument in Frankrijk.
“Een beeld waar helemaal geen mensen meer te zien zijn. Alleen een keten. Zo diep zijn we al gezonken. Wat laat je zien? De eeuwige slaaf. Eens een slaaf, altijd een slaaf. Het zijn beelden van angst, beelden van slachtofferschap. Wanneer gaan we het over schoonheid hebben, over onze grootsheid?”
“Kijk naar de beelden van Europese filosofen en staatshoofden. Ze zitten te paard, dicht bij de hemel. We zien hun goddelijkheid, we zien hun schoonheid en hun kracht. We zien hoe ze civilisatie brengen in de wereld. En kijk dan nog eens naar hoe wij onszelf neerzetten: in de ketenen. Hoe kunnen wij dat doen in deze tijd?”
De viering van de afschaffing van de slavernij heet keti koti.
“Gebroken ketenen, ja. Daar ligt juist de kern van het probleem.”
Dat is toch wat het is: gebroken ketenen, vrijheid?
“Is er geen ander mensbeeld van ons? Laat ik het cru zeggen: die slavernijbeelden vertellen leugens aan onze kinderen.”
En de leugen is?
“Dat ze als slaaf geboren zijn. Mijn moeder zei altijd: je bent geboren toen de mensheid werd geboren. Er is een geschiedenis voor de slavernij en er is een geschiedenis na de slavernij. Onze geschiedenis is een boom, waarvan de wortels in Afrika liggen. Wat we in die beelden laten zien, is een boom zonder wortels. Die waait om. Daar komen giftige vruchten uit. Het zal tot niets leiden.”
“De socialistische EU-commissaris Josep Borrell vergeleek Europa met een mooie tuin en noemde Afrika een jungle. We zouden volgens hem moeten oppassen voor een invasie uit de jungle, omdat onze mooie tuin dan naar de knoppen gaat. Dat is het gevolg als je zwarte mensen voortdurend afbeeldt als slaven en niet hun menselijkheid laat zien. Dan zeg je: ga terug naar je ketenen.”
“Het is niet dat ik dat nu allemaal zelf heb zitten te bedenken. Die gedachte was er al in 1920, met de opkomst van de Harlem Renaissance en later de Franstalige beweging Négritude. Je zag het bij de Black Powerbeweging in de jaren zestig: omarm eerst jouw Afrikaanse identiteit en til van daaruit de mensheid op. Nina Simone zong: ‘to be young, gifted and black’. In de jaren zeventig en tachtig kwamen veel jonge Antilliaanse studenten naar Nederland. Die hadden op Curaçao op 30 mei 1969 nog de opstand tegen Shell meegemaakt. Zij hebben mij geleerd de juiste strijd aan te gaan: het beeld van zwarte mensen veranderen.”
In welke zin?
“Wat James Brown zei: ‘Say it loud: I’m black and I’m proud.’ Van slachtofferschap naar kracht. Dat je het gesprek moet voeren vanuit je wortels, vanuit je schoonheid en je menselijkheid. Het hele systeem van het kolonialisme was erop gericht dat wij onze Afrikaanse afkomst zouden haten. Onszelf zouden haten: je kleur is niet goed, je haar is slecht. We werden tot kapitaal gemaakt, zonder een ziel. Je verkracht een zwarte vrouw en geeft het lichtere kind grote privileges. Op Curaçao weet iedereen van elkaar welke teint hij heeft. En ondertussen gaan we naar de kerk om er de witte Jezus te aanbidden. Het beeld van God is de witte mens, het beeld van de zwarte mens is de keten.”
Eerder zei u tegen me: voordat je tot heling kunt komen, moet je eerst de pijn neerzetten.
“Natuurlijk. Ik snap het wel: het gaat om het benoemen van de pijn. In de keten zit pijn. Maar waarom zijn het er zoveel? Ik heb er een miljoen gezien. Ik wil ze niet meer zien. Er komen hier mensen die er helemaal depressief van worden. Die zeggen: ‘Nelson, hoeveel ketenen hebben we nog nodig om onszelf neer te zetten?’ Zelfs onze eigen organisaties: altijd slepen ze die ketenen er weer bij. Als er in de krant een stuk verschijnt over slavernij, staat er altijd een plaatje van een keten bij. Waarom maken mensen daar geen bezwaar tegen?”
Je kunt de slavernij nu eenmaal niet wegredeneren.
“Dat doe ik niet. Ik wil alleen een ander beeld neerzetten. Ik voel die verantwoordelijkheid als kunstenaar ten opzichte van de kinderen. Op de slavernijtentoonstelling in het Rijksmuseum werd prominent een voetboei getoond. Ik vind dat een belediging. Heb je geen ander beeld? Waar is mijn Afrikaanse verhaal? Op scholen wordt nu eindelijk onderwezen over slavernij, maar ligt er ook al een boek over Afrikaanse civilisaties?”
“Vorig jaar ben ik uitgenodigd om op 30 juni naar het slavernijmonument in het Oosterpark te komen. Ik vroeg: ‘Wat gaan jullie doen?’ Herdenken natuurlijk, en toespraken houden. Ik wilde niet. Ik zei: ‘Ik weet precies waar jullie het over gaan hebben. Over slachtofferschap.’ Want wat gebeurt er achter je? Daar staat een beeld met slachtoffers. Dat heeft invloed op hoe je je uitspreekt. Zet er een beeld neer dat je koningschap omarmt en je krijgt meteen een heel andere speech.”
“Ik geef les aan kinderen over de Tweede Wereldoorlog. Ik vertel over het Nationaal Monument op de Dam, de Dokwerker en het beeld van Anne Frank. Maar ik zal kinderen nooit meenemen naar het Oosterpark. Wat laat je zien? De enige manier waarop de andere kinderen dan nog naar zwarte kinderen kunnen kijken, is: je bent zielig. Of ze worden gepest: je bent een slaaf. Waar zit de grootheid?”
Carrilho werd in 1953 geboren op Curaçao, in de wijk Domi, letterlijk onder de rook van de Shellraffinaderij, die toen nog het hele eiland domineerde. Totdat hij ziek werd van de giftige damp en de familie moest verhuizen. Verderop lagen de wijken voor de Nederlanders, de Makamba. Uit de wind. In 1964 vertrokken ze naar Nederland, waar zijn vader, geboren in Suriname, werk had gevonden op de salarisadministratie van de firma Plieger.
Carrilho: “We woonden in Osdorp. Een prachtige maisonnette, met centrale verwarming. Dat was wat. De volgende zwarte familie woonde een kilometer of vijf verderop. Mijn moeder had het er moeilijk mee. We vonden brieven in onze brievenbus: rot op naar je eigen land. In die tijd was er een populair bandje, The Monkees. Op een dag kwam ik thuis uit school en stond er op onze gevel gekalkt: The Monkees.”
Wat deed u?
“Ik ging slapen en daarna ging ik weer feesten. Zoals ik zei: ik heb in mijn leven al zoveel ketenen gezien. Je werd altijd op je plek gewezen. Ik sloot me ervoor af. Ik wilde niet zielig zijn. Maar mijn moeder raakte in een psychose. Ze kwam van het eiland Antigua en sprak geen Nederlands. Ze had hier geen vriendinnen en kon nergens terecht.”
Hij wil, zegt hij bij wijze van disclaimer, niet klagen over witte Nederlanders. Dat zou al te gemakkelijk zijn. Bovendien: ze vormen 99 procent van zijn klandizie. “Het leven heeft mij geleerd dat niet alles zwart-wit ligt. De bronsgieterij van de familie Volkers in Geldermalsen heeft mij veertig jaar lang gedragen. Ik mocht daar mezelf ontdekken, terwijl ze niet eens wisten wie ik was. Als familie hebben wij hier menselijkheid meegemaakt. Wij werden door de firma Plieger enorm goed opgevangen.”
Maar altijd was er ook de andere kant. “Toen in 1968 Martin Luther King werd vermoord, zag ik de angst in de ogen mijn ouders. De familie van mijn moeder, haar zussen en moeder, woonden in Amerika, in de Bronx. Er werden daar huizen in de fik gestoken en je kon niet even bellen of alles wel goed ging. Mijn ouders dachten: als ze Martin Luther King kunnen pakken, kunnen ze iedereen pakken. Zo werd je alweer op je plek gewezen. Het zoveelste slachtofferverhaal.”
“Wat waren de eerste beelden die ik zag als kind op Curaçao om mij te laten beseffen dat ik inferieur was? In de films van de jaren vijftig speelden zwarte mensen altijd de slechterik. Er werden foto’s verspreid van lynchpartijen in het zuiden van de Verenigde Staten: kijk eens hoe wij met onze negers omgaan. Die duizenden slavernijmonumenten met hun ketenen, in feite hebben ze dezelfde boodschap.”
Hou zou uw slavernijmonument eruitzien?
“Ik zou ons koningschap laten zien. Ik zou laten zien dat de slavernij maar een klein deel van onze geschiedenis is. Als je als groep tot grootheid wil komen, zul je ook het grote moeten laten zien. Ik zou geen slaaf afbeelden. Toen ik de opdracht kreeg om het beeld voor Kerwin Duinmeijer te maken, dacht iedereen dat ik een beeld van Kerwin Duinmeijer zou maken. Ik heb dat geweigerd. Weer een slachtoffer. Weet je, het kolonialisme heeft trofeeën nodig: een slaaf in ketenen of een portret van iemand die vermoord is.”
“De Mama Baranka is een beeld zonder voeten, geworteld in de Amsterdamse aarde. Een combinatie van twee zwarte vrouwen: mijn moeder Daisy en Hille Holband, destijds een van de grootste spirituele vrouwen uit Zuidoost. In de zwarte vrouw zit de oorsprong van de mensheid: de moeder rots. Op Curaçao zie je aan de noordkant van het eiland op elke rots nog bloemen naar buiten komen.”
U bent nu aan het werk in Italië.
“Soumaila Sacko werd in 2018 vermoord. Hij was een mensenrechtenactivist. De volgende dag verscheen Matteo Salvini op de televisie, de minister van Binnenlandse Zaken. Hij had een politieuniform aan. Het werd tijd om de immigranten te lozen, zei hij. Dus wat kreeg je? Mensen die vanuit hun auto’s op migranten gingen schieten, alsof het dieren waren. In dat beeld, van zwarte mensen in de jungle, zit de genocide al ingebakken.”
“Vorig jaar is mijn beeld The Other Face onthuld. Op de sokkel staat een tekst van Dante Alighieri: ‘Aan ons voor wie de wereld ons vaderland is, zoals voor de vissen de zee.’ Er waren weinig mensen bij. Ik kreeg nog wel de bravo’s, maar daarna was het meteen: waarom eren wij een dief? Ik heb in Italië de migranten gezien. Het was zwaar. Ik heb achteraf gemerkt dat Italië mij veel pijn deed. Ik heb gezien wat ik niet durfde zien: ik zag mezelf. Ik zag de zwarte mens die wordt besmeurd. Dat gaat terug naar mijn kinderjaren: de school waar de hoofdonderwijzer wit was en waar een verbod was op het spreken van Papiaments, mijn moederstaal.”
Heeft u uw Afrikaanse wortels inmiddels gevonden?
“Mijn kinderen zeiden laatst: ‘Pa, we gaan je naar Ghana brengen, want je bent nog nooit in het echte Afrika geweest.’”
Dat verrast me.
“Als kunstenaar heb ik de binnenreis naar Afrika gemaakt. Afrika is de inspiratiebron voor mijn beelden. Ik weet niet precies waar het vandaan komt, maar het is altijd een gigantische drang vanuit mijn ziel geweest. Wat zich uit in mijn werk, is wat diep in mij speelt. Ik wil wel naar Afrika, maar ik hoef niet op zoek naar waar mijn familie vandaan komt. Dat weet ik al. Dat zit in me.”
Als u naar Afrika gaat, wat zou u er zoeken?
“Dat weet ik niet. Ik beschouw, ik zuig alles op. Ik heb er altijd in geloofd dat gebeurt wat gebeuren moet. Daarom staan de deuren van mijn atelier ook altijd open. Iedereen mag hier binnenkomen. Daar schuilt magie in. Ik heb tot haar dood voor mijn moeder gezorgd. Zij zei altijd: ‘Nelson, je weet nooit wanneer er een engel binnenkomt.’”
Nelson Carrilho
30 maart 1953, Willemstad, Curaçao
1966-1973 Hervormde Mulo Osdorp Amsterdam en Rijksscholengemeenschap Buys Ballot Zaltbommel
1975-1980 Kunstacademie Artibus, Utrecht
1982-heden Atelier in de Tuinstraat
1984 Onthulling Mama Baranka in het Vondelpark
1989 Onthulling Dragers van Verre, Westerpark
2022 Onthulling The Other Face, San Fernandino, Italië
Nelson Carrilho heeft een zoon (Stacey, 36) en dochter (Isaura, 29) en woont in Amsterdam.