Amsterdammer Helpt Amsterdammer

Amsterdamse Irakees Falih Mohamed Mosa: ‘In Irak was ik iemand, hier niet’

De Amsterdamse Irakees Falih Mohamed Mosa mist zijn vier dochters, die in Katwijk bij hun moeder wonen. Hij wil ze vaker zien en samen leuke dingen doen, maar heeft daar de middelen niet voor. Een spaarpotje van 500 euro zou helpen.

Bien Borren
null Beeld Eva Plevier
Beeld Eva Plevier

Als Falih Mohamed Mosa (38) de vraag krijgt wat hij graag met zijn tienerdochters zou willen ­ondernemen als hij de ­mogelijkheid zou hebben, wellen tranen op in zijn ogen. “Ik huil niet snel,” zegt hij, “maar ik vind het moeilijk hierover te praten, omdat ik het allerliefst elke dag bij hen ben, het dagelijks leven met hen wil delen en dat zij mij over hun schooldag kunnen vertellen, en dat ik dan hun lievelingsgerecht lasagne voor ze maak.” Het zijn de simpele dingen waar Mosa naar verlangt, maar die momenteel niet binnen zijn bereik liggen.

Om zijn dochters een veilige en betere toekomst te bieden besloot Mosa in 2015 met zijn vrouw en kinderen het door oorlog verscheurde Irak te verlaten. Het gezin vluchtte naar ­Nederland en kwam in de ambtelijke molen van de weg naar een verblijfsvergunning terecht. Ze verbleven in verschillende azc’s, verspreid over het land, in afwachting van een besluit.

Die onzekere en moeilijke tijd trok een zware wissel op het huwelijk van Mosa en zijn vrouw. Dat hun verzoek voor asiel werd afgewezen hielp ook niet. “We zijn niet gescheiden maar besloten wel uit elkaar te gaan.”

Verblijfsstatus

De moeder van zijn kinderen en hun dochters bleven in het azc in Katwijk en Mosa vertrok naar Amsterdam. De twee dienden afzonderlijk opnieuw een asielaanvraag in. “Ik had geen ­goede advocaat en mijn vrouw wel. Zij hebben nu een verblijfsstatus, maar ik zit nog steeds zonder documenten. Gelukkig krijg ik nu wel de juiste hulp.”

De vele tegenslagen hebben hem in een terneergeslagen en droeve man veranderd. Hoewel hij het recht heeft zijn kinderen tweemaal per week te zien, is de treinreis naar Katwijk kostbaar en eenmaal daar laat zijn vrouw hem niet binnen. “Ik mag mijn dochters alleen buitenshuis zien. We hebben weinig opties, soms gaan we vissen. Dat vinden ze leuk. Vaak lopen we rondjes door de buurt.”

Over de moeizame relatie met zijn vrouw wil Mosa weinig zeggen, ook uit respect naar haar. “Het komt erop neer dat zij traditioneler is dan ik en we andere opvattingen hebben over het leven. Dat botst soms.”

Geen spijt

Hoewel hij altijd uitkijkt naar de momenten waarop hij zijn dochters ziet, zijn de bezoekjes in verdriet gedrenkt. “Ik weet dat ik weer afscheid van hen moet nemen en dat feit hangt als een donderwolk boven ons samenzijn.”

Door zijn eigen uitzichtloze situatie vraagt Mosa zich op sommige dagen af of het vertrek uit zijn vaderland een juiste keuze is geweest. “Het was een verschrikkelijk moeilijke beslissing, want ik heb heel veel achter moeten laten. Daar was ik iemand, hier niet. Door de afgelopen verdrietige jaren verlies ik op sommige dagen de hoop dat het leven mij ooit nog toelacht. Toch heb ik geen spijt. Ik wil het beste voor mijn kinderen en ik wil dat zij het beter hebben dan ik het ooit heb gehad.”

Spaarpotje

Mosa hoopt dat zijn dochters dankbaar zijn voor de kansen die Nederland hen biedt. “Ik wil dat ze van dit land houden, want dit is nu hun thuis, hier ligt hun toekomst, en ik hoop dat ze zich niet laten beïnvloeden door alles wat ik heb meegemaakt.”

Momenteel woont Mosa in een opvanghuis voor ongedocumenteerden, nadat hij een tijdje in de nachtopvang had doorgebracht. Hij krijgt wekelijks 50 euro leefgeld waar hij alles van moet betalen behalve zijn onderkomen. In afwachting van een besluit over zijn verblijfs­vergunning kan hij niet werken en blijft zijn ­Nederlands zeer gebrekkig.

Hij weet niet wat de toekomst voor hem in petto heeft. Zijn kinderen zijn dé reden dat hij doorgaat. Hij zou ze graag vaker zien en uitstapjes met hen maken. Een spaarpotje waarvan hij zijn reiskosten kan betalen en waarvan hij zijn dochters af en toe kan trakteren, zou veel voor hem betekenen.

Stichting Liveworks

Omdat Falih Mohamed Mosa ­nauwelijks Nederlands spreekt, stelde de Stichting Livewords een tolk beschikbaar die de vragen en ­antwoorden ­tijdens het interview ­vertaalde. De stichting bestaat sinds 2019 en is onderdeel van het commerciële tolk- en vertaalbureau Livewords. Met financiering vanuit de organisatie en dankzij donaties ondersteunt het tolk- en vertaal­bureau taalgerelateerde projecten. Hierdoor is Livewords in staat onder anderen vluchtelingen en mensen met een taalachterstand bij te staan en ze te helpen mee te draaien in de Nederlandse samenleving.

De wens van vorige week

Vorige week vroeg Jessica een draagzak en een magnetron om haar leven in het opvanghuis makkelijker te maken. Caro Kramer doneert.

De Ghanese Jessica (24) raakte ­dakloos toen ze in verwachting was. Ze belandde in de noodopvang en kort daarna werd haar tweeling veel te vroeg – met 28 weken – geboren. Ze verbleven ruim drie maanden in het ziekenhuis en ook de laatste tijd zijn ze er weer veel geweest. Jessica’s dochter kreeg moeite met ademen en had koorts en zowel zij als haar broertje bleek het RS-virus te hebben. “Waarschijnlijk hebben ze het opgelopen in de metro op weg naar een check-up.”

De drie bewonen een tijdelijke kamer in een opvanghuis. Met het onderdak is ze blij, maar de omstandigheden zijn bar. Het verzorgen van twee baby’s in je eentje is pittig, zeker omdat ze alleen via een steile trap naar buiten kan en ze niet twee kinderen tegelijkertijd durft te dragen. Ook het bereiden van een flesje is een uitdaging, want de magnetron staat beneden en Jessica moet dus snel heen en weer rennen. Een draagzak voor een tweeling en een magnetron op de kamer zouden een hoop schelen.

Meerdere lezers hebben een bijdrage geleverd. Caro Kramer (40), werkzaam bij het Openbaar Ministerie, is een van hen. “Ik word me de laatste jaren meer en meer bewust van de bevoorrechte positie waarin ik mij bevind, simpelweg omdat ik geluk heb gehad met de plek waar mijn wieg stond. Het voelt oneerlijk als ik dat afzet tegen het ­verhaal van Jessica. Ik wil haar graag een beetje helpen.”

Met de bijdragen van ook andere lezers heeft Jessica een spaarpotje voor de toekomst.

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden