PlusMijn Amsterdam
Actrice Hanna van Vliet: ‘Tijdens het draaien besefte ik weer hoe hectisch de stad eigenlijk is’
Actrice Hanna van Vliet (29) speelt een hoofdrol in de films Drijfzand en Anne+, die nu te zien zijn in de bioscoop. Ze woont tegenover het geboortehuis van haar moeder en stal ooit haar gestolen fiets terug.
Eerste keer in Amsterdam
“Ik ben opgegroeid in Gorinchem, maar mijn opa en oma woonden in Geuzenveld, dus ik kwam hier als kind al vaak. Ik herinner me vooral het pleintje voor hun huis, waar ik speelde met andere kinderen. Een echt actieve herinnering heb ik aan mijn eerste keer in de Damstraat, dat voelde als het ‘echte’ Amsterdam. Ik was 16 en in was in mijn eentje onderweg naar een auditie voor de toneelschool, om te oefenen. Ze wilden me doorlaten, totdat bleek dat ik nog geen diploma had. Het jaar erop werd ik aangenomen.”
Mijn buurt
“Mijn eerste huis was om de hoek van de Ten Katemarkt, daar heb ik zeven jaar gewoond. Nu woon ik heel fijn in Oost, voorbij het Oosterpark, waar het een stuk rustiger is. Weinig auto’s, veel fietsers; het voelt een beetje als een dorp.”
Gemist in coronatijd
“Uit eten kunnen, maar daardoor heb ik wel leren koken. Ik ben begonnen met het leren van de Indische keuken van mijn moeder en kan nu een heel goeie soto ajam maken. Mijn all-time favourite restaurant voor een hele avond tafelen is La Vallade op de Ringdijk. Dat is bijna een kleine gemeenschap, met mensen die er al meer dan twintig jaar werken en een supergezellige sfeer.”
Museum
“Ik heb een Museumkaart gekocht, zodat ik vaker naar musea ga, maar mijn leven is de laatste tijd iets te vol. Als ik ga, is het naar het Stedelijk. Of naar Foam; ik vind het fijn dat dat niet zo groot is. Mijn vriendin, die heel erg van musea houdt, wil altijd dubbel zo lang blijven als ik. Zij kan helemaal verdwijnen in het idee van een kunstwerk. Ik niet. Soms loop ik alvast naar de museumshop.”
Uitgaan
“In mijn studententijd ging ik vaak op zondag naar De Trut, maar ik was niet zo’n diehard uitgaander. Nu ga ik naar de Nyx om te dansen. En naar de Pamela aan de Bilderdijkkade om te borrelen. Ik vind het leuk dat daar verschillende soorten mensen komen – heel gemengd, maar ook heel queer.”
Brug
“De Nieuwe Amstelbrug, die grote brug richting de Ceintuurbaan. Daar stop ik soms even om rustig te zitten en over het water te kijken. Zeker bij zonsondergang is het uitzicht er heel mooi. Voor de film Anne+ hebben we er ook een scène gedraaid, rond vijf uur ’s morgens. Dat was heel bijzonder, op een plek die voor mij zo belangrijk is.”
Gevel
“Mijn moeder is geboren op de Transvaalkade. Ik heb een zwart-witfoto van mijn oma en mijn moeder als baby in de kinderwagen voor dat huis, en daarop zie je een mooie gevel met een soort aanbeeld van een vrouw. Daar woon ik nu tegenover. Als ik uit mijn raam kijk, zie ik diezelfde gevel. Crazy, hè?”
Speciaalzaak
“Vroeger kwam ik graag bij Praxis City op de Kinkerstraat. Dat vind ik echt een geweldige winkel. Als je iets moet zagen, kan dat op de werkbankjes in de hoek. De mensen die er werken zijn heel lief en leggen alles geduldig uit, alsof je weer terug bent in het ckv-lokaal van vroeger. Niet dat ik zo’n klusser ben trouwens, maar soms bouw of vermaak ik een kast.”
Wandeling
“Tijdens corona heb ik een Black Heritage Tour gedaan en dat zou ik iedereen aanraden. Net als bij een Canal Tour ga je een rondvaartboot op en bewonder je Amsterdam, maar door de geschiedenisverhalen achter de gebouwen komt alles in een ander daglicht te staan. Je hoort wie er hebben gewoond en hoeveel tot slaaf gemaakten ze hadden. Ik vind het een must voor alle Amsterdammers. Het geeft diepte aan de stad.”
Favoriet vervoermiddel
“Mijn fiets, zonder twijfel. Ik heb al vijftien jaar dezelfde. Hij is één keer gestolen, daar werd ik heel verdrietig van. Toen ik hem ergens zag staan, heb ik hem naar een autogarage gesleept. Die man zei nog: ‘Je bent me niet aan het bedriegen, hè, meissie?’ en heeft het slot opengeslepen. Voor Drijfzand heb ik ook een paar scènes fietsend gedaan, op het Rokin, met mijn filmdochtertje achterop. Dat was zo hectisch, tussen de trams en al die fietsers. Ik besefte ineens weer hoe hectisch de stad eigenlijk is.”