PlusExclusief
Actrice Eefje Paddenburg (23): ‘Het is mentaal slopend, ik word toch elke avond verkracht op toneel’
Ze is niet zo snel onder de indruk van grote namen. En dat treft, want Eefje Paddenburg (23) is sinds haar hoofdrol in Mijn lieve gunsteling de rijzende ster van het ITA-ensemble. ‘Als ik thuis eens wat zei, was het altijd: ‘Hou je mond.’
“Aaaahaaah, aaaahaa. Aaaahaaah, aaaahaa.” In de krochten van Internationaal Theater Amsterdam staat actrice Eefje Paddenburg – zwarte broek, zwart shirt, zwarte kistjes, opgestoken haar – met een geconcentreerde blik, zachtjes meedeinend op de maat, op een synthesizertje te spelen, terwijl ze tegelijkertijd de sopraanpartij verzorgt in een koor bestaande uit collega’s, onder wie Steven Van Watermeulen, Jesse Mensah en haar zus Ilke.
Maria Kraakman speelt drums, Maarten Heijmans gitaar. Terwijl het koor doorneuriet begint Marieke Heebink een vurig betoog over kracht en tegenkracht in de natuur. Regisseur Eline Arbo kijkt vanaf een bankje geamuseerd toe.
Het is een repetitie van Penthesilea, een verschroeiend drama van Heinrich von Kleist (1777-1811) over de Amazonen, een volk van vrouwelijke strijders die zich enkel mochten voortplanten met mannen die door hen in het gevecht waren overwonnen. Ilke Paddenburg is Amazonenkoningin Penthesilea, Eefje Paddenburg heeft een kleinere rol als naamloze Griek. Iets na vieren klapt Arbo in haar handen. “Het is tijd,” zegt ze. “Over anderhalve maand is het fantastisch.”
Tien minuten later schuift Paddenburg aan in de brasserie. “Even bijkomen,” zegt ze. “Dit was de eerste keer dat we de muziek en het spel hebben samengevoegd, dus het was nog een beetje een rommeltje.” Met een lach: “Het is nu nog een schoolband in plaats van een vet rockconcert. Het wordt een vet rockconcert. Ik ben de synthesizergirl, maar ik speel eigenlijk helemaal geen instrument, dus ik ben al weken aan het oefenen.”
Na een paar slokken water: “Ik speel in deze voorstelling ook gitaar. Aan Thijs van Vuure, die de muziek van Penthesilea verzorgt, had ik doorgegeven dat ik vroeger gitaarles heb gehad. Maar meer dan drie lessen waren het niet, dus het is best pittig, alles bij elkaar. En dan kreeg ik vandaag ook opeens de sopraanpartij toebedeeld. Maar ik klaag niet, hoor: ik vind dat alleen maar heel erg leuk. Ik ben nog jong. Ik wil zoveel mogelijk doen.”
Eefje Paddenburg is pas 23 jaar, maar haar carrière gaat als een raket. Vorig jaar studeerde ze af aan de ArtEZ Toneelschool in Arnhem, eind november trad ze in dienst bij ITA, ’s lands grootste, meest prestigieuze toneelgezelschap, waar ze inmiddels hoofdrollen speelde in Mijn lieve gunsteling (onder regie van Ivo van Hove) en Bloedbruiloft (Wim Vandekeybus), en nu aan het repeteren is voor haar derde rol.
Tekst gaat verder onder de video.
Het is voor het eerst dat ze te zien is met Ilke, haar twaalf jaar oudere zus, die ook bij ITA speelt. Broer Joep was ook te zien in een aantal ITA-voorstellingen.
Drie telgen uit één familie die verbonden zijn – of waren – aan het meest prestigieuze toneelgezelschap van Nederland, hoe is dat zo gekomen? Zijn je ouders creatief?
“Mijn moeder heeft een kinderkledingwinkel die ze heeft uitgebreid tot conceptstore met allemaal natuurlijke producten en zeepjes die ze zelf maakt. Toen mijn moeder jong was, speelde ze wel met het idee actrice te worden, maar in die tijd was dat niet echt een beroep waar je snel voor koos. Mijn vader is kapper, en in zijn vrije tijd is hij een huis aan het bouwen in de tuin van ons ouderlijk huis. Een echt huis, met gas en licht en stromend water. Ze zijn dus wel degelijk creatief, maar op een andere manier.”
Waar komt dat acteren dan vandaan?
“Wij komen uit Noordwijk, en daar zit KunstKlank, het productiehuis van Herma van Piekeren, waar Ilke, Joep en ik alle drie onze eerste stappen op het toneel hebben gezet. We zaten ook allemaal in het koor van Herma, en via haar zijn Joep en ik ook in Stage Entertainment-musicals zoals Ciske de Rat, Mary Poppins en Hij gelooft in mij terechtgekomen.”
“Vervolgens speelde ik in de kinderseries Caps Club en Zenith. Ik voelde direct: dit is wat ik wil; ik werd er heel blij en gelukkig van. Toen Ilke naar de toneelschool ging, werd dat ook mijn doel. Het was allemaal volkomen vanzelfsprekend; ik heb ervoor gekozen zonder erbij na te denken.”
“Bij KunstKlank hebben Ilke, Joep en ik al samen gespeeld, dus het voelt helemaal niet zo gek. Voor de buitenwereld is het dat blijkbaar wel, want ik word er vaker naar gevraagd.”
Speelden jullie thuis ook toneel?
“Ja, we hadden thuis zelfs een theatergordijntje hangen. Mijn ouders en twee oudste broers waren het publiek, Ilke was meestal de regisseur. Toen ik een baby was, werd ik al door haar op het podium gezet; ik was gewoon figurant op de achtergrond.” Met een lach: “Ilke heeft me ook een keer mee naar school genomen voor haar spreekbeurt over baby’s.”
“Later was ik vooral de assistente. Dan moest ik de microfoon aangeven en standaarden klaarzetten. In de goochelacts van Joep verdween ik in de kist.” Weer die lach: “Allemaal heel ondankbaar; ik had thuis nooit de hoofdrol.”
En je oudste broers?
“Die hebben weleens meegespeeld in een voorstelling van Ilke. De een speelde de kok, de ander deed de bediening. Dat was hartstikke leuk, maar bij hen is het niet blijven haken. De een werkt nu in de jeugdzorg, de ander heeft een commerciële functie.”
Je ging naar de ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten in Arnhem. Hoe was dat?
“Ik kwam daar met het idee dat ik kon spelen, maar ik kwam er al snel achter dat dat niet zo was. Je wordt daar helemaal afgepeld. In het tweede jaar belandde ik op het punt dat ik dacht: ik kan daadwerkelijk niks. En dan word je weer opgebouwd. Ja, ik vind dat heel goed. Achteraf, tenminste. Op het moment zelf is het niet leuk.”
Heb je op dat soort momenten nog steun aan Ilke en Joep, die vóór jou naar de toneelschool in Arnhem gingen?
“Ja en nee. Het idee dat zij het ook hebben overleefd, sterkte me wel. Maar als ik naar Ilke of Joep toe ging van: help, ik weet het niet meer, zeiden ze vaak dat ik het zelf moest uitvinden en dat ik het zelf moest doen. We hebben alle drie op dezelfde toneelschool gezeten, dus we wilden elkaar heel erg de vrijheid geven om ons eigen pad te kunnen bewandelen.”
Voordat je in 2022 afstudeerde, was je al aangenomen bij ITA. Hoe ben je daar terechtgekomen?
“ITA organiseert ieder jaar een auditie voor alle toneelschoolstudenten, dus ook voor onze klas. Maar eerst wilden wij niet. Ik ben van mezelf een beetje rebels: iets wat elitair of autoritair is, wekt bij mij recalcitrantie op. Dat zal mijn Noordwijkse nuchtere aard zijn. Maar we voelden natuurlijk al snel dat dat niet de meest verstandige keuze zou zijn, en we zijn gelukkig toch gezwicht.”
“Ik dacht: ik ga gewoon kennis maken, misschien vind ik het wel leuk. Dat was het ook. Het was heel fijn, misschien wel omdat ik er naartoe ging met zo’n idee van: we zien wel. Ik mocht door naar de tweede ronde. Ivo van Hove was daar ook bij. Ik moest een scène met Hans Kesting spelen, en ik had meteen een soort klik.”
Was je niet onder de indruk?
“Ja, nee, ik heb dat niet zo... Ik ben niet zo snel onder de indruk van – hoe zeg je dat? – grote namen.” Half verontschuldigend: “Het zijn natuurlijk wél grote namen.”
Hoe hoorde je vervolgens dat je was aangenomen?
“Ik werd gebeld door iemand van productie. Ze zei dat ze onder de indruk waren: we willen je vast bij het ensemble, en je eerste voorstelling is Mijn lieve gunsteling. Dat was het.”
En dan heb je op je 23ste een fulltimebaan.
“Ja, dat is ongelooflijk. Ik wist niet wat ik hoorde.”
Twijfel je dan nog?
“Ik heb wel even gedacht: wil ik dit écht? Het is best wel een ding, vast in dienst. Je kunt dan ook heel veel dingen niet meer doen. Maar het is natuurlijk een unieke kans. Hier zitten de beste acteurs van Nederland.”
Heb je het daarover gehad met Ilke, die ook in vaste dienst is bij ITA, en Joep, die te zien was in ITA-stukken zonder vast contract, waardoor hij ook rollen kon spelen in grote films als De slag om de Schelde?
“Ja. Ze zeiden allebei dat ik het gewoon moest doen. En als je het niks vindt, dan kun je altijd weg, natuurlijk. Zo ben ik er ingegaan. Ik ben nog jong, ik ben net afgestudeerd. Ik zie het als een geweldige leerschool.”
Had je eigenlijk een carrièrepad voor jezelf uitgestippeld?
“Op school werd daar altijd heel erg op gepusht, dat we een weg moesten uitstippelen. Maar ik heb dat nooit gekund, want ik vind zoveel dingen leuk. Ik vind muziek leuk. Ik vind film leuk. Ik vind theater leuk. Ik vind musical ook heel erg leuk. Daarin ben ik gewoon nog een jonge hond, ik wil overal aan snuffelen.”
Het snuffelen bij ITA begon met een hoofdrol in Mijn lieve gunsteling, Ivo van Hoves bewerking van de prijswinnende roman van Marieke Lucas Rijneveld, over een man van middelbare leeftijd die een obsessieve liefde ontwikkelt voor een minderjarig meisje dat worstelt met haar identiteit. Had je het boek gelezen?
“Nee, maar ik ben het direct gaan lezen. Ik schrok wel een beetje, want het is echt een pittige rol. Ik was benieuwd wat Ivo ervan zou maken.”
Kon je daar invloed op uitoefenen?
“Ik voelde al snel de vrijheid dat ik dat mocht doen, maar ik ben daar nog voorzichtig mee. Ik ben de jongste uit een gezin van vijf. Bij ons aan de keukentafel was het altijd schreeuwen, schreeuwen. En als ik dan eens wat zei, was het altijd: ‘Hou je mond. Jij bent de jongste, dus jij hebt geen recht van spreken.’ Dat heb ik nog steeds een beetje, dat ik voel dat ik de jongste ben, en dan houd ik me wijselijk stil.”
Dat is moeilijk voorstelbaar als ik je zo hoor spraakwatervallen.
“Echt! Als ik in groepen ben, dan ben ik vaak de stilste. Ik ben een soort stille observator.”
Wat heb je gedaan om je de rol van ‘lieve gunsteling’ eigen te maken?
“Een maand voordat de repetities begonnen, kreeg ik de tekst. Ilke had me op het hart gedrukt dat ik alles woord voor woord uit mijn hoofd moest leren, dus dat heb ik braaf gedaan. Dat had ik sowieso wel gedaan natuurlijk, maar door haar nog drie keer zo goed. Nee, dat kost me niet veel moeite.”
“Teksten leren gaat me makkelijk af, maar ik heb ADD, dus ik kan er niet te veel prikkels bij hebben. Mijn vrienden hebben me in die tijd dus weinig gezien. Dat begrepen ze wel hoor, maar laatst zei een van hen: ‘Je bent een beetje braafjes geworden.’ Het klopt, ik ben er minder vaak bij en als ik er wel bij ben, drink ik niet of ga ik eerder naar huis.” Lachend: “Volwassen, hè?”
“Tijdens het repetitieproces van Mijn lieve gunsteling had ik oogkleppen op. Ik had ook geen tijd meer voor de was of de vaat. Daar heb ik dan ook ruzie over gehad met mijn vriend, Keanu Visscher. Hij is ook acteur, hij zat een jaar hoger op de toneelacademie. We wonen nu tijdelijk samen in zijn huis op de Wallen, omdat ik uit mijn eigen huisje ben gezet – de huisbaas wilde verbouwen en ik had nog geen contract getekend, dus ik had geen poot om op te staan.”
“Het is een noodsituatie, maar het is ook erg leuk. We hebben het bijna alleen maar over acteren. Nee, dat is niet vervelend. Integendeel. Het is juist lekker, omdat je allebei weet waar je het over hebt. Maar tijdens Mijn lieve gunsteling was hij dus wel een beetje de huisslaaf. Op een gegeven moment hebben we daar wel een goed gesprek over gevoerd: hoe gaan we dit in de toekomst aanpakken? Maar het was nu eenmaal mijn eerste échte voorstelling, dus ik wist nog niet precies hoe het allemaal werkte.”
Die eerste echte voorstelling leverde je jubelende recensies op. ‘Een glansrol van nieuwkomer Eefje Paddenburg,’ luidde het oordeel in de Volkskrant. De recensent van Trouw viel het op dat je ook nog geweldig kunt zingen. ‘Zoals Marieke Lucas Rijneveld de nieuwe literaire ster aan het firmament was, straalt actrice Eefje Paddenburg nu in Ivo van Hoves toneelbewerking van Rijnevelds autobiografische tweede roman,’ schreef Het Parool. Wat doet dat met je?
“Het was ongelooflijk. Ik stond me nog te bezatten aan de bar toen iemand van ITA naar me toe kwam, die zei: ‘Er is een eerste recensie.’ Ik antwoordde dat ik het niet wilde weten. Ik wilde het echt niet weten. Hij zei: ‘Ik denk dat je het wel wilt weten.’”
“Het klinkt zo cliché, maar ik heb echt op een roze wolk geleefd, die dagen na de première. De reacties bleven binnenstromen via Instagram en andere sociale media, van mensen die het gezien hadden en vertelden dat ze persoonlijk geraakt waren. Dat is zo bijzonder, het was echt een ontzettend groot cadeau.”
Wat vonden je ouders ervan?
“Ik had ze van tevoren heel erg gewaarschuwd dat het een heel heftige voorstelling was, want ze hadden het boek niet gelezen. Maar doordat ik ze zo erg had gewaarschuwd, viel het alles mee voor ze. Ze waren gewoon heel erg trots, zoals ze eerder ook heel trots waren bij de debuten van Ilke en Joep.”
Hoe ga je verder na zo’n debuut; is het moeilijk om niet te gaan zweven?
“Nee hoor, we zijn gewoon op tournee gegaan. Maar het was echt een slopende voorstelling om te spelen; na twee weken was ik helemaal kapot. Je speelt natuurlijk een rol, je bent aan het acteren, maar mentaal was het slopend, want ja… Het klinkt gek, maar ik word toch elke avond verkracht op toneel. Dat was best heftig.”
Hoe word je daarop voorbereid? Helpt het dat je wordt bijgestaan door een intimiteitscoördinator?
“Ja, ik vind dat ITA dat heel goed doet. Je merkt soms dat het voor anderen nog wat onwennig is, en er zullen oudere collega’s zijn die vinden dat het nergens voor nodig is, maar dat is toch altijd bij nieuwe dingen? Je moet met elkaar iets nieuws uitvinden en dat is altijd spannend.”
“Ik dacht soms ook: jezus, kan het niet een tandje minder? Moet alles de hele tijd worden gecheckt? Maar het is zo goed dat we het wél doen. Dat dit gewoon de nieuwe norm wordt, waardoor het allemaal heel veilig voelt – niet alleen voor mij, maar voor iedereen.”
Kort na Mijn lieve gunsteling had je je tweede ITA-hoofdrol te pakken: een dubbelrol nog wel, in Bloedbruiloft, van de gerenommeerde Belgische choreograaf Wim Vandekeybus.
“Ik ben meteen in het diepe gegooid. Toen we Mijn lieve gunsteling nog aan het spelen waren, begonnen de repetities al. Ik had Ivo’s manier van aanpak nog in mijn hoofd, maar Wim heeft een compleet andere werkwijze. Hij is van huis uit choreograaf en werkt veel vormelijker. Hij was in eerste instantie vooral bezig met de mise-en-scène en de enscenering, dus het was een enorme zoektocht voor mij. En dan had ik ook nog eens twee rollen.”
Hoe heb je dat aangepakt?
“Gewoon: uitproberen en onderzoeken. Ik heb er veel over gesproken met mijn buddy. Alle jonge acteurs bij ITA krijgen een buddy toegewezen; de mijne is Maria Kraakman. ‘Je moet vooral nu vertrouwen op je instrument,’ zei Maria toen ik op een gegeven moment écht in de war was.”
“Maar ik kan nog helemaal niet terugvallen op een soort basistoon, want ik ken mijn instrument nog helemaal niet zo goed. Al helemaal niet vergeleken bij al die andere geweldige acteurs hier. Die hebben zo’n enorme beheersing van hun lijf, hun stem, van alles eigenlijk. Dat is zo ongelooflijk knap. En een beetje intimiderend, maar het helpt om goed naar ze te kijken.”
Nu ben je aan het repeteren met Eline Arbo, die ook weer een heel andere manier van werken heeft.
“Ik zie het als een stoomcursus. Een stoomcursus met drie totaal verschillende regisseurs op het allerhoogste niveau. Ik wilde graag met Eline werken nadat ik Weg met Eddy Bellegueule had gezien, dus ik was heel blij dat ze me vroeg. Wat me zo aanspreekt? De manier waarop zij toneel en muziek combineert. Dat werkt zo goed bij haar.”
Wat vind je de prettigste aanpak?
“Dat kan ik nog niet zeggen. We zijn nog niet zo heel lang bezig met Penthesilea; ik ben tot nu toe voornamelijk in de muziekstudio geweest. Maar we hebben natuurlijk al wel gesproken over het stuk, en de betekenis die het in deze tijd nog kan hebben.”
“Het gaat over thema’s als gender en hokjesdenken; het vrouwenleger van Penthesilea staat pal tegenover het mannenleger van Achilles. En in die twee kampen ontstaat een onmogelijke liefdesverhouding die tragisch eindigt.”
Valt er eigenlijk nog wat te wensen na zo’n bliksemstart?
“Zeker wel! Ik wil nog zoveel. En niet alleen bij ITA. Ik ga na Penthesilea in een serie spelen – nee, ik mag nog niet vertellen welke. En ik wil net als Joep de filmwereld in. Met wie? Pff, even denken… Met Alex van Warmerdam natuurlijk. Ik ben geïntrigeerd door de surrealistische arena’s waarin zijn films spelen.”
“Carice van Houten is ook een voorbeeld, sinds Minoes eigenlijk al. En ik zou graag met Halina Reijn willen werken. Ik vind haar een geweldige speler en maker, en ze lijkt me een heel leuk mens om mee te werken. Kim van Kooten staat ook hoog op mijn favorietenlijst.”
Ze denkt even na. “Het liefst wil ik in een actiefilm spelen. De vrouwelijke hoofdrol in een soort Hunger Games-achtige actiefilm, dat lijkt me echt geweldig. Met zwaardvechten en met pijl en boog schieten. Als kind was ik altijd al in bomen aan het klimmen en hutten aan het bouwen.”
Zingen, is dat een ambitie?
“Ik zit in een coverband, Crazy House Collective; we zijn te boeken voor feesten en partijen. Op Koningsdag stonden we op de Lindengracht, toen stond de halve theatersector voor het podium te swingen. Ik vind het heerlijk dat ik dat naast ITA ook kan doen. Stiekem wil ik ook gewoon een rockster zijn.”
En heb je, net als Ilke, ook al regie-ambities?
“Dat is ook wel een droom, maar ik denk dat ik dat pas op latere leeftijd ga doen. Als ik 50 ben, of zo. Want ik ben nog láng niet uitgespeeld. Ik wil nu eerst zoveel mogelijk vlieguren maken. Dingen uitproberen, tot ik uiteindelijk écht het gevoel heb dat ik het vak beheers.”
Ben je niet bang dat het na ITA alleen maar minder kan worden?
“Nee, zo denk ik niet. Ik zou nu nergens anders willen zijn, maar ik zou het geweldig vinden om nog eens met Circus Treurdier te werken. Regisseur Jetse Batelaan vind ik ook heel vet.” Ze heft haar handen ten hemel. “Maar waar hebben we het over, ik zit hier net een halfjaar!”
Mijn lieve gunsteling, t/m 3 juni, ITA
Penthesilea: 14 t/m 25 juni, ITA (in het kader van Holland Festival)
Eefje Paddenburg
3 september 1999, Noordwijk
2009 Musical Ciske de Rat
2010 Film Foeksia de Miniheks
2010-2015 Serie Caps Club
2011 Musical Mary Poppins
2012 Film Sweet Love
2012-2018 Teylingen College Leeuwenhorst, Noordwijkerhout
2013 Musical Hij gelooft in mij
2017 Serie Zenith
2017 Soof de musical
2018-2022 ArtEZ Toneelschool in Arnhem
2019 Film Vlam
2020 Film Selfmade Man
2021 Toneelvoorstelling Storm voor wie wakker is bij House of Nouws
2022 BAAAAAA met Circus Treurdier
2023-heden Lid ITA-ensemble
2023 Mijn lieve gunsteling
2023 Bloedbruiloft
Eefje Paddenburg woont samen met haar vriend op de Wallen.