PlusAchtergrond
Woningbouw, windmolens en Schiphol: hier draaien de Provinciale Statenverkiezingen om
Veel onderwerpen die Amsterdammers aangaan worden bepaald in de Provinciale Staten. Van Tata Steel en windmolens tot Schiphol: dit zijn de zes heetste hangijzers voor de Provinciale Statenverkiezingen in Noord-Holland.
1. Woningbouw
Tim Wagemakers
Ambities te over in Noord-Holland, waar de provincie met minister Hugo de Jonge heeft afgesproken 184.000 woningen te bouwen voor 2030. Amsterdam streeft ernaar 7500 woningen per jaar te bouwen.
Vaak heeft de gemeente Amsterdam de provincie daar niet echt bij nodig, omdat het gebeurt door verdichting in de bestaande stad. Waar de provincie vooral kleinere gemeenten bijstaat met kennis en advies, kan Amsterdam dat rond woningbouw vaak prima zelf.
Maar als de stad wil uitbreiden, moet het langs de provincie. De provincie regisseert waar in Noord-Holland ruimte moet zijn voor natuur, bedrijven en dus ook voor woningen. Zo is bouw in beschermde natuurgebieden in principe niet mogelijk en moeten gemeenten als ze bijvoorbeeld een woonwijk in landelijk gebied willen bouwen een goed onderbouwd plan indienen waarom zij het noodzakelijk vinden dat het daar gebeurt.
Veel linkse partijen willen dat zo houden. Zij vinden dat vooral in gemeenten zelf de woningnood moet worden opgelost en er strenge regels moeten blijven rond bouw aan de randen of in buitengebied. Rechtse partijen als JA21 en CDA vinden dat de provincie meer ruimte moet geven, omdat gemeenten zelf vaak prima kunnen inschatten waar kan worden gebouwd.
De provincie heeft rond wonen ook een coördinerende rol om gemeenten aan te spreken op hun verantwoordelijkheid rond de huisvesting van statushouders of de hoeveelheid sociale woningbouw die elke gemeente bouwt.
Zo wordt in de regionale woondeals die met Den Haag zijn gesloten van gemeenten gevraagd minstens 30 procent sociaal te bouwen, terwijl Amsterdam zelf streeft naar 40 procent. Het huidige Amsterdamse college zou het liefst zien dat andere gemeenten in Noord-Holland ook hun been bijtrekken, en vindt dat de provincie zich daar ook hard voor moet maken in regionale woondeals.
2. Tata Steel
Bart van Zoelen
Driekwart jaar na de vorige verkiezingen voor de Provinciale Staten vertrok Adnan Tekin eind 2019 gedesillusioneerd als gedeputeerde na drie jaar namens Noord-Holland verantwoordelijk te zijn geweest voor het toezicht op Tata Steel bij IJmuiden. Die week bleek dat Tata’s ‘sinterfabriek’ veel meer stof uitstootte dan gedacht, zonder dat de provincie dat had opgemerkt.
Het is onderhand een patroon: de provincie probeert Tata te temmen met dwangsommen, maar uit nieuwe onderzoeken blijkt steeds weer hoe ongezond het is om onder de rook van het vroegere Hoogovens te wonen. Nu dringen omwonenden erop aan de vervuilende kooksfabriek te sluiten, maar volgens Tata is deze nog tot 2029 nodig om te kunnen investeren in een veel schonere fabriek op waterstof. De milieubeweging verwijt Tata intussen dat het staalconcern bij de overheid de hand ophoudt voor de miljardeninvesteringen, maar daar gaat de provincie dan weer niet over.
De afweging tussen de gezondheidsschade en de werkgelegenheid bij Tata (9000 banen) geeft ongemak van links tot rechts, erkende VVD-lijsttrekker Esther Rommel vorige week bij een lijsttrekkersdebat in De Balie. “En dat zeg ik als kleindochter van een oma uit Beverwijk die op 42-jarige leeftijd overleed aan longkanker en een opa die heel trots was dat hij bij Hoogovens werkte.”
Pikant was dat Jeroen Olthof, als opvolger van Tekin verantwoordelijk voor het toezicht, als PvdA-lijsttrekker de stelling steunde dat de kooksfabriek per direct dicht moet. Daarna zei hij wel dat sluiting niet direct ophanden is. “Tata heeft zich aan de regels te houden.”
“De overheid is te lang gefocust geweest op groei en werkgelegenheid,” zei Olthof. “Het bedrijf heeft gevoeld dat er ruimte zat in de vergunningen,” concludeerde D66’er Amélie Strens. Volgens GroenLinks is het toch in de eerste plaats aan Tata Steel te wijten dat omwonenden het vertrouwen zijn verloren. “De focus lag op winst maken,” zei lijsttrekker Anouk Gielen.
3. Schiphol
Herman Stil
Nee, de provincie gaat niet over Schiphol. Voor de toekomst van de luchthaven en de bijbehorende geluids- en milieuoverlast moet de kiezer in Den Haag zijn.
Maar onder leiding van Noord-Holland hebben 56 Schipholgemeenten en drie aanpalende provincies de afgelopen jaren de problemen die de luchthaven met zich meebrengt in het Haagse op de kaart gekregen, zegt gedeputeerde Jeroen Olthof (Luchtvaart, Gezondheid & Milieu).
“Wij zijn met de gemeenten verantwoordelijk voor ruimtelijke ordening op de grond, met oog voor gezondheid en milieu. Maar in relatie met Schiphol schuurt en knelt dat aan alle kanten. Wij moeten steeds rekening houden met wat in de lucht gebeurt, maar andersom was dat niet altijd zo.”
“Luchtvaart heeft te lang een status aparte gehad. Schiphol levert een belangrijke bijdrage aan werkgelegenheid en economie. Maar dat mag niet ten koste gaan van gezondheid en leefomgeving.”
Die boodschap is volgens Olthof bij het kabinet aangekomen. “Nu gaan voor de luchtvaart eindelijk normen gelden waar men zich aan moet houden. Voor geluid, maar ook voor fijnstof en andere milieu-uitstoot.”
Het standpunt dat daarvoor krimp van het aantal vluchten nodig is, zoals luchtvaartminister Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) wil, deelt de provincie niet. Olthof: “We hebben geen standpunt over het aantal vluchten. Het gaat erom dat de omgeving wordt beschermd, uitgaande van de gezondheid van omwonenden. Daar kan krimp onderdeel van zijn. Maar als afname van het aantal vluchten ertoe leidt dat er grotere vliegtuigen komen, neemt de overlast juist toe.”
“Wij willen resultaat dat individuele bewoners beschermt,” zegt Olthof. “Met normen die worden gehandhaafd. Dat is ook in het belang van de luchtvaart, zodat die weet waar ze aan toe is.”
“We zijn dan ook heel kritisch op de stappen die het kabinet nu neemt. Eerst moest Schiphol terug naar 440.000 vluchten, vervolgens naar 460.000. En dan wel geluidsregels handhaven, maar volgens hogere normen. Dat voelt niet goed. Mensen moeten de zekerheid hebben erop vooruit te gaan als de overheid maatregelen neemt.”
4. Windmolens
Bart van Zoelen
Windmolens, windmolens, windmolens – door een Amsterdamse bril bekeken leek de campagne voor de Provinciale Statenverkiezingen in Noord-Holland vier jaar geleden bijna alleen maar over windmolens te gaan. GroenLinks was in de stad net de grootste partij geworden, maar alle ambities voor meer duurzame energie dreigden stuk te lopen op de provincie. Met eigen regels verbood Noord-Holland toen al jaren de bouw van windmolens op minder dan 600 meter van woningen, waardoor windmolenplannen op Amsterdams grondgebied nagenoeg kansloos waren.
Windmolentegenstander Forum voor Democratie (FvD) van Thierry Baudet werd de grootste partij in Noord-Holland, maar een nieuw provinciebestuur onder leiding van runner-up GroenLinks schrapte de Noord-Hollandse ‘afstandsnorm’ voor windmolens. Daarmee lijkt de ban gebroken, al probeert de uit protest tegen de Amsterdamse ambities ontstane actiegroep Windalarm bij de provincie nog een referendum af te dwingen, voorlopig vergeefs.
Veel partijen blijven intussen mordicus tegen nieuwe windmolens op land. Dat geldt behalve voor FvD, JA21, BBB en PVV ook voor de VVD, hoewel die partij in de huidige coalitie van GroenLinks, VVD, D66 en PvdA dus medeverantwoordelijk is voor het schrappen van de afstandsnorm. Behalve GroenLinks willen ook PvdA en D66 wél meer windmolens.
De tegenstanders van windmolens in en om Amsterdam kunnen hun hoop nog vestigen op het kabinet. Voor de windmolenplannen bij de Noorder IJplas zal het wellicht te laat komen, maar in het regeerakkoord beloofde het kabinet-Rutte IV de landelijke invoering van een afstandsnorm.
5. Stikstof
Bart van Zoelen
Sinds 2019, kort na de laatste verkiezingen voor de Provinciale Staten, zitten ook de provincies tot over hun oren in de stikstofdiscussie. Beschermde natuurgebieden zuchten onder een overdosis aan stikstofverbindingen als ammoniak en NOx. Na een serie rechterlijke uitspraken kan de overheid dit niet langer op zijn beloop laten.
De provincies voeren het kabinetsbeleid uit en bepalen zelf wat in hun regio de beste manier is. In provincies als Gelderland, Overijssel en Noord-Brabant knelt dat aan alle kanten door de staat van de natuur en de nabijheid van veel intensieve veehouderij. In Noord-Holland is minder intensieve landbouw, al verschillen de partijen ook hier duidelijk van mening over de vraag of krimp van de veestapel het speerpunt moet zijn, of innovatie.
Aan de andere kant: natuurgebieden zijn er wel degelijk en soms deksels dicht bij de stad, zoals Het Twiske en het Ilperveld. Zeker sinds de uitzondering voor de bouw is weggevallen, raakt de noodzaak om minder stikstof uit te stoten direct de schreeuwende behoefte aan woningen rond Amsterdam.
En dan blijkt er ook een nadeel te zitten aan het feit dat Noord-Holland minder intensieve landbouw heeft: er zijn daardoor ook minder opties om de stikstofuitstoot snel terug te dringen. Dat de stikstof hier óók komt van industrie, havens, Schiphol, verkeer, scheepvaart en een raadselachtige restcategorie langs de kust maakt de puzzel des te ingewikkelder, zegt Esther Rommel, behalve gedeputeerde ook lijsttrekker voor de VVD.
Anders dan in sommige andere provincies laat Noord-Holland voor het definitieve stikstofplan nog veel over aan de nieuwe Statenleden en de partijen die daar tijdens de formatiebesprekingen over kunnen onderhandelen. Dat klinkt onhandig, omdat de deadline van het kabinet, 1 juli, snel in zicht komt. Aan de andere kant is het wel zo zuiver dat Provinciale Staten hierover in de nieuwe samenstelling beslist, mét bijvoorbeeld een afvaardiging van de BoerBurgerBeweging. De uitvoering vergt een lange adem, zegt Rommel. “Er moet zo vreselijk veel gebeuren. Dit is een transitie waar de provincie tien jaar mee bezig gaat zijn.”
6: Verbindingsweg A8-A9
Marc Kruyswijk
Wel of geen verbinding tussen de A8 en de A9? Wie nog zou kunnen denken dat er het lood om oud ijzer is in de verkiezingen in Noord-Holland, heeft buiten dit twistpunt gerekend. Al jaren wordt gesproken over het verbinden van de twee snelwegen. Vooralsnog zonder succes: de krap zes kilometer tussen Assendelft (waar de A8 ophoudt) en Heemskerk (waar de verbinding aan de A9 kan worden aangetakt) vormen een missende schakel.
Een nieuwe weg zorgt volgens de provincie voor een betere bereikbaarheid van de regio Zaanstreek en de regio IJmond. Ook verbetert de leefbaarheid in Krommenie en Assendelft erdoor. Een belangrijk gegeven is dat de weg het Unesco Werelderfgoed Stelling van Amsterdam kruist. Eén ding is sinds afgelopen jaar zeker: het Rijk gaat géén financiële bijdrage leveren. De kosten van het gehele project worden geraamd op 900 miljoen euro.
De partijen denken bepaald verschillend over de verbindingsweg. Voor GroenLinks (nu nog de grootste met 9 zetels) is de weg voorgoed van de baan: de partij kiest onder meer voor landschapsherstel en wil van de N203 door Assendelft en Krommenie een milieuzone maken. Volgens D66 (nu 6 zetels) is de aanleg financieel onhaalbaar en doet een nieuwe weg geen recht aan de Unesco-status van de locatie. D66 pleit onder meer voor investeren in ov-voorzieningen.
De VVD (7) wil juist de realisatie van de weg om de bereikbaarheid van de Zaanstreek en de IJmond te verbeteren en de leefbaarheid in Krommenie en Assendelft te verhogen. Ook de PvdA (6) noemt de verbinding belangrijk voor de leefbaarheid in Zaanstad Noord. JA21 (6) noemt de Stelling van Amsterdam in dit verband een groeiende belemmering voor allerlei ontwikkelingen. Volgens die partij mag de status van de Stelling van Amsterdam ‘dan ook wel wat worden afgebouwd’.