Wat Amsterdam mist: een stadsparfum
Dagelijks een plan om de stad mooier te maken. Vandaag: een
stadsparfum.
Het is het zintuig dat ons sterk beïnvloedt, soms zelfs zonder dat we het merken: reuk. We houden makkelijker van een te koop staand huis door de geur van verse koffie en denken terug aan onze opa en oma wanneer we boven een met sherryvlekken besmeurd Perzisch tapijtje hangen.
Supermarkten gebruiken vers-brood-parfum, geur-dj's proberen de feestvreugde te verhogen door energie opwekkende citrusgeuren over de dansende massa te vernevelen en in de Efteling hebben de Droomvlucht en de Fata Morgana hun eigen bloemige/kruidige parfum.
Terwijl er veel aandacht wordt besteed aan wat er in Amsterdam te zíén is, gaan we helemaal voorbij aan hoe de stad rúíkt. Elke wijk zou zijn eigen stadsparfum moeten krijgen. In het centrum ruikt het naar cederhout, in West naar rozen en in Oost naar appeltjestabak.
Bewoners en bezoekers zullen een hechtere band krijgen met een buurt ('Ik ruik kaneel! Och, De Pijp, ik mis je!'). En de geuren kunnen ook worden ingezet als manipulatiemiddel; om mensen af te schrikken (de Dam) of het juist extra aantrekkelijk te maken (een nieuw huizenblok naast de A2).
Heeft u een tip voor de schrijvers van deze rubriek? Mail naar wam@parool.nl