'Waarom wij absoluut niet uit Amsterdam vertrekken'

Ik las in Het Parool dat 40 procent van de gezinnen binnen vier jaar na de geboorte van het eerste kind uit de stad vertrekt.

Een bloemlezing uit de redenen waarom wij - Floris (39), Gonnie (38), Jente (3) en Filip (2 maanden)- voorlopig absoluut níet uit Amsterdam vertrekken.

Ik vroeg als kind al herhaaldelijk aan mijn ouders waarom we niet in de stad woonden. Met name de zondagen vond ik dodelijk saai. In het dorp in Friesland waar ik opgroeide, bestond het amusement op zondag uit de snackbar of in de telefooncel gratis sekslijnen bellen.

Veel te doen
Ik heb momenteel zwangerschapsverlof en ben zó gelukkig dat bijvoorbeeld Café Amsterdam en het rondje Haarlemmerdijk-Noordermarkt-Westerstraat tot mijn actie­radius behoren. Je wereld is zo klein met een baby, en zo heb ik het gevoel dat ik toch een leven heb. En zoals je vaak hoort: ook al ga je niet veel uit, het idee dat je altijd ergens naartoe kan, is heel fijn.

In Amsterdam is ongelooflijk veel te doen voor kinderen. Waar anders kun je naar workshops in Artis, op skateboardles, naar de circusschool? Als kind kun je echt ontdekken wat je leuk vindt, hoe waardevol is dat?

Ik geloof dat een kind weerbaarder opgroeit in een stad, omdat het gewend is aan een mix van culturen en zich staande moet houden in de drukte, zoals bijvoorbeeld in de speeltuin aan het Van Beuningenplein waar we wonen.

Maar ik realiseer me wel dat we ongelooflijk veel geluk hebben met ons huis. In 2012 hebben we twee appartementen op de begane grond kunnen samenvoegen. Dat was ons in de huidige markt waarschijnlijk niet ­gelukt.

Gonnie Spijkstra, Amsterdam