Plus
Vossenspotten: 'Soms staan we met z'n veertigen om een vos'
In de Amsterdamse Waterleidingduinen verzamelen zich steeds meer mensen om een vos te spotten, voeren en fotograferen. 'Het komt voor dat we met z'n veertigen om een vos heen staan.'
Op een verhard pad in de Amsterdamse Waterleidingduinen zitten drie vrouwen gehurkt met een telelens voor hun neus. Een van hen grabbelt in een tas vol hondenbrokken om de prooi te lokken.
Niet voor niets heet het door duinen omzoomde weggetje in de volksmond ook wel de 'vossenboulevard.' Hier kruisen twee territoria van verschillende vossensoorten elkaar. Doordat de vossen geregeld oversteken, is de kans groot dat je er zo'n fraaie rode 'Reinaert de Vos' te zien krijgt, of het grijze type met een brede kop.
De vossenpaparazzi weten dat. Gewapend met hun fotocamera, vaak uitgerust met een reusachtige telelens, trekken ze eropuit om een Instagramwaardig plaatje te schieten. Zo vergaarde ene Mylène Sopacua in december nog meer dan twee miljoen Instagram-likes met een foto van een zich uitrekkende vos in de Amsterdamse Waterleidingduinen.
Vossenfotografie
"Nu is het rustig," zegt Jeroen Stel (44), professioneel natuurfotograaf en leider van een workshop vossenfotografie. "Maar het komt voor dat we met z'n veertigen om een vos heen staan." Stel, die via het platform Photo United ook andere natuurfotoworkshops en -reizen aanbiedt, was negen jaar geleden de eerste met een cursus vossenfotografie.
"Sindsdien is het aantal workshops enorm gegroeid. De concurrentie is groot. Soms lopen er drie tot vier groepen op een dag rond. Dat is lastig. Als een groep al met een vos bezig is, ga ik er niet bij staan met mijn cursisten. Dan moeten wij een 'eigen' vos zien te vinden."
Stel kent de vrouwen met de telelenzen en de zak hondenbrokken allang, ze zijn vaste vossenspotters. Hij hoort ze vaak onderling overleggen: 'Heb jij Cupcake nog gezien?' Volgens Stel geven de vrouwen 'hun' vossen bijnamen als Muffin, Cupcake, Banjer, Moertje, Bobbie en Lady. En zo kan het gebeuren dat hij soms een langgerekt 'Múffin! Cupcake!' door de duinen hoort schallen.
De gewillige rugzakvos
Een van die spotters is 'Mary Poppins'. "Ik noem haar zo, omdat ze altijd een parapluutje bij zich heeft. Zij voert de vossen. Dat is vervelend. Als ik met een groepje bij een vos sta, wandelt zij voorbij met een tas vol eten: 'Kom, kom, kom!' En weg is de vos."
Juist de Amsterdamse Waterleidingduinen zijn in trek, omdat daar veel tamme vossen zijn. "Om een wilde vos te kunnen fotograferen, heb ik drie maanden in een tentje zitten wachten tot ik hem zag. Dan kiezen mensen toch liever voor zo'n gewillige 'rugzakvos.' Tamme vossen zijn van generatie op generatie gewend geraakt aan de nabijheid van mensen. Dat is hier ooit begonnen bij de prullenbakken. Daar bleef eten slingeren, waar de vossen op afkwamen. Op het bankje ernaast zitten vaak wandelaars uit te rusten. Soms geven ze de vossen wat te eten. Daar maken ze dankbaar gebruik van. Ik zie vossen met complete croissants in hun bek voorbij rennen," vertelt Stel.
Ondanks de toegenomen drukte organiseert Stel nog steeds om de twee maanden een vossenfotografieworkshop. Op een onstuimige zaterdag melden zich vijf deelnemers bij hem. Marleen Krijtenberg (41) is uit het Brabantse Oud Gastel gekomen om een vos voor haar lens te krijgen. "Ik fotografeer meestal kinderen en huisdieren, maar wil weleens wat anders. Als ik met mijn man en kinderen op pad ben in de natuur, vragen ze om de haverklap of ik al klaar ben. Nu kan ik op mijn gemak rondkijken en fotograferen."
Een andere deelnemer, Jacob Wijs (68), maakt in zijn vrije tijd portretten en natuurfoto's: "Ik vind het interessant om er meer over te leren. Bovendien is de vos een mooi dier." Stel begint met een uitleg over de basisinstellingen van de camera, zoals diafragma, ISO-waarde, sluitertijd en belichtingscorrectie. Om de juiste sluitertijd te bepalen, kun je volgens Stel oefenen door bij een weg te proberen voorbijrijdende auto's goed op de foto te zetten.
"Als een vos voorbij komt rennen, moet je zorgen dat je niet te laat bent." Ook belangrijk: niet op een kluitje om de vos heen gaan staan, maar ruimte vrij laten. "Het beste kun je op je buik gaan liggen. Dan heb je het mooiste standpunt."
'We gaan erheen!'
"We moeten dus op de grond gaan liggen?" informeert Guy Sponton (75) uit Schagen ietwat bezorgd. Hij volgde al eerder een natuurfotografiecursus, maar atletische toeren waren daarbij niet aan de orde.
"Dat is wel het beste, ja," antwoordt Stel. Sponton haalt daarop een groen regenpak uit zijn rugzak en trekt dat aan. Stel gaat voorop de duinen in. Onderweg vertelt hij over het natuurgebied en verschillende diersoorten, zoals dodaars, boomklevers, damherten en lepelaars.
Stel maakt een fluitend geluid om de vossen te lokken. Nu en dan tuurt hij door zijn verrekijker. Hij wijst op een zanderige plek: "Hier was vroeger een vossenburcht. Daar maakte ik mee dat een jong vosje heel dichtbij kwam, waardoor we het goed konden fotograferen."
De cursisten knikken en proberen zich dat vosje, dat er nu helaas niet is, voor te stellen. "Daar! Daar gaat er één!" roept Stel ineens. In de verte sprint een vos voorbij, zijn staart dansend in de wind. Cursisten graaien koortsachtig naar hun camera's. "We gaan erheen!" roept Stel en hij gaat met grote passen het duin in.
Maar hoe hard hij ook fluit, de vos laat zich niet meer zien. Een kille noordenwind en hevige slagregen jagen de deelnemers in het gezicht. Ze weren zich kranig, in de hoop op die ene vos.
"Ik heb weleens groepen die met zulk weer al zeggen dat het afzien is. Dan denk ik: wat bedoelen ze?" zegt Stel. "Maar goed, ik zit soms dagenlang bij min 16 in een schuilhut voor een goede foto, dus ik ben wel gehard." Hij wijst op vossensporen in het zand. "Ze lopen mooi recht. Een vos stapt in zijn eigen spoor, anders dan een hond."
Botjes van herten
Een magere jongen met een forse camera om zijn nek sjokt de groep mistroostig tegemoet. Ook voor hem is het vandaag een slechte vossendag. Sporen zijn er echter genoeg. Stel toont een plek waar een vos onlangs nog heeft rondgehangen. Hij ziet het aan de botjes van herten. "Vossen keren vaak terug om die botten open te breken en het merg eruit te slobberen," vertelt hij.
Met de punt van zijn schoen wijst hij naar een uiteengevallen, grijze vossendrol. "Deze is oud. Bij een verse zit er een puntje aan en kun je de haartjes van muizen en konijnen er nog in zien zitten. Nooit aanraken, want er kan vossenlintworm in zitten en daar kun je heel ziek van worden."
Tegen vijven zijgt Stel met de groep neer bij een vossenburcht, op de rand van een zandkuil, pal in de wind. "Soms komen de vossen hier tegen het einde van de middag naartoe." Zwijgend staren de deelnemers naar het gat in de zandwand. "Nou, vos, waar blijf je?" mompelt Krijtenberg.
"Vossen houden niet zo van harde wind," zegt Stel wanneer duidelijk is dat er niets gebeurt.
"Wij ook niet," merkt Krijtenberg lachend op.
Toch keert de groep tevreden terug. "Zelfs zonder ook maar één vos gezien te hebben was het een geslaagde middag. Nu weet ik de plekjes, en Jeroen heeft een hoop over het gebied verteld," zegt Wijs. Op de terugweg komen de camera's nog een keer tevoorschijn. Geen vos, maar: "Kijk die mooie lucht, die hertjes in het late licht. Práchtig!"