Vijf jaar Ik Geef om de Jan Eef: 'We hebben de buurt trotser gemaakt'
Op 7 oktober 2010 wordt Fred Hund doodgeschoten tijdens een overval op zijn juwelierszaak in de Jan Evertsenstraat. Een dag later beginnen vier Amsterdammers het buurtinitiatief Ik Geef om de Jan Eef. Hoe kwam de buurt er bovenop?
Vijf jaar na de dood van Hund gaat het stukken beter met de Jan Evertsenstraat, een straat die bekend stond als pover, ellendig en onaangenaam. In het voorwoord van een boekje dat vandaag uitkomt schrijft burgemeester Eberhard van der Laan daarover: 'Het is vreemd als uit iets verschrikkelijks iets moois voortkomt.'
Anita Groenink, samen met Jeroen Jonkers, Nathalie Rompa en Mickelle Haest initiatiefnemer van Ik Geef om de Jan Eef, sluit zich aan bij de woorden van Van der Laan. 'De eerste weken na de dood van Fred waren heel verdrietig, maar er ontstond daardoor wel een maatschappelijke urgentie. Zonder dat gevoel van noodzaak zou de straat er vandaag de dag een stuk anders hebben uitgezien.'
Kappers en belwinkels
Zelfstandig ondernemer Groenink verhuisde in 2001 naar De Baarsjes. 'We waren de eerste yuppen,' vertelt ze lachend. Vanuit de Jordaan vertrok ze naar de Admiraal de Ruijterweg. 'We kregen veel reacties vanuit onze omgeving. Dit zou een slechte buurt zijn. 'Daar halen ze sleutelbossen langs je auto,' zo werd ons verteld.'
Op de Jan Evertsenstraat kwam ze nauwelijks. 'Veel panden stonden leeg, terwijl het deel dat niet leeg stond was gevuld met kappers en belwinkels. Ik vermeed de straat.'
Groenink rekende de dood van juwelier Hund zichzelf aan. 'Waarom had ik niet méér mijn best gedaan de straat levend te houden? Ik zag dat als mijn verantwoordelijkheid. Ik wilde de ondernemers een hart onder de riem steken. Want verdorie, terwijl ik me voor mijn werk om de reputatie van grote bedrijven als de Hema en de ING bekommerde, ging het op vijf minuten lopen van mijn huis finaal mis.'
Buurtinitiatief
Ook Jeroen Jonkers zag dat er iets moest gebeuren. Jonkers heeft 35 jaar ervaring met ondernemers en werkte jarenlang op de Ten Katemarkt. 'Zestien panden stonden leeg,' zegt hij over de Jan Eef van vijf jaar geleden. 'Met guur weer bekroop je een onveilige gevoel. De dood van de juwelier raakte een snaar. Er was een latente behoefte om iets te doen.'
Op 8 oktober 2010, een dag na de dood van Hund, komen Groenink, Jonkers, Rompa en Haest bij elkaar. De woede moet getransformeerd worden in iets bruikbaars, vinden ze. Aan de keukentafel wordt daarop begonnen met buurtinitiatief Ik Geef om de Jan Eef.
Mediawaarde
Het eerste wat de initiatiefnemers - Groenink noemt zichzelf liefkozend 'buurtfundamentalist' - doen, is een Jan Eef-dag met pop-up stores organiseren, om de straat in een positiever daglicht te stellen. Ze bellen winkelstraatmanager Liesbeth van der Schaar, die dan al tweeëneenhalf jaar in De Baarsjes werkt. Over het telefoontje zegt Van der Schaar nu: 'Ik kreeg er kippenvel van. Die overval was zo'n drama, het was zo naar om het verdriet van de ondernemers uit de straat te zien. Ik voelde me enorm gesteund.'
Op de eerste Jan Eef-dag staan er cameraploegen van twee regionale en drie nationale media. Een pr-dienst berekent na afloop dat de groep achter Ik Geef om de Jan Eef een bedrag van €150.000 aan positieve mediawaarde hebben binnengehaald. De dag is een succes. 'We waren megahip,' zegt Groenink. 'We moesten de term pop-up uitleggen.'
De groep besluit door te gaan onder de naam Ik Geef om de Jan Eef en organiseert sindsdien onder andere de terugkerende biologische Mercatormarkt en een theaterfestival, terwijl de leegstand met behulp van succesvolle pop-up stores wordt bestreden. Ook wordt een winkelstraatvereniging opgericht, waarin zowel ondernemers als bewoners van de winkelstraat actief zijn. 'We moesten ons initiatief economisch verduurzamen en structuur geven,' zegt Jonkers, aanjager van de winkelstraatvereniging. 'Het feit dat we zo ongeorganiseerd begonnen, was onze kracht en onze zwakte.'
Meer gezamenlijkheid
In een korte periode verandert er veel in de Jan Evertsenstraat. Vijf jaar geleden stonden zestien panden leeg, dat zijn er nu nog maar zes. Vijf panden werden met behulp van de winkelstraatvereniging gevuld. Jonkers: 'Ondernemers weten hun weg naar de Jan Evertsenstraat weer te vinden. We worden bijvoorbeeld gebeld door zaakjes uit de Pijp die op zoek zijn naar een tweede vestiging.'
Groenink ziet de terrassen bij mooi volzitten met jonge mensen die opscheppen over hoe hip de buurt is. 'Dat had ik vijf jaar geleden nooit durven dromen. Na de dood van Fred dachten we dat het nooit goed zou komen. Zonder Ik Geef om de Jan Eef was de verandering ongetwijfeld ook op gang gekomen, maar minder snel en minder opvallend.' Volgens Jonkers is er dankzij Ik Geef om de Jan Eef meer gezamenlijkheid in de straat. 'We hebben de buurt trotser gemaakt. Wij waren het omslagpunt.'
Weduwe Tine Hund probeert vijf jaar na de dood van haar man de draad weer op te pakken. 'Fred Hund was een lieve stiefvader en een geweldige opa', vertelt ze in een interview met Het Parool.