Stadgenoot legt zonnepanelen op 7000 woningen
Woningcorporatie Stadgenoot legt zonnepanelen op ongeveer zevenduizend woningen. Het is een grote inhaalslag bij het streven van de Amsterdamse corporaties naar 100.000 zonnepanelen in 2020.
Begin 2017 moesten de corporaties nog uit de startblokken komen. Toen stond op de daken van hun appartementencomplexen maar een schamele 0,5 megawatt aan zonnepanelen opgesteld. Over twee tot drie jaar zal het gaan om circa 30 megawatt, denkt Christiaan Brester.
Hij is met zijn bedrijf Lens-energie verantwoordelijk voor zonnepanelen op huurwoningen van onder meer Ymere (9500 woningen), De Alliantie (6700) en Stadgenoot. Daarmee blijven de corporaties nog wel achter bij de met de gemeente afgesproken doelstelling voor 2020. In dat jaar hopen de corporaties aan 80 megawatt te komen.
Samen met installatiebureau Klomp en dakdekker Patina voorziet Lens de komende jaren gemiddeld 140 Amsterdamse woningen per week van zonnepanelen. Tekorten aan technisch personeel zijn daarbij nog wel een mogelijke spelbreker. Vandaar de oproep aan de gemeente en uitkeringsinstantie UWV om daarbij te helpen.
Zevenduizend woningen
Vooral alle certificaten die de installateurs moeten halen, gaan in de papieren lopen. Daar kunnen de gemeente en UWV bij helpen, vindt Brester, door langdurig werklozen om te scholen.
Het heeft Brester geërgerd dat oud-wethouder Abdeluheb Choho (Duurzaamheid) de corporaties afgelopen voorjaar meende te moeten straffen voor hun trage start met zonnepanelen door ze zes ton subsidie af te pakken. "Als je dan zes ton weghaalt, stop dat dan in de opleiding van dit soort vakmensen."
Stadgenoot verwacht al dit jaar ruim duizend woningen te voorzien van zonnepanelen, om te beginnen in Zuidoost. Daarna wil de corporatie snel doorgroeien naar rond de zevenduizend woningen met zonnepanelen rond 2020, zegt Jonna Zwetsloot, projectleider duurzaamheid. Vooralsnog wordt op slechts enkele honderden Stadgenootwoningen zonne-energie opgewekt.
Averechts effect
Met een lagere belasting op elektriciteit en een tot 75 procent hogere belasting op gas willen het kabinet en de belangengroepen die praten over een klimaatakkoord stimuleren dat meer huizen van het gas af gaan. Maar voor de investeringen in groene stroom kan deze verschuiving volgens Brester averechts uitpakken.
De variabele kosten voor elektriciteit gaan omlaag, redeneert Brester. Per kilowattuur gaan we minder betalen. Het gevolg is meteen dat het rendement van investeringen in het opwekken van wind- en zonne-energie kleiner wordt.
Zo loopt de terugverdientijd van zonnepanelen op als de prijs voor de stroom daalt. Een nog belangrijker gevolg van de lagere stroomprijs kan zijn dat huishoudens minder aandacht krijgen voor energiebesparing.
Jaarlijks subsidieplafond
Brester heeft ook kritiek op het schrappen van de aantrekkelijke salderingsregeling. Minister Eric Wiebes (Economische Zaken) kondigde onlangs aan dat die per 2020 wordt vervangen door een terugleversubsidie.
De subsidie zou ervoor zorgen dat de investeringen in zonnepanelen en windmolens in gemiddeld zeven jaar kunnen worden terugverdiend, zei Wiebes. Zijn voorganger, Henk Kamp, had eerder toegezegd dat de oude regeling tot 2023 zou blijven.
14 woningen
De corporatie wil wekelijks op 140 woningen zonnepanelen plaatsen.
Brester is allerminst enthousiast over het alternatief. De subsidie is minder aantrekkelijk dan de salderingsregeling. Wiebes heeft daarnaast aangekondigd jaarlijks een plafond vast te stellen voor de terugleversubsidie. Daarmee zorgt de overheid weer voor onzekerheid bij huishoudens die willen investeren in wind- en zonne-energie.
Onzekerheid heeft de toename van groene stroom al eerder parten gespeeld, het is een van de redenen waarom Nederland onderaan bungelt op de Europese ranglijsten voor duurzame energie.